5. More like me
Ik was helemaal niet bezorgd toen ik mijn lichaam zo zag liggen, onthoofd in een rijtuig gesmeten. Wel was het even wennen om weer dood te zijn. Niet dat dit de eerste keer was. Dit was al de zevenennegentigste keer dat ik dood was gegaan, en al die keren ben ik terug tot leven gekomen. Je moet weten; mijn lichaam is altijd al dood geweest en mijn geest is zo sterk dat ik het keer op keer kan verlaten en er terug in kon springen. Ik kon zelfs mijn lichaam helen vanuit deze positie, ook zonder hoofd. Ze brachten me naar een oud uitziend huis ergens net buiten de stad, aan de andere kant van waar ik vandaan kwam. “Hij gaat hier niet blij mee zijn,” zei Brock op een zangerige toon en glimlachte. Maar Thomas was nog steeds niet in een iets betere bui en gaf hem een stamp in zijn zij. Aangekomen droeg hij mijn lichaam naar binnen terwijl Brock mijn hoofd zo ver van zijn lichaam hield als mogelijk. Het zag er best grappig uit en als mijn lichaam niet onthoofd was, had ik best graag zo in Thomas’ armen willen liggen. “Hé Neo!” riep hij zodra ze binnen kwamen. Toen een klein gastje van ongeveer tien jaar naar beneden kwam, staken nog meer nieuwsgierige mensen hun hoofden om de hoek. Ze zagen mijn lichaam en keken verbaasd, maar niemand zei iets. “Hoe denk je haar te ondervragen zonder hoofd, Thomas?” De kleine jongen vloog ineens uit tegen hem, terwijl hij ongeveer twee keer zo groot was. En geen van beiden leken geïmponeerd. “Ik had je nog zo gezegd, ik wil haar levend. En wat breng je me? Haar hoofd en dan de rest! Hoe dom…” Hij schudde zijn hoofd. “Niemand, relax. Je weet wie dode mensen kan ondervragen,” probeerde iemand die net uit een kamer kwam lopen. Toen begreep ik het ineens: Thomas werkte voor Niemand, Neo. Niemand was een persoon. Als ik kon, had ik nu in een deuk gelegen, gegarandeerd. Ineens klonk er een kwade stem vanachter een van de deuren. “Haal dat lichaam hier weg! Dat zwarte spul verpest heel mijn tapijt. En wie denk je dat het allemaal weer mag opkuisen? Dat doe je maar mooi zelf, hoor! Allez, naar de kelder met dat ding en laat ik het hier nooit meer zien!” Een jong meisje van ongeveer twaalf jaar kwam met een bezem de gang in en veegde iedereen eruit. Lachend liepen ze naar beneden en dropten daar hun buit. Ze lieten me ook weer snel achter. Thomas kreeg de opdracht om iemand te bellen die blijkbaar met de doden kon spreken en Brock moest het tapijt schoonmaken. Ik keek geamuseerd toe, maar besefte toen ineens dat die persoon – wie het ook mocht zijn – misschien wel eens te weten zou komen dat ik niet echt helemaal dood was. Ik besloot om dat maar even af te wachten. Toen ze even later met vier man in een mooi ingerichte salon zaten, bleek dat de vrouw die dus met de doden kon praten, al zeker zeventig jaar oud was. Ze legde haar handen op die van Thomas om zich te verbinden met mij en sloot haar ogen. Er gebeurde niets. Toen opende ze haar ogen en keek ze me recht in de ogen. Ze kon me dus zien. “Ik zie haar…” Ineens werd ze heel bang en liet ze Thomas’ handen los. “Ze is zo, zo…” Ze kon niet uit haar woorden komen. “Wat, wat is ze?” ze schudde haar hoofd. “Dood. Ze is dood.” Met een vermoeide zucht ging Neo achteruit in de stoel zitten. “Dat weten we al, vertel ons iets dat we nog niet weten,” zei hij. Ze fluisterde iets in een andere taal en stond toen op. “Nee, ik doe het niet meer. Als ik haar zie, zie ik haar keel doorgesneden en haar dode gezicht en, en…” Ze schudde haar hoofd weer, deed haar handen voor haar ogen en rende huilend weg. “Jouw schuld,” zei Neo meteen. “Wat?” Thomas voelde zich duidelijk beledigd. “Laat ook maar. Als jij je wat beter ingehouden had, leefde ze nu nog. Maar ze heeft haar duidelijk gezien, misschien is ze hier. Misschien wil ze wel praten. Je weet wel, dat ene spel dat iedereen speelt op Halloween…” Ja, hier ging ik dus niet aan meedoen. Ik ging terug naar mijn lichaam en concentreerde me diep. Ik zag hoe ik de kamer verlichtte en langzaam kwam mijn hoofd vast op mijn lichaam te zitten. Toen ik mijn ogen open deed en weer normaal hoorde en zag, merkte ik ook dat ik volledig geheeld was. Perfect, ik werkte dus nog. Snel liep ik geruisloos