Het begint (hfst 3.1)

De volgende dagen was het allemaal erg rustig bij de Potters. Harry was gewoon naar z’n werk, Ginny stond zoals altijd lekker te koken, Albus en James waren aan het oefenen en Lily had rare tekeningen gemaakt van dementors, huiselfen en zelfs draken.
Toen de kinderen de tafel gingen dekken voor het avondeten, kwam de minister van Toverkunst weer binnen. Hij had op zijn werk een brief gekregen waarin werd gevraagd of hij een jaar op Zweinstein les zou willen geven, maar omdat er nog veel tijd was om te antwoorden had hij er nog niet op gereageerd.
Nadat hij weer rustig was gaan zitten had hij dit aan Ginny en de anderen verteld. Ook vertelde hij erbij dat hij de baan misschien wel voor een enkel jaar zou aannemen en dat de vice-premier hem dan zou kunnen vervangen. In de brief stond het volgende:

Geachte Heer Potter,
Hierbij wil ik u mededelen dat wij uw hulp nodig hebben volgend schooljaar. Dit in verband met het feit dat een van de leraren ontslag heeft genomen. Ik, Minerva Anderling, biedt u dan namelijk een baan aan als leraar Verweer tegen de Zwarte kunsten.
Gelieve voor 31 juli per uil te reageren
Met vriendelijke groet en bijvoorbaad dank,
Minerva Anderling, schoolhoofd Zweinstein.

De rest van de familie wist niet hoe ze hier op moesten reageren. Het is tenslotte wel een eer als je tot leraar Verweer tegen de Zwarte kunsten wordt benoemd op Zweinstein.
Ginny dacht dat hij het zonder twijfel moest doen, James ook. Maar Lily en Albus dachten daar heel anders over. Zij vonden dat hij ze baan op het ministerie moet behouden. Maar ja dat maakt Harry allemaal niet uit natuurlijk. Het ging hem alleen om de mening van Ginny. En Ginny zei: “ Ja. “ dus neemt Harry de baan aan.