023
Hoi hoor ik iemand zeggen. Ik draai me om en zie een verlegen jongen staan. Hoi Marcel zeg ik. Hoe gaat het het? Vraagt hij. Ik voel me prima zeg ik. Ik sla de deken van me af en stap uit mijn bed. Loop je mee naar de leerlingenkamer? Vraag ik. Mag dat dan zegt hij. Ja tuurlijk mag dat zeg ik. Oké zegt hij. We lopen met zijn tweeën door de drukke gangen van Zweinstein naar de leerlingenkamer. Marcel is er wat zeg ik als ik zie dat hij een beetje bang kijkt. Ja prima zegt hij. Heb je ook zo'n zin in morgen vraag ik hem. Wat is er morgen vraagt hij. Morgen is het kerst zeg ik. O ja ik kan niet wachten zegt hij. We liepen de leerlingenkamer in en ik plof neer op de bank. Ik voel meteen twee arme om me heen. Hermelien waarom ben je zo blij me te zien? Zeg ik. Ik hoorde dat je in de ziekenzaal lag zei ze. Lucy ben je oké zei een stem die me een vertrouwd gevoel gaf. Harry er is niks zei ik. Echt niet hoorde ik Ron zeggen die aan was komen lopen. Er is helemaal niks jongens wees eens beleefd en zeg hoi tegen Marcel zei ik. Hoi Marcel zei Hermelien die netjes deed wat ik had gezegd. Hoi zeiden nu ook Harry en Ron. Hoi zei Marcel zacht en liep naar de jongenszaal. Wat is er met hem? Vroe Ron. Bemoei je er niet mee zei Hermelien. Wie moet er nog huiswerk maken veranderde Harry van onderwerp. Ik zeiden Ron en Hermelien. Ik niet zei ik vrolijk. Dan maken we het wel met zijn drieën zei Ron. Ik ga naar buiten zei ik en liep de leerlingenkamer uit. Ik liep door de bijna uitgestorven gangen. Ik hoorde voetstappen dichterbij komen. Kom we moeten haar vinden hoorde ik een onbekende stem zeggen. Ik stopte met lopen en hoorde de voetstappen steeds dichterbij komen. Ik zette voorzichtig een stap en hoorde geen voetstappen meer. Waren ze weg? Of wachtte ze op Iers of iemand? Ik versnelde mijn pas en toen ik om de hoek was stond ik weer stil. Ik zag drie jongens uit Zwadderich staan. Kijk daar is zei een van hen. Ik draaide me om en rende weg. Ik hoorde de jongens achter me aankomen. Ik begon steeds sneller te rennen. Ik rende Zweinstein uit het verboden bos in. Ik keek achterom en zag de jongen nog voor het verboden bos lopen. Ik verstopte me achter een grote boom en hoopte dat ze me niet zouden vinden. Ik hoorde takken kraken en wist dat de jongens in de buurt waren. Ik had deze jongens nog nooit gezien dus wat had ik gedaan? Wat wilde ze van me? Ik moest hier zo snel mogelijk weg maar hoe? Lewin waar ben je hoorde ik een van hen zeggen. Ik hield mijn adem in omdat ik bang was dat ze me zouden horen. Ik hoorde iemand dichterbij komen. Lucy zei een stem. Ik kwam achter de boom vandaan. Ik zag Draco staan. Ik keek om me heen of de jongens nog ergens te zien waren. Ze zijn weg zei Draco. Wat doe jij hier zei ik. Niks bijzonders jij heb jezelf wel erg in de nesten gewerkt zeg zei hij. Wat heb ik dan gedaan? Ik heb die jongens nog nooit gezien zei ik. Waarom zitten ze dan achter je aan? Vroeg Draco. Geen idee zei ik. Laten we terug gaan zei Draco. Ja ik ben moe van al dat rennen zei ik.
Reageer (1)
Opeens drie jongens komen
1 decennium geledenwatt??
dit vind ik echt eng
snel veder(doeg)