Foto bij 022

De droom van Lucy

Nee ik wil niet schreeuwde ik naar mijn oom en tante. Je moet zei mijn tante kwaad. Ik rende weg en hoorde iemand achter me aankomen. Ik begon harder te rennen. Ik draaide me om. Er was niemand. Ik stopte met rennen en keek goed om me heen. Waar was ik? Ik begon rustig vooruit te lopen. Ik wilde niet naar die kut school. Langzaam werd het donker. Ik ging zitten op de grond. Ik moest terug. Maar hoe kom ik terug? Ik voelde twee koude handen op mijn schouders. Ik draaide me om en keek naar een man in een zwart gewaad. Hij was kaal en had geen neus. Hij trok me overeind en sleepte me mee. Laat me los schreeuwde ik. Maar de man luisterde niet. Hij gooide me tegen en boom en richte een houten stokje op me. Ik verstijfde van angst. Ik knipperde met ogen en het volgende moment was alles zwart. Was ik dood? ik schrok wakker en zat gelijk recht op. Ik had het bloed heet en zweette behoorlijk. Ik stapte uit bed en liep naar de badkamer. Ik opende de deur zachtjes en sloot hem net zo zacht. Ik draaide de kraan open en waste mijn gezicht. Ik bekeek mezelf. Ik pakte mijn borstel en kamde mijn haren daarna deed ik ze in een staart. Ik deed de badkamer zachtjes open en sloot hem daarna weer. Ik liep op mijn tenen terug naar mijn bed en ging weer liggen. Ik probeerde te slapen maar ik deed geen oog meer dicht. Het werd langzaam licht. Ik stond op en kleede me aan. Ik liep naar de leerlingenkamer en plofte neer op de bank. Hee, lekker geslapen zei Hermelien die naast me was komen zitten. Niet zul je bedoelen zei ik. Waarom niet? Vroeg ze. Laat maar zei ik vlug. Ik moet gaan zei ik. Ik zie je later zei Hermelien. Later zei ik en stond op. Ik liep naar de deur en deed hem open. Op de gang waren bijna geen mensen die waren vast op zweinsveld. Ik liep naar een groot raam en ging zitten. Ik keek naar buiten en zag witte sneeuw. Het lag overal ik werd er gek van. Lucy hoorde ik een vaag bekende stem zagen. Ik draaide me om en zag een jongen staan. Het was kwast het slaafje van Draco. Wat moet je zei ik. Je kunt beter weg gaan want dat is Draco's plek en die komt zo zei hij. Dus... Zei ik. Ga weg zei hij. Waarom zou ik zei ik. Zooo wie hebben we daar zei Draco die aan was komen lopen. Lewin weg zei Korzel die naast kwast ging staan. Uhm........ nee zei ik. Korzel en kwast pakte me vast. Laat me los zei ik boos. Nu zat Draco op mijn plek en stond ik waar Draco net nog had gestaan. Ik liep rustig weg. Opeens begon ik te wankelen en viel neer. Ik legde mijn hand op mijn voorhoofd. Precies waar het litteken zat. Ik kreunde van de pijn. Ik voelde twee koude handen mijn gezicht pakken. Ik keek recht in de grijze ogen van Draco die me aanstaarde. Hij tilde me op en brachte me naar de ziekenzaal. Madam Plijster kwam bezorgd naar me toe rennen en wees Draco een bed waar hij me neer moest leggen. Ik zag hem weg lopen zonder om te kijken. Hoe kon een jongen zo kil zijn. Hij toonde geen enkele emotie. Hoe kon een jongen van steen zijn. Ik dacht na over mijn droom. Eigenlijk was het een nare herinnering van vroeger. Mijn tante zei dat die man me nooit meer zou aanraken of naar me zou kijken. Nu ik wist wie ik was wist ik dat mijn tante zich vergist had. Of had ze gelogen om mij te berschermen.

Reageer (1)

  • RachelMJ

    Probeer ook lees tekens te gebreuken dat maakt het lezen makkelijker. "Dat is handiger vind ik" zei ik
    maar veder goed geschreven

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen