Foto bij 5.

Zodra mijn ademhaling gekalmeerd was en ik mijn hart niet meer voelde bonken in mijn keel, opende ik mijn ogen.
‘Volgens mij weet iedereen hier aanwezig wie ik ben en wat ik allemaal gedaan heb.’ begon ik, en ik was blij dat mijn stem kalmer klonk dan ik me voelde.
‘Eerst en vooral wil ik me verontschuldigen voor alles wat ik gedaan heb. Ik heb niet alleen jullie vrienden en familie kwaad gedaan, maar ook vele anderen en ik heb er veel spijt van.’
Iedereen keek me wantrouwig aan, alsof ik ieder moment recht zou springen en een poging zou doen om aan te vallen. Misschien hoopte ze daar zelfs op. Voor het eerst hadden ze een gelegenheid om me te vermoorden, en die kans zouden ze niet laten schieten. Ik probeerde hun blikken te negeren en ging verder.
‘Maar ik ben hierheen gekomen om me bij jullie aan te sluiten. En samen met jullie wil ik proberen Krempel te verslaan.’
‘En waarom denk je in hemelsnaam dat wij ook maar één woord dat uit jouw mond komt zouden geloven?’ spotte de minister.
Ik richtte mijn blik op hem en koos mijn woorden met zorg, wetende dat het anders wel eens mijn laatste konden zijn. ‘Of jullie me geloven of niet zal jullie eigen keuze zijn. Ik vraag jullie alleen om een kans om mijn verhaal te vertellen. Wat jullie daarna ook beslissen…Ik zal me niet verzetten.’
Om deze woorden kracht bij te zetten haalde ik mijn toverstok tevoorschijn en legde hem voorzichtig, zonder onverwachtste bewegingen te maken, voor me op tafel. Traag duwde ik deze van me weg, zodat hij met een zacht geluid naar de andere kant van de tafel rolde. De gespannen sfeer bekoelde een beetje nu ik ongewapend was, en Anderling knikte toegeeflijk. ‘Wij zullen naar je verhaal luisteren voordat we beslissen over je lot. Maar als we je op één leugen betrappen, zal je daar spijt van krijgen.’
Ik knikte dankbaar en vouwde mijn handen in elkaar op de tafel. ‘Toen mijn vader, Krempel, het koninklijke paleis bestormde en alle aanwezigen vermoorde, namen we samen met de dooddoeners onze intrek in het paleis. Mijn hele leven was hij mijn grote voorbeeld. Ik keek naar hem op, hing aan zijn lippen als hij me iets vertelde en deed alles wat hij me vroeg: ik hield van hem. Of beter gezegd: ik aanbad hem. Ik was ervan overtuigd dat zijn beweegreden en daden correct waren en heb me er nooit vragen bij gesteld. Van kleins af heeft hij me opgeleid. Leerde hij me magie die jullie hier pas aan laatstejaars geven en toen ik pas tien was merkte ik dat ik sterker was dan een doorsnee tovenaar, ik was sterker dan al zijn volwassen volgelingen. Mijn onschuldige, jonge uiterlijk sprak in mijn voordeel. Al snel stuurde Krempel me op allerlei speciale missies en toen de tijd vorderde, zag iedereen mij als zijn rechterhand.’
‘We zijn niet hierheen gekomen om jou die vuile dictator de hemel in te horen prijzen.’ snoof de minister veracht.
Ik knikte voorzichtig. ‘Hoelang heb ik geslapen?’
‘Twee dagen en nachten, het is vandaag de 15de.’ mompelde Albus.
‘Oke, exact een week geleden dan, op mijn zestiende verjaardag, was ik een beetje op mezelf aan het experimenteren met spreuken die Krempel niet belangrijk vond, dingen die ik zelf wilde leren. Zo probeerde ik ook een patronus op te roepen. Al na mijn tweede poging lukte dit. Het was een prachtige, witte tijger. Deze patronus veranderde echter mijn leven.’
Ik nam even de tijd om na te denken hoe ik verder zou gaan. Hoe kon ik hen in hemelsnaam uitleggen hoe het voelde om bevrijd te zijn?
‘Vanaf het moment dat hij verscheen, voelde ik me bevrijd. Alsof ik jaren had gedroomd en nu pas écht wakker werd. Alsof ik wakker werd uit een nachtmerrie die jarenlang had geduurd. Voor het eerst in mijn hele leven besefte ik écht wat er gaande was, wat voor kwaad ik had aangericht en ik werd overvallen door schuldgevoel. Het verteerde me. Ik wilde daar weg, vluchten voor mijn verleden en de verschrikkelijke dingen die ik had gedaan. Ik kon niet langer aanzien hoe mijn vader en de dooddoeners onschuldige mensen martelden en dood en verderf achterlieten op hun pad, waar ze ook gaan.
Maar ik kon niet weg, ik was omringt door dooddoeners die ik tot toen had aangezien als mijn familie en mijn vader zou me nooit zomaar laten gaan. Dus deed ik alsof er niets aan de hand was en probeerde normaal te doen, angstvallig mijn kans om te ontsnappen afwachtend.’
De sceptische blikken van mijn toeschouwers maakten me weer nerveus. Zouden ze me ooit geloven?
‘Ondertussen brak ik mijn hoofd over het waarom. Waarom dacht ik er ineens zo anders over? Waarom had het schuldgevoel me niet eerder verteerd? Waarom had ik nooit ingezien hoe slecht mijn vader was, hoe slecht ìk was? Twee dagen na mijn verjaardag hoorde ik mijn vader tegen Melvin, zijn trouwste volgeling praten. Ik had al snel door dat het over mij ging en luisterde aandachtig. Het was puur toeval en geluk dat ik net op dat moment aanwezig was, anders had ik het misschien nooit geweten.’
Ik stopte even om op adem te komen en probeerde de herinnering aan die avond te verdringen. Tevergeefs.

Lachend rende ik zo snel ik kon over het veld. Zijn prachtige lach vulde mijn oren en zoals ik verwachtte had hij me al snel ingehaald. Zijn armen sloten zich om mijn middel en mijn lichaam zweefde door de lucht toen hij me moeiteloos ophief en in het rond draaide. Even draaide de wereld voor mijn ogen toen mijn voeten de grond weer raakten. Maar zijn armen om mijn middel, zijn lichaam tegen mijn rug en zijn lippen die voorzichtig mijn blote schouder raakte hielden me veilig op zijn plek. Voor het eerst sinds mijn verjaardag voelde ik me weer veilig. Hoe ik me ook voelde over mijn vader, mijn gevoelens voor hem waren niet veranderd.
‘Ik hou van je.’ prevelde hij tegen mijn huid. Het kietelde.
‘Ik hou ook van jou.’ zuchtte ik. Hoe kon ik hem ooit achterlaten? Hoe kon ik in hemelsnaam zomaar vertrekken, zonder hem te vertellen waarom?
‘Wat is er?’ vroeg hij bezorgd.
‘Niets.’ Ik schudde zijn armen van me af en liep bij hem vandaan. Zou hij me ooit vergeven als ik vertrok?
‘Je hebt nooit tegen me kunnen liegen.’
Ik negeerde hem en liep stug door. Het was niet eerlijk van me om hem in de waan te laten dat alles in orde was voordat ik vertrok. Maar ik kon hem ook niet de waarheid vertellen. Hoeveel ik ook van hem hield, hij was en bleef een dooddoener. Trouw aan mijn vader.
‘Ik ga me verkleden.’ melde ik.
‘Maar je vader had iedereen bevolen weg te blijven van het paleis. Hij is in vergadering.’ wierp Sylver tegen.
Ik haalde mijn schouders op en liep verder, hem achter latend. Ik doorkruiste het verdorde, troosteloze middenplein en liep naar binnen. De luid stem van Krempel weergalmde door de gang. Mijn naam viel en geschrokken bleef ik staan. Had mijn vader gemerkt dat ik veranderd was? Had ik ergens toch niet goed opgelet? Zo geruisloos mogelijk sloop ik richting de vergaderzaal en legde mijn oor tegen de muur.
‘Ik snap nog steeds niet waarom u haar niet gewoon meestuurt naar Azkaban, als de missie toch zo belangrijk is. Met haar erbij zou er geen enkele kans op falen zijn.’ zei Melvin.
Mijn vader zuchtte vermoeid en ik hoorde het schuiven van stoelen. ‘Jij bent mijn trouwste volgeling, Melvin. Je hebt nooit aan mijn orders getwijfeld en hebt altijd aan mijn zijde gestaan. Als beloning zal ik je de waarheid over Haily vertellen. Maar alleen als je zweert dat geheim met je mee te nemen in je graf.’ zei hij.
‘Natuurlijk, heer! Ik ben vereerd.’ Wat was hij toch een slijmbal.
‘Haily is niet mijn dochter.’
Geschrokken hapte ik naar adem. Hoezo was ik zijn dochter niet? Hoe had hij daar in hemelsnaam over kunnen liegen?
‘Toen ik haar vond, was ze nog amper een baby. Hoewel ik in mijn leven zoveel mensen gemarteld en vermoord heb, kon ik het niet over mijn hart krijgen haar het leven te ontnemen. Ze was krachtig, dat besefte ik toen al. En ik besloot haar op te voeden als mijn eigen dochter om haar krachten in mijn voordeel te gebruiken. Maar ze was te eerlijk, te puur. Hoewel haar krachten me goed van pas kwamen, wilde ik absoluut niet dat deze tegen me zouden kunnen worden gebruikt. Want als ik eerlijk ben vrees ik dat zij wel eens de enige zou kunnen zijn die me op dit moment nog zou kunnen verslaan. Daarom sprak ik een belbezwering over haar uit. Hierdoor begrijpt ze me en zou ze me overal volgen.’
Tranen welde op in mijn ogen en liepen geruisloos over mijn wangen. Hij had me betoverd! Hij had me mijn vrije wil afgenomen! Hoe kon hij me dit aandoen?
‘Heel slim van u. Uw plan heeft duidelijk gewerkt. Maar ik ben bang dat ik nog steeds niet snap wat dat te maken heeft met de missie naar azkaban.’ zei Melvin.
‘Omdat iedere spreuk, maakt niet uit hoe krachtig, een zwakke plek heeft. Bij een belbezwering is dat een manifestatie van pure, positieve energie. Een patronus bijvoorbeeld. Door de dementors in azkaban is het onvermijdelijk dat een patronus opgeroepen word, en dat kan ik helaas niet riskeren.’
Eindelijk begreep ik het.
Waarom ik nooit geleerd had een patronus op te roepen, terwijl dit toch een belangrijk staaltje magie was. Waarom hij me nooit op missie stuurde naar azkaban.
Ik balde mijn vuisten om het niet uit te schreeuwen en liep snel weg. Ik had genoeg gehoord.

Reageer (5)

  • Senermes

    Heel mooi geschreven, en spannend.
    Ben benieuwd hoe het verder gaat, en ook wel de herinnering die ze had terwijl ze de patronus opriep haha stom dat ik over zoiets weer moet nadenken...

    1 decennium geleden
  • Lisa2000

    Love your story. Snel verder

    1 decennium geleden
  • EASE

    Nice!

    1 decennium geleden
  • magiclove

    snel verder!

    1 decennium geleden
  • Lypophrenia

    Snel verder!!
    Le me really loves this story!

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen