33.
Een paar seconden lang blijf ik verbijsterd staan, starend naar de pikzwarte ogen van de beer. Ik wil wegkijken, maar tegelijkertijd wil ik zien wat hij gaat doen. Het is zeker een loze gedachte om te hopen dat hij ons niet opmerkt? Achter de beer komen er nog meer van zijn soortgenoten staan. Dezelfde onmenselijke lengte. Hetzelfde donkere vacht. Dezelfde scherpe klauwen en dezelfde kwade blik. Ook al heb ik nog nooit in het echt een beer gezien, ik weet wel dat deze gemanipuleerd zijn door het Capitool. Welke beren zijn er anders zo lang en kunnen met elkaar communiceren alsof ze gebarentaal kunnen?
'Annie?' klinkt Brianna's stem behoedzaam, bang om de aandacht op zich te vestigen. Toch trilt haar stem niet zoals mijn stem altijd doet wanneer ik bang ben.
Voor een paar seconden was ik vergeten dat zij hier nog steeds naast mij staat. Mijn eerste ingeving is om heel hard weg te rennen, maar wie zegt dat de beren ons niet in kunnen halen. Maar vechten is ook geen optie, ze zijn met veel te veel Mijn drietand trilt in mijn handen. Voorzichtig veeg ik wat zweet van mijn handen aan mijn broek. Ondertussen probeer ik om vooral geen oogcontact met één van de beren te krijgen.
'We rennen op drie, oké?' sis ik naar Brianna, terwijl ik al om me heen kijk om een richting uit te zoeken.
Brianna knikt een beetje teleurgesteld. Ze kijkt nog vertwijfeld naar het mes in haar handen, maar besluit dat dan ze de messen toch beter voor een andere situatie kan gebruiken en kijkt me dan verwachtingsvol aan. Langzaam doe ik al een paar stappen achteruit, bij de beren vandaan. De mutilanten kijken me net zo verwachtingsvol aan als Brianna, alsof ze op een teken wachten.
'Een. Twee. Drie.'
Op hetzelfde moment beginnen we te rennen, zo hard als we kunnen. Het was mijn bedoeling dat we zo min mogelijk geluid zouden maken, zodat de beren het niet door zouden hebben, maar dat is al mislukt. De mutilanten rennen als een mechanisme achter ons aan, klaar om ons te vermoorden. Ik zou niet verbaasd moeten zijn dat ik mutilanten zou tegen kunnen komen, het blijven tenslotte de Spelen, maar toch had ik niet gedacht dat ze nu al zouden komen. En ik had al helemaal niet verwacht dat ze ooit achter mij aan zouden rennen.
De rugzak bonkt op mijn rug en ook de drietand is niet fijn om mee te rennen. Maar ik ben vastbesloten om niets achter te laten en gewoon door te zetten. Zonder de drietand of de inhoud van mijn rugzak ben ik niets, dus sleep ik het moeizaam met me mee. Ook Brianna heeft het moeilijk, al hoeft zij geen rugzak mee te slepen. Takken slaan in mijn gezicht en een paar keer knal ik tegen een boom aan. Pas op het allerlaatste moment spring ik over een omgevallen boomstam heen. Ik begin uitgeput te raken en al mijn spieren doen pijn.
Maar de beren zijn snel en beginnen hun kleine achterstand in te halen. De afstand tussen mij en de beren wordt steeds kleiner en een paar keer heb ik het gevoel dat hun klauwen me kunnen raken. Gefrustreerd begin ik te gillen en doe ik alle moeite om door te blijven gaan. Maar ik weet dat ik dit niet ga overleven als er niet snel iets verandert. De mutilanten worden nooit moe, maar ik zal op een gegeven moment moeten stoppen. Als de beren me niet eerder te pakken gekregen hebben.
Brianna vloekt een paar keer hartgrondig als haar haar aan een tak blijft haken. Een van de beren komt gevaarlijk dichtbij, maar ze weet een mes in zijn oog te gooien en kan net op tijd los komen. Een hele voorraad van scheldwoorden komt uit haar mond, waarvan ik nooit heb geweten dat ze bestaan. Waarschijnlijk iets wat mensen in district 6 zeggen of zo.
'Kunnen beren eigenlijk in bomen klimmen?' schreeuw ik naar Brianna, zonder op haar gevloek te letten.
Een boom zou misschien onze laatste redding kunnen zijn. Niet dat ik zo'n ster ben in bomen klimmen, maar ik doe alles om maar te kunnen stoppen met rennen en om die beren kwijt te raken. Alles.
'Weet ik veel.' is Brianna's antwoord. 'Heb ik ooit gezegd dat ik iets van gemuteerde beren weet?'
'We proberen het maar gewoon.'
Al rennend probeer ik naar de tak van de dichtstbijzijnde boom te springen. Brianna is net wat sneller dan ik en zij is al een tak boven me.
'Schiet op.' gil ik hysterisch.
De mutilanten staan al onder onze boom en ik probeer verwoed mijn benen op te trekken. Ik hang alleen maar aan mijn rechterarm, in mijn linkerarm heb ik nog steeds de drietand, en het lukt me niet om naar een andere tak te komen. Gefrustreerd schop ik naar de beren, die brullend naar mijn lichaam graaien. Ik gil net zo hard als het gebrul van de beren, wanneer een paar klauwen over mijn been schraapt. De tranen rollen over mijn wangen en de grip van mijn hand wordt steeds minder. Dit ga ik niet lang meer volhouden.
Reageer (2)
Je kunt het, Annie!
1 decennium geledenOh gosh, Annie...
1 decennium geledenMaar ik schrok me dood toen ik dat stukje van het plaatje in de bios zag. Ik schrok zo erg dat zelfs mijn vriendin naast me schrok, maar dan van mij