De Wegisweg (hfst 2.5)
“ Daar zijn we weer. “ zei Harry tegen de chagrijnige kobold die achter de grote, hoge tafel zat. “ Waar mag de sleutel zijn? “ vroeg de kobold, terwijl Harry bijna een hartverzakking kreeg. “ Je bent toch niet de sleutel kwijt, hè? “ Vroeg Ginny aan haar man. “ Nou, misschien toch wel. “ zei Harry met trillerige stem. “ Heb je hem misschien in je kluis laten liggen? “ vroeg de kobold. Daar had Harry nog niet aan gedacht. “ Zou u misschien voor mij willen kijken? “ vroeg Harry aan de kobold.
“ Weet je wat, jij gaat mee naar de kluis, kijkt of de sleutel daar ligt, zo niet, maken we voor jou voor 10 galjoenen een nieuwe sleutel en kan je alsnog je kluis in. “ zei de kobold. “ Maar hoe ga ik die galjoenen betalen als ik niet mijn kluis in kan? “ vroeg Harry er vlak achteraan. “ Dan betaal je toch erna. “ zei de kobold.
Nog geen vijf minuten later zaten Harry en de kobold in het karretje op weg naar kluis 687. Eenmaal bij de kluis aangekomen, lag ook daar de sleutel niet, nu moest Harry wel voor de sleutel betalen. Eenmaal weer boven gekomen, gaat de kobold naar een klein kamertje vlak achter de grote tafel. Na nog geen 5 minuten kwam hij terug met een mooi, goud sleuteltje. “ Deze is voor jou en nu gaan we naar de kluis. “ zei hij boos, alsof er iets niet goed ging. Toen ze weer bij kluis 687 stonden, maakte Harry de kluis open en pakte nog een keer 100 galjoenen en nog eens tien voor de kobold.
Toen Harry weer buiten stond, bleek het dat Ginny erg blij was dat Harry een nieuwe sleutel had laten maken en gelijk 100 galjoenen had gepakt. Dit was namelijk erg makkelijk om gelijk naar de fopshop van George te gaan en nog wat kleine dingen te doen voor het schooljaar begint. Eenmaal bij de fopshop haalde Albus een dozijn duistergruis, en ook nog een flesje liefdesdrank. Voor allebei de items betaalde ze maar erg weinig, omdat Ginny zijn zus is.
Eenmaal weer op de terug weg, stond er weer een muur bij de lekke ketel. Harry probeerde de stenen 3 omhoog en 2 naar rechts aan te tikken. Gelukkig ging de muur nu wel open, een beetje stroef, maar hij ging wel open. Toen ze weer lekker in de Lekke Ketel zaten, namen ze allemaal nog een lekker boterbiertje. En nog een, en nog een, en nog een, totdat zowel Ginny als Harry erg dronken waren en niet meer naar konden rijden. Helaas waren de kinderen niet dronken, want die wilde aar al te graag naar huis. “ Wjeet he hjoe het zjit? “ vroeg Harry erg dronken aan zijn kinderen. “ Iek bjen dronkjen. “ zei hij er vlak achteraan.
Er zijn nog geen reacties.