2. Superior School
Het voertuig brengt ons naar een gigantisch domein waar een enorme school staat. Het gebouw is nog groter dan het presidentiële huis, wat al behoorlijk indrukwekkend is. Het heeft een oude stijl maar is super chic ingericht. Binnen is het een paradijs van houtsnijwerk en overal zijn glimmende vloeren en prachtig versierde muren. Het is gewoonweg adembenemend. Net als de omgeving, die strekt zich uit over een groot terrein met aan de voorkant enkel gras en vijvers met hier en daar een boom. Maar achter het gebouw strekt zich een groot bos uit waar geen einde aan lijkt te komen, hoewel er zich in de verte bergen bevinden. Ademloos staar ik naar de ingang die met twee openzwaaiende deuren je meteen in een grote inkomhal brengen. De ramen zijn voornamelijk glas-in-lood en de verschillende kleuren maken een mooi contrast met de glimmende marmeren vloer. Dit gebouw zou zo uit de twintigste eeuw kunnen komen, behalve dan voor de grote schermen aan de muren die informatie tonen over verschillende evenementen die nog gaan komen hier op school. Ik word meteen naar binnen geleid, maar er is verder niemand. We lopen tussen de twee brede houten trappen door naar een al even brede gang die verlicht wordt door enkele felle lampen. De gedachtelezer die voorheen naast me zat, heeft ons gelukkig verlaten. In zijn plaats is de magere kleine vrouw met ons mee aan het lopen naar een donkere dubbele deur aan het einde van de gang. Ze klopt aan en de deuren zwaaien automatisch open. Achter een donker houten bureau zit een lange vrouw met strak rood haar dat ze naar achteren heeft gekamd en op de een of andere manier zo blijft liggen. Ze glimlacht naar me zodra ik binnen kom, maar ik durf haar amper aan te kijken; haar oren zijn spits naar voren gedraaid als een kat en schrikken me een beetje af. “Welkom!” zegt ze duidelijk verheugd. Ze kijkt ons vriendelijk en verwachtingsvol aan, tot de man naast me, die blijkbaar Archen heet, zegt: “We hebben haar gevonden in het bos in de handen van Leon, maar we hebben haar voor ons kunnen winnen.” Snel doet hij een kort verslag over de gebeurtenissen, niet zonder mijn actie met de wolven te vergeten. Erg vrolijk is haar reactie als ze zich weer tot me wendt: “Dus je bent erg goed met dieren, ik had eerder verwacht dat je bang van ze zou zijn.” De kleine vrouw doet een stap naar voren. “We kunnen haar onmogelijk inschrijven in het normale lesprogramma, dat zal ze niet aankunnen, vrees ik.” Ik merk al snel dat de lange roodharige dame de directrice moet zijn van dit hele instituut en dat hier enkel de meest belangrijke en rijke superiorenjongeren huizen en les krijgen. Ze knikt instemmend. “Agatha, kun je me zeggen of ze iets nodig heeft? Dan kunnen wij dit intussen bespreken.” De kleine vrouw die dus Agatha heet, komt naar me toe en kijkt me diep in mijn ogen. Ik durf niet weg te kijken, hoe graag ik ook wil. “Enkel een bad en wat eten, lijkt me. En ook andere kleren, deze zien er niet uit.” Voor dat laatste heeft ze haar gave niet moeten gebruiken, dat kan ik zo ook wel zeggen. De directrice knikt nog een keer en stapt dan gracieus naar me toe. “Wat is je naam, meisje? Ik zou het gemakkelijk vinden om je te kunnen aanspreken met je naam.” Ineens staat Amelie daar. “Ze is erg stil, volgens mij gaat ze niets zeggen.” Ik denk niet dat het onaardig bedoeld is, maar zo klinkt het wel. Ik kijk hen aan terwijl Archen zijn dochter