#1. Jule Branch
Je veranderd niet door een klein gevecht,
Je veranderd door een grote oorlog..
Je veranderd door een grote oorlog..
Kijk je naar mijn gezicht, dan zul je denken: Wauw, je ziet er goed uit Jule
Maar kijk je naar mijn lichaam, dan denk je: Mygod, Jule, je \ziet er echt verschrikkelijk uit?
Maar kijk je naar mijn lichaam, dan denk je: Mygod, Jule, je \ziet er echt verschrikkelijk uit?
Loeiende ambulance sirenes, gillende mensen, de geur van brandende gebouwen. Dat zijn de dagelijkse geuren en gebeurtenissen hier. Je raakt er langzamerhand wel aan gewend maar toch, toch voel je je er niet bepaald prettig bij. Vage flarden van herinneringen schieten soms nog door mijn hoofd bij deze geuren. Herinneringen aan die oude, maar fijne tijd. Toen lavendel en chocolade nog heel gewoon was. Toen mijn jeugd nog heel gewoon was. Toen ieders leven nog gewoon was… Als je door mijn raam zou willen kijken zie je vaak mensen, vast gehouden door Trooperbots, geboeid door hun verzet, of neergeschoten door rebelgedrag. Dan worden ze bij de handen en voeten vastgepakt en ruw meegenomen, want ja, ze leven toch niet meer. Als meisje van 9 ben ik erbij geweest toen mijn ouders overhoop werden geknald door de Troopers, en sinds die dag zin ik al die tijd al op wraak, en dan geen zachte wraak. Het was een vreselijk tafereel en als ik de kans kreeg zou ik gillend weggerend zijn. Mijn handen over mijn oren geslagen en me door alle mensen heen gewurmd. Gewoon even weg zijn van al mijn ellende is slecht een van mijn vele dromen. Maar ik kan niet weg. Niet zolang mijn overige familieleden me nodig hebben. Ik zie het al voor me hoe Amyris, mijn jongere zusje van 8 en Bilhey van 5 worden weggedragen. Mager, uitgedroogd en uiteindelijk en gestorven van de honger. Geen Jule te bekennen. Zij was te zwak om voor ze te zorgen en is dus gevlucht. Zo zou ik altijd door hun achterhoofd rond spoken, en ik zou zeker herkend worden.. En Freddi, mijn oudere broer, met wie ik altijd over de markten zwierf, zou me achtervolgen en vermoorden. Nee, dat mocht ik niet doen. Ik hou van Amy, Freddi en Bill. Als zij stierven had ik niemand meer. Dan kan ik mezelf net zo goed aangeven bij de KíllTroopers, want de naam zegt het al: Ze vermoorden je gewoon. Met veel tijd, leedvermaak en een grote grijns op hun mechanische gezichten. Ze worden ook wel de 'Grijnzende Doders' genoemd.
Ik zucht verslagen bij het zoveelste geluid van een gillende vrouw en daarna een luide knal. 'Dat word dan wéér een begrafenis regelen..' mompel ik droogjes. Bij het woord 'begrafenis' huiver ik eventjes. Mijn ouders hebben nooit hun begrafenis gekregen zoals ze graag wouden. Zij zijn in twee houten kisten gelegd en begraven. Dat is het tegenover gestelde van hoe ze wouden.
We zijn hier vandaag allen bijeen gekomen om de begrafenis van Rhichard James Branch en Julie Delorie Hudson bij te wonen. Zo zou dat bij een officiële begrafenis gezegd worden. Helaas wat dat bij hun niet zo.
Ik leg mijn boek, mijn enigste kostbare bezittingen, weg en trek de dunne deken over me heen, vouw mijn handen achter mijn hoofd en staar naar het plafon dat bestaat uit donkerbruine planken, met hier en daar een klein luchtgaatje. Gelukkig zijn ze zo klein dat, als het regent je niet nat kunt worden. Als je mijn kapotte raam niet meetelt tenminste.. Ik sluit vermoeid mijn ogen en belandt uiteindelijk in een van mijn ergste nachtmerries; Het verliezen van Amyris, Bilhey en Freddi. Alle drie op een andere maak vreselijke dood...
'Amyris!' Gil ik paniekerig. 'Amy! Amy, waar ben je?!' Ik ren doelloos rond door allerlei donkere gangen, zonder enige uitgang, terwijl ik maar blijf roepen. 'Jule?' Klinkt het plots vanaf mijn rechterkant. Of nee, het was links. Nee, achter me, toch? 'Jule! Jule! Ik ben hier!' Haar fluwelen stem echoot door mijn hoofd en ik begin als een gek te rennen. 'Amy, blijf roepen! Ik kom eraan!' Schreeuw ik, en als antwoord roep en blijft ze mijn naam herhalen. Na een eeuwigheid te hebben gerend, zie ik mijn zusje plots staan, omringd door een fel licht. Alleen haar hoofd en romp mét haar armen zijn nog zichtbaar, de rest is al verdwenen in het drijfzand. 'Jule, kom niet dichterbij, het is gevaarlijk!' Piept ze. '
Wordt vervolgt
Er zijn nog geen reacties.