Hoofdstuk 1.
Moonpaw werd wakker door het zwakke zonlicht dat het apprenticeshol binnenscheen. Windpaw en Crowpaw haar medeleerlingen sliepen nog. Moonpaw sloop zachtjes het hol uit zodat ze hen niet wakker zou maken.Moonpaw dacht nog even terug aan vannacht. Een prachtige nacht. Ze was leerling geworden die nacht. Oftewel Apprentice. Moonpaw trippelde de open plek op van het kamp en rekte zich daar uit. Het rotsoppelvlak dat de open plek bedekte was fris en koel. Hier en daar staken sprietjes gras tussen de rotsen vandaan. De kampwand bestone uit zorgvuldig maar toch ruig gevlochten braamtakken en bladeren. Dat bood verdediging tegen enige bedreiging. Moonpaws poten tintelden van opwinding. Haar eerste les. Dat was vandaag. Zonder het door te hebben begon het kamp te ontwaken. De eerste kittens begonnen buiten te spelen. De elders begonnen buiten hun hol met elkaar te klagen over hoe beter het vroeger toch was zonder al die nieuwe jonge katten en de Warriors begonnen al prooi te halen van de hoop verse prooi voor hun ontbijt. Moonpaw begon daar ook maar voorbeeld aan te nemen. Ze trippelde naar de hoop prooi die al schaarser begon te worden en koos een woelmuis uit. Met de woelmuis in haar mond trippelde ze naar het leerlingenhol om daar met de andere leerlingen te ontbijten. Windpaw had zich daar al gevestigd met een ekster. ''Laat Crowpaw nog maar even''. Fluisterde Windpaw. ''Als je hem wakker maakt is hij de hele dag zo chagereinig als een oude das.'' Moonpaw grinnikte en begon aan haar woelmuis. Tussen een paar happen door vroeg ze: ''Hoe oud ben jij?''. Windpaw at haar mond leeg en slikte. ''8 Manen, Ik ben al 2 manen Apprentice.En crowpaw is even oud als ik, Hij is mijn broer.'' Moonpaw knikte somber. ''Wat is er?'' Vroeg de zwart-witgevlekte kater. Moonpaw haalde haar schouders op. ''Nou... Ik heb geen famillie meer... Ze zeggen dat ik een eenling ben...'' Windpaw keek verwonderd op. ''Natuurlijk heb je famillie! De clan is jouw famillie!''. Moonpaw was nog niet erg overtuigd. Maar het gesprek werd beïndigd door Lionwind,Brownear en Firetail die aan kwamen stappen. ''De lessen gaan beginnen''. Kondigde Lionwind aan. ''Moonpaw kom je?''. Moonpaw schrokte snel de laatste restjes van de woelmuis op en volgde verwachtingsvol haar mentor. Lionwind en Moonpaw liepen zei aan zei het kamp uit. Buiten het kamp was het prachtig. Een reusachtige berg strekte zich voor hen uit en het eerste stuk van hun terrtorium was een prachtig dichtbegroeid loofbos. Lionwind sloeg plotseling linksaf en Moonpaw struikelde bijna over haar eigen poten om hem nog te volgen. Na een tijdje door het bos te hebben gerent kwamen ze aan bij een zandkuil. Langs die zandkuil stroomde een klein beekje. ''Hier trainen we de leerlingen op vechten''. Zei Lionwind plechtig. Moonpaw keek verwonderd de kuil rond. De kuil was mischien wel 5 staartlengtes diep. ''Volg me'' Beval Lionwind haar. Moonpaw volgde haar mentor gehoorzaam naar de andere kant van de kuil waar hij minder stijl afliep. Lionwind stapte langs kluiten gras naar beneden. Moonpaw volgde zijn voorbeeld, maar niet zonder stuntelen. ''Ik ga je de eerste technieken van het vechten leren, Val mij maar aan.'' Moonpaw wist zozeer niet wat ze moest doen. Moest ze hem aanvallen? Was het een test? ''Kom op, val me maar aan.'' Drong Lionwind aan. ''Oke..'' Murmelde Moonpaw. Moonpaw sprong van links naar rechts heen en weer om haar tegenstander in de war te maken, maar ze richtte zich op zijn borst. Toen sprong ze. Maar in plaats van haar mentor onver te gooien kwam ze met een plof in het zand terrecht. Lionwind was zonder dat ze het doorhad naar de andere kant gesprongen en hij trippelde nu weer naar zijn nieuwe leerling. ''Gaat het?'' Murmelde hij. Moonpaw spuugde wat zand uit en knikte hardnekkig van ja. ''Zal ik je uitleggen was je goed en fout deed?'' vroeg Lionwind. ''Dat zal wel moeten, Anders leer ik nooit iets.'' Zei Moonpaw. Lionwind kon een glimlach niet onderdrukken en begon: ''Je deed het ten eerste wel goed om me in de war proberen te maken door heen en weer te springen, Maar je hield je ogen op een punt gericht. Ik wist dat je me wou bespringen en ik kon me snel uit de voeten maken. Als ik een vijandige warrior was had ik je allang besprongen.'' Moonpaw knikte telleurgesteld. Lionwind vervolgde: ''Maar je deed het wel super voor de eerste keer! '' Moonpaw keek nu wat opgewekter. ''Probeer het nog maar eens.'' Zei Lionwind. Moonpaw sprong net als vorige keer heen en weer. Maar nu richtte ze zich niet op één punt maar bestudeerde ze zijn hele lichaam. Toen besprong ze hem, met ingetrokken nagels natuurlijk. Lionwind viel om en Moonpaw zou hem nu zo behoorlijk kunnen toetakelen, als ze vijandig was natuurlijk. Ze sprong van hem af en haalde haar staart sierlijk in de lucht. ''En, hoe deed ik het?'' Lionwind zei verwonderd: ''Moonpaw je deed het fantatisch, Ik kan maar één ding zeggen: Je bent een natuurtalent''.
Er zijn nog geen reacties.