bij de arm pakt en tegen haar zegt in gedempte stem: “Kom Amelie, jij moet je hier niet mee bemoeien.” Teleurgesteld volgt ze haar vader naar buiten. Van zodra ze Agatha passeert, zie ik hun gelijkenissen; lang blond haar, een kleine neus en kleine ogen. Dus zij zijn haar ouders. Toch vind ik het vreemd dat ze überhaupt ouders heeft, maar dan hoor ik haar ‘mama’ zeggen tegen iemand compleet anders in de gang. Verward kijk ik ze na, maar dan vraagt de vrouw voor me mijn naam weer. Ik kijk haar aarzelend aan en zeg dan: “Rozen.” Ze glimlacht. “Rozen,” herhaalt ze. Ze stapt naar achteren en zet zich terug op haar stoel. “Rozen, ik heb gehoord van je moeder en je broer, hoe ze hebben moeten sterven. Ze schudt langzaam haar hoofd alsof ze echt met me meeleeft, maar dat doet ze toch niet. “Vanaf nu kun je hier wonen, hier zul je veilig zijn voor de rest van je korte leven.” Natuurlijk moet ze het er extra inwrijven. Ja, ik weet dat ik waarschijnlijk korter leef dan de meesten hier. Ik ontwijk gekwetst haar gezicht en voel dan Agatha’s hand op mijn arm. “Kom, ik fris je even op.” Ze begeleidt me de trappen op naar een grote badkamer aan het einde van een van de gangen. Daar laat ze een groot bad vollopen, wat niet meer dan een tiental seconden duurt, en begint dan allerlei zeepjes en andere dingen bij elkaar te zoeken. Ze komt terug met een paar grote handdoeken en een arm vol lekker ruikende dingen. Achter een scherm kleed ik me uit om vervolgens in het dampende bad te stappen. Ik laat het hete water mijn verkleumde botten verwarmen, maar kan me maar niet ontspannen. En hoe graag ik ook zou willen blijven liggen, zakt het waterpeil al na tien minuten weer en krijg ik een handdoek toegestoken. Langzaam droog ik me af terwijl ik de kamer wat beter bekijk. Hij is groot, groter dan welke badkamer ook die ik ooit heb gezien. Er staan ook zeer vreemde spullen in waarvan ik de naam niet ken. Als ik naar de jurk reik die Agatha voor me klaar heeft gelegd, zie ik dat ook deze jurk wit is. Hij is zijdezacht en valt in lange plooien perfect om mijn magere lichaam heen. Verbaasd draai ik me om en zie mezelf in een manshoge spiegel. Mijn haar is nat en door de war, maar mij ogen zijn helder blauw. Precies zoals ze zouden moeten zijn. Soms kunnen mijn ogen wel eens van kleur veranderen, dat ligt aan de lichtinval en hoe ik me voel vooral. Ik zie er zelfs mooi uit. Een beetje beschaamd kijk ik weg als ik ineens Agatha’s hand om mijn haar voel. “Kom, ik doe je haar,” zegt ze en begeleidt me naar een kapstoel in een hoek van de kamer. Ik laat me zakken op de verbazend zachte kruk en terwijl zij onmogelijk snel mijn haar kamt, bekijk ik haar gezicht. Toen ik haar voor het eerst zag, leek ze me eerder een strijdlustige vrouw. Maar nu ik zo naar haar kijk, doet ze me denken aan een moeder. Ik moet weer denken aan de gelijkenissen tussen haar en Amelie, maar ik weet dat dat ook gewoon toeval kan zijn. Als mijn haar knoopvrij is, kijkt ze me aan door de spiegel, bedenkend wat ze met het dikke blonde haar in haar handen moet doen. Dan glimlacht ze bij een ingeving en begint mijn haar volledig in te vlechten. Het resultaat is dan ook schitterend en weer staar ik verbazend naar mijn eigen spiegelbeeld. Thuis hebben we niet eens een spiegel en daar moet ik gewoon mijn haar op een staart doen. Ik krijg het nooit zo mooi gekamd, zelfs mijn moeder niet. “Helemaal klaar,” zegt Agatha