Verwonderd keek ik naar de wolf. Wonder boven wonder dat ik nog niet was flauwgevallen, vond ik zelf. 'Paul?' Fluisterde ik zachtjes. De wolf zette een paar kleine stappen dichterbij, toen ik zijn ogen goed kon zien, wist ik direct dat het Paul was. 'Wow,' Fluisterde ik. Langzaam liep ik op mijn af, mijn hand naar hem uitgestoken. Toen ik zijn kop bereikt was aaide ik hem voorzichtig, van dichtbij leek hij nog groter dan dat hij al was. Hij liet zijn kop zakken en liet zich gewillig door mij aaien.
'Gaat het?' Toen ik me omdraaide zag ik Jared en Embry staan. 'Zijn jullie ook wolven?' De jongens knikten. 'Het gaat goed.' Zei ik vervolgens. Paul liep terug naar de bosjes, even later kwam hij weer als mens tevoorschijn. Hij had een schuldige blik in zijn ogen. In mijn ooghoeken kon ik zien hoe de andere twee jongens zich uit de voeten maakten.
'Waarom kijk je zo?' Vroeg ik aan Paul. 'Nou, ik snap het als je me nu niet meer wilt zien, ik was liever ook normaal geweest. Ik snap het ook als je bang van me bent en-' Ik gaf hem niet de tijd om uit te praten, ik stapte op hem af en drukte mijn lippen op de zijne. Iet wat overdonderd sloeg hij zijn armen om mij heen en kuste me terug.
'Jij kan hier toch ook niets aan doen? Bovendien vind ik het wel cool.' Glimlachte ik toen ik hem had losgelaten. Paul glimlachte verbaasd. 'Je walgt niet van me?' Ik schudde vlug mijn hoofd. 'Natuurlijk niet, wat denk jij nou? Ik ben gek op je.' Paul glimlachte nu wat zelfverzekerder.
'Er is nog een ding wat je moet weten,' Dit was het moment waarop Paul mij vertelde wat ik voor hem betekende. Dat ik zijn soulmate was, zijn ware liefde. Hij vertelde over de gave die sommige shapeshifters hadden om in te prenten op iemand. Op een vrouw, hij vertelde dat ze niet zeker wisten waarom het gebeurde, dat Sam dacht dat degene werd uitgekozen die het gen om te transformeren in een reuze wolf het beste kon doorgeven.
Hij vertelde dat het voelde alsof je geen zuurstof of zwaartekracht meer nodig had, maar dat zij dat deed. Dat alles aan haar perfect was, je kon nooit boos op haar worden, je hield simpelweg teveel van haar. Je zou alles voor haar doen. Je zou een soort broer, vriend of geliefde voor haar zijn, wat zij maar wilde.
Alles om haar te beschermen en haar gelukkig te maken. Als zij verdrietig was, was jij dat ook. Als zij gelukkig was, was jij dat ook. Alles voor haar.
'Dat klinkt prachtig.' Paul glimlachte en knikte. 'Dat klopt,'
'Heb jij haar al?' Vroeg ik vissend naar het antwoord. Paul knikte. 'Jij.' Fluisterde hij zachtjes. Hij legde zijn hand op mijn wang. 'Dat verklaard ook de vreemde gevoelens die je plotseling tegenover mij had, dat je ineens niet meer boos op me kon worden en zo.' Ik knikte begrijpend. 'Dat weet ik nog.'
'Was je daarom zo vaak ziek?' Ik knikte. 'Ik wist niet wat ik met mijn gevoelens aanmoest.' Paul leek me te begrijpen. 'Wil je nog bij me blijven na dit alles?' Ik knikte met een big smile. 'Zeker weten.' Fluisterde ik zachtjes.
'Wil je dan mijn vriendin zijn? Voor nu en altijd?' Ik knikte met een glimlach, waarna ik op mijn tenen ging staan en mijn lippen nogmaals op de zijne drukte. Ik was nog nooit zo gelukkig geweest.

Reageer (1)

  • Bloodstreams

    Ga geen epiloog nu neerzetten
    Geen epiloog
    Geen epiloog
    Geen epiloog
    Geen epiloog
    Geen epiloog

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen