Jacky Potter ~ Aankomst
Veel leesplezier!
Trillend komt de koets tot stilstand. De 4 meiden in de koets springen meteen overeind en lopen enthousiast de trapjes af. Eenmaal buiten gekomen met een optimaal zicht op het kasteel vallen hun monden vrijwel direct open. Jacky, wiens aandacht helemaal in beslag wordt genomen door het kasteel en de magische sfeer die er hangt, botst tegen haar zusje aan die gestopt is aan het einde van de rij. 'Sorry...' Jacky kijkt verstrooid naar haar zusje.
'Welkom, eerstejaars! Als jullie mij nu volgen, dan leid ik jullie naar de Grote Zaal waar jullie gesorteerd zullen worden. De afdelingen op deze school zijn van grootst belang. Je verblijftijd hier zal dat namelijk als je familie fungeren. Er zijn afdelingspunten te verdienen bij het behalen van triomf, maar lap je de regels aan je laars verlies je deze weer.' Het is een vrij kleine, gezette vrouw. Ze had haar armen kort gespreid ter verwelkomingsgroet, maar met het vervolgen van haar verhaal waren de handen in elkaar gevlochten en daar niet meer uit gekomen. Ook nu de vrouw zich omdraait, haar vuurrode gewaad achter zich aan wapperend, blijven de handen op hun plaats. Door de lange, brede mouwen die eroverheen vallen wordt het zicht aan de gouden ringen met rode steentjes ontnomen.
'Schiet op Jack!' Stephanie trekt ongeduldig aan Jacky's hand, die uit haar droom wordt geschud en snel de rest van de groep volgt. Weer moeten de eerstejaars wachten in een halletje tot de vrouw terug komt, maar wanneer ze dat doet, doet ze dat met een brede lach en een verwelkomend gebaar naar twee grote deuren die wijd open slaan. Het zicht was net al oogverblindend, maar nu zou je flauw kunnen vallen van de pracht en praal die je tegemoet schittert. Nieuwsgierige neuzen zijn allemaal in de richting van de groep eerstejaars gericht, maar dat weerhoudt hen er niet van met grote ogen en open gevallen mond rond te kijken. Het plafond is, na al die jaren, nog steeds iets dat de meeste aandacht trekt. Een enkeling wijst enthousiast naar boven en een korte kreet in de richting ergens aan de zijkant van de zaal doet alle hoofden, ook die van de ouderejaars, in de richting draaien. Een groep geesten zweeft elegant door de muur en ze lijken een ingewikkelde dans uit te voeren in hun weg richting de tafel waar ze zo te zien bij horen. 'Is dat niet Jammerende Jennie?' Stephanie wijst opzichtig richting een meisje met half lang haar en grote jampotglazen voor haar neus. Jacky trekt snel de hand van haar zus naar beneden, maar het kwaad is al gezien. Buiten een aantal eerstejaars heeft ook Jennie de wijzende vinger gezien. Haar glimlachende gezicht betrekt vrijwel meteen, ze verandert van richting en verdwijnt met een soort van plons door het dak.
'Goed dan, laten we beginnen met de sorteercermonie!'
De aandacht wordt direct van de geesten afgehaald en alle ogen schieten richting een oude, gerafelde stoel die op een krukje ligt. Een grote spleet verschijnt een paar centimeter boven de onderkant van de hoed en produceert een krakend, laag geluid.
Ik ben misschien wat sjofel
Maar dat is enkel buitenkant.
Niemand weet zo goed als ik,
Hoe het straks zit onder die rand,
Ik ben de sorteerhoed van de school,
Wat je in die bol verbergt,
Haal ik met gemak uit die kast,
Dus zet me op, dan zeg ik je,
In welke afdeling jij het best past.
Misschien hoor je bij Griffoendor,
Bekend om zijn dapperheid,
Ja ridderlijkheid en durf en lef,
Is wat Griffoendors onderscheidt.
Misschien hoor je bij Huffelpuf,
Hard werken past bij jou,
Huffelpuffers blinken uit door trouw,
En ook geduld dat is niet mis.
En bij het wijze Ravenklauw,
Vinden mensen met verstand,
Die geleerd en bij de pinken zijn,
Altijd wel een geestverwant.
Misschien voel je je pas werkelijk thuis,
Als je naam bij Zwadderich prijkt.
Die sluwe lui schuwen niets,
Als hun doel maar wordt bereikt.
Raak vooral niet in paniek,
Leg nu je trouw bij mij,
En dan roep ik luid,
Welke afdeling ik voor jou zei!
Er zijn nog geen reacties.