tevreden. Ze geeft me witte sandalen aan met een klein zilver steentje bovenop het bandje. Ze passen me perfect, maar daar zal ik niet meer verbaasd over zijn. Ze zorgen er hier wel voor dat alles perfect past. Dan loopt ze zonder iets te zeggen de kamer uit, verwachtend dat ik haar volg. Snel loop ik achter haar aan, maar ze is veel sneller dan ik, dus moet ik bijna rennen. Ik volg haar naar beneden, maar het lijkt alsof we deze keer een heel andere weg hebben genomen om naar beneden te gaan. We komen hoe dan ook uit in het kantoor van de directrice. Op het naamplaatje op de deur zie ik ‘Mevr. Linea Larden’ staan. Wat een vreemde naam. Binnen valt het drukke gesprek ineens stil. Ik zie hoe de oude man met de grijze baard zich in een stoel laat zakken en even staat mijn hart stil. Het is de gedachtelezer weer. “Ja, je hebt gelijk.” Ik kijk op als hij ineens de stilte verbreekt en lacht dan in de richting van een jongeman in de hoek van de kamer. Blijkbaar is Archen ook weer terug gekomen, alleen kan ik geen beeld van zijn gave krijgen. Als enige in de kamer ziet hij er nog enigszins normaal uit. Amelie is nergens meer te bekennen en Agatha staat nog steeds naast me. Dan staat Linea op uit haar hoge stoel en schrik ik van haar lengte die me nog niet eerder is opgevallen. Ze is bijna twee koppen groter dan mij en moet zich voorover buigen om mij in mijn ogen te kijken. “Ik ga je een rondleiding geven rond het hele instituut, dan kun je al wat wennen en hoef je niet weer te verdwalen. Intussen zal ik je uitleggen waarom we jou hier zo graag willen hebben. Maar eerst; je kamer. Je zult hier een tijdje blijven, dus zul je daar slapen.” Ze is intussen al voorbij me gelopen en draait zich om naar Agatha. “Jij zorgt voor een goed uurrooster, ik ben terug over enkele uurtjes.” Agatha lijkt het bevel heel normaal te vinden, maar voor mij komt het over alsof ze een hond commandeert. Met een beklemmend gevoel loop ik achter haar aan, mij alweer haastend. Ik zal me hier echt aan moeten aanpassen, wil ik er wat bij horen. We lopen naar een trap aan het einde van een compleet andere gang die ik nog niet eens had zien liggen tussen al die andere gangen en deuren. Ook deze gang is breed en leidt naar een grote wenteltrap. Om de trap heen zijn overal ramen waardoor je naar buiten kan kijken. We bevinden ons aan de achterkant van het gebouw en het uitzicht op het plein beneden is prachtig. Voor het eerst zie ik andere superiors en ze zijn met een stuk of honderd op z’n minst. Hun leeftijden gaan van ongeveer vier jaar tot twintig en ze lijken zich goed te vermaken. Ik merk dat ik zit te treuzelen en dat Linea al lang boven is, dus haast ik me de trappen op en kom buiten adem boven aan. Ze moet lachen en loopt dan iets rustiger verder. We lopen helemaal naar de westkant van het gigantische gebouw terwijl ze me uitlegt dat dit gebouw hier al vijf eeuwen staat. Meer zelfs. Dus ik heb wel gelijk; twintigste eeuw. Ik kijk vol bewondering naar het versierende houtsnijwerk van de eeuwenoude lijsten rond de al even oude schilderijen en vraag me af hoeveel dit wel niet gekost moet hebben. Na een tijdje wandelen, komen we aan in een gang met om de vijf meter een identieke deur. Helemaal de laatste deur van de gang zwaait ze open en ik stap binnen in een van de chicste en meest rijkelijk versierde slaapkamer die ik ooit heb gezien. “Dit zal vanaf nu jou kamer zijn.”
Er zijn nog geen reacties.