11: Tijdoliet

De tocht richting tijdoliet is geen pretje. Ze moeten vaak zich verstoppen voor Fransen en Vlamingen. Na drie kwartier kwamen ze bij het tijdoliet aan. Ze staan voor de landmijnen. "Hoe geraken bij het tijdoliet zonder gewond te raken?" vraagt Koen. " Ik heb het!" roept Frank uit. " We moeten steentjes naar de landmijnen gooien. Dan exploderen ze en kunnen wij naar het tijdoliet gaan." "Goed idee." zegt Koen " Maar we moeten ons wel haasten, elke twee minuten komt er een nieuwe lading spullen uit de toekomst! " Ze pakken allebei een handvol steentjes en ze gooien de steentjes naar de mijnen. Als er een pad is vrijgekomen, haast Frank zich naar het tijdoliet. Hij pakt het, maar zodra hij dat deed, stond de grot opeens op instorten. " Ga snel weg, bovendien zijn de twee minuten bijna verstreken. Frank rent weg, en net als hij aan de overkant was, stortte de grot in. "Nu snel weg!" roept Koen. Opeens stond daar een Fransman. "Halt" riep hij. "Rennen!" roept Koen uit. Maar het is te laat. De Fransman slaat met zijn zwaard, en raakte Koen. Met zijn laatste krachten, zei hij " Frank, neem het tijdoliet en vlucht! Let maar niet op mij en..." Toen sterfte hij. Frank heeft geen tijd om te treuren. Dat gaat hij onderweg in de capsule doen. Hij nam het tijdoliet en rende voor zijn leven. Toen hij eenmaal de tijdreismachine zag, sprong hij erin, plaatste het tijdoliet in een soort van "kast" en trok aan de hendel. In een flits verdween de capsule. Even later komt Frank in het heden aan. " En nu enkele vrienden optrommelen!" zegt hij.