Avery. Dat was mijn naam, mijn echte naam. Want samen met mij broer, Josh, vormden we de laatste kleine verzetgroep op aarde. De rest van de mensen was al overgenomen door buitenaardse wezens. Zielen, zo noemden ze zichzelf. Onze ouders waren omgekomen bij een auto-ongeluk toen we nog klein waren, ze werden van de weg gereden door een dronken chauffeur. Belachelijk hoe dat toen het einde van de wereld leek voor ons, nu zou ik nog liever sterven dan bezeten worden door een ziel. Nooit zou ik een gastlichaam worden en mijn kleine broer in gevaar brengen. Nooit zou ik gevangen willen zitten in mijn eigen lichaam, zonder de mogelijkheid om zelf te denken en te handelen. Het idee alleen al vond ik weerzinwekkend, ik rilde ervan. Of was dat van de wind die door onze beschutting waaide? Ik voelde hoe Josh begon te woelen naast mij en gaf hem de rest van het deken. Voor een 10-jarige jongen had hij al veel meegemaakt en was hij erg sterk. Hij kon goed vissen en dat zou ons enorm helpen als we toegang tot een rivier hadden gehad…Maar dat hadden we niet, we sliepen tussen de struiken zodat niemand ons zou kunnen vinden. Morgen zou ik opzoek moeten gaan naar een betere schuilplaats, veiliger, meer beschutting, comfortabeler…En eten moest ik ook nog zoeken, onze voorraad was erg uitgedund na de griep die Josh had opgelopen. Zonder medicijnen, goed eten en een warm bed had het er niet goed uitgezien voor hem. Wonder boven wonder begon hij stilaan te genezen, hopelijk was hij morgen sterk genoeg om onze toch verder te zetten. De hoop op het vinden van onze bestemming had ik al opgegeven, maar Josh zag altijd alles langs de positieve kant en vond dat we moesten verder zoeken.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen