‘Avery? Av, is alles oké?’ Het gefluister wekte me uit mijn onrustige droom. ‘Josh?’ mompelde ik gedesoriënteerd. ‘Sorry, maakte ik je wakker? Je was aan het trillen en ik maakte me zorgen. Bovendien begint het licht te worden. Ik heb honger, Av.’ Een traan bengelde aan zijn kleine neus. Snel veegde hij hem weg met zijn mouw. Josh had zich al zo sterk gehouden, ik kon me niet voorstellen hoe verwarrend dit allemaal voor hem moest zijn. Ik ging rechtop zitten en nam hem in mijn armen terwijl ik hem probeerde de sussen. Hij voelde nog steeds koortsig aan en ik maakte me zorgen. Het ging weer slechter met hem. Ik bekeek mijn kleine broer van kop tot teen en merkte zijn ingevallen wangen en lege ogen op. Met moeite onderdrukte ik een snik en zocht in mijn rugzak naar het laatste stukje brood dat we hadden. ‘En jij dan?’ vroeg hij toen ik het brood in zijn richting stak. ‘Ik overleef wel,’zei ik ‘ik heb helemaal niet zoveel honger.’ Mijn maag kromp in elkaar bij deze leugen, maar dat liet ik hem niet merken. Terwijl Josh langzaam op het brood knabbelde, zocht ik alle spullen samen en stak ze in mijn overvolle rugzak.
De tocht in de felle zon was niet gemakkelijk, niet voor mij en zeker niet voor een zieke 10-jarige. Josh had moeite met mijn snelle passen bij te houden en dronk meer water dan we ons konden permitteren. Om dit te compenseren had ik geen water meer aan mijn lippen gevoeld, sinds de vorige avond, ook mijn snel tempo vertraagde een beetje. Ik was er niet gerust in dat we voor het vallen van de avond een nieuwe schuilplaats hadden gevonden en hoe moest het met eten en drinken? Na 4 uur wandelen, vonden we gelukkig een goede schuilplaats. Uitgeput zakte Josh op de aangenaam koele aarde, zelf ging ik niet zitten. Nu we een veilige plaats hadden gevonden om te overnachten, besloot ik om op zoek te gaan naar proviand.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen