05 Avery

Josh loopt door de stad en kijkt telkens lachend achterom naar mij. Het is donker en verlaten in de stad, alles is vernield. De Zielen hebben dat gedaan, ze willen ons allemaal vermoorden. ‘Josh’ roep ik wanhopig ‘Het is gevaarlijk hier, kom nu mee terug naar tante, alsjeblieft!’ Hij blijft staan en draait zich lachend om, achter hem herken ik het grote gebouw. Dat was de school waar ik vroeger, voor mijn ouders stierven, heen ging. Ik herinner me Lilly nog, mijn beste vriendin op die school. Haar blonde krullen en gezicht vol sproeten, samen waren we de hele dag bezig met kampen bouwen. Ze was mijn beste en enige vriendin. ‘Av, kom op nu. Er kan niks gebeuren! Laten we een beetje plezier maken!’ Op dat moment komt er iemand tevoorschijn uit een steegje dat net langs Josh lag. De blonde krullen danste terwijl ze op mijn kleine broer afliep. ‘Lilly?’ riep ik verbaasd uit. Josh keek nu ook om, zijn ogen werden groter en hij deinsde achteruit. Ik had geen idee wat er aan de hand was. ‘Lilly? Ben jij dat?’ riep ik opnieuw. Ze lachte naar mij, geen hartelijke lach, zoals je verwacht van je enige vriendin ooit. Deze lach was anders, gemener en donkerder. Ze pakte Josh bij zijn mouw en sleurde hem mee de school in. Bang riep mijn kleine broer mijn naam, ik wou hem achterna rennen maar het voelde alsof mijn voeten aan de grond genageld waren. ‘Josh! Josh!’ riep ik in paniek. ‘Waar ben je?’ ik keek om me heen. Ineens was ik niet meer in de verlaten stad, maar in de woestijn. Opgelucht haalde ik adem. Het was maar een droom. Ik liep het kleine kamp, dat ik had gebouwd om ons te beschermen tegen de zon, in en zag mijn kleine broer vredig slapen. Hij zag er beter uit, gezonder. Het ging allemaal goed komen, dacht ik met een lach. Josh draaide zich naar me om en opende zijn ogen. ‘Hey Av’ zei hij maar ik deinsde achteruit van de schrik. Zijn ogen! Zijn ogen hadden een witte gloed.
Ik schoot wakker uit de nachtmerrie, verwoed keek ik om me heen. Met mijn hand nam ik mijn gezicht was en kneep in mijn wang. Wakker. Ik was wakker, maar waarom lag ik in een grot en waar was Josh?