de kelder uit, op zoek naar de vrouw en dochter van Topkins. Het was moeilijk om hen te vinden; ze zaten in een kamer op de derde verdieping, dus moest ik heel voorzichtig zijn zodat ze me niet hoorden. Ze keken bang op toen ik de deur open deed. “Sst, ik kom jullie hieruit halen,” zei ik zachtjes. “Ben jij ook een van hen?” vroeg de vrouw zachtjes. “Ja, nee. Ik bedoel, niet iedereen staat aan dezelfde kant. Ik ben hier om jullie thuis te brengen.” Ze knikte. Ineens hoorde ik snel naderende voetstappen en moest ik een keuze maken. “Jullie moeten hier blijven, maar ik beloof dat ik terug kom. Ze zullen jullie niets aandoen.” Toen opende ik het raam en zette me zo hard mogelijk af op de rand van de vensterbank. Ik hoorde hoe het raam gehaast gesloten werd. Zachtjes landde ik op het dikke gazon en liep rond het huis, nog niet van plan te vertrekken. Ze waren al gestopt met het proberen met mij te praten en zaten nu ruzie te maken over wat ze nu gingen doen. Eigenlijk leken ze nog redelijk, maar ze waren gewoon zo dom en jong. Toen kwam iemand in de kamer. “Niemand, die twee moeten best wat eten hebben. Wat zal ik ze geven?” vroeg een jonge gast die ik al eerder had gezien. “Maakt niet uit, vraag het hen zelf maar.” Blijkbaar wilde Niemand hen zo snel mogelijk terug uit de kamer en wilde hij verder ruziën met Thomas. Iedereen leek hen verder te negeren en de rest volgde de jongeman naar de keuken; ze waren hongerig geworden. Ik wist wel waarom ze Topkins probeerden te lokken met zijn vrouw en dochter; hij wist van de getransformeerden en dat was eigenlijk een geheim. Maar nu ik hem had gezegd dat ik hen ging halen, zou hij natuurlijk niet komen. Toen besefte ik ineens iets anders; wat als hij wel getransformeerd was en het gewoon geheim hield? Op zich was daar niets mis mee, maar dan moest je niet liegen tegen andere getransformeerden. Ik had zoiets al eens meegemaakt, dus het was best mogelijk. Ik besloot het uit te zoeken en liep naar een achterdeur in het huis. Eenmaal binnen verstopte ik me in de schaduwen en vermeed opzettelijk de keuken en de derde verdieping. Op de tweede verdieping vond ik iets wat op een archief leef; de grijze muren van de inloopkast en de archiefkasten bevestigden dat. Ik probeerde snel en efficiënt te zoeken, maar degene die dit had geordend, was een slechte secretaris. Ik gromde binnensmonds en groef me een weg door de papieren. Ah, eindelijk. George Topkins. Ik bekeek het papier en zag dat er maar heel weinig over hem genoteerd was. Maar er was maar een ding dat ik moest weten: Beëindigd. Hij was dus wel geïnjecteerd, maar hij zei van niet. Verder was hij inderdaad ontsnapt en voor de rest hadden ze geen aantekeningen meer. De leugenaar! Maar ik wist genoeg, ik moest nu enkel nog zijn gave te weten komen en daar kon ik de gegijzelde vrouwen wel voor gebruiken. Maar voor ik dat deed, besloot ik nog wat op te zoeken over Thomas en alle anderen die ik had ontmoet in de laatste paar dagen.
Thomas Evert: Geboren op: 17 november 1826
Toegekomen op: 26 januari 1845
Getransformeerd op: 01 februari 1845 (Beëindigd)
Notities: Hij is een zeer arrogante jongeman die zeer moeilijk in toom te houden is. Zijn gave is zeer moeilijk te bepalen omdat hij zo verscheiden is. Hij heeft een uitzonderlijke kracht en reactievermogen. Hij kan ook zeer snel denken en erg origineel uit de hoek komen met de vreemdste ideeën. Een zeer interessante jongeman, maar ik vrees dat hij soms niet te stoppen is. Toen hij Henry vermoorde zoals verwacht, moesten we hem elektrocuteren om hem onder controle te houden. Verder maakt opsluiting hem blijkbaar gek en rent hij het liefst rond.
Neo, Niemand: Geboren op: 25 juni 1836
Toegekomen op: 15 oktober 1845
Getransformeerd op: 27 oktober 1845 (Beëindigd)
Notities: Een interessante jongen. Hij leert snel bij en lijkt mentaal ouder te worden met de dag, terwijl hij toch niet groeit. Hij is geniaal en uit een IQ-test blijkt hij een IQ te hebben van meer dan 180! Hij heeft in de laatste twee dagen drie talen leren spreken en volgens mij kan hij de gedachten van mensen lezen door hen aan te raken. Hij heeft als enige zijn createur niet vermoord tot onze grote verbazing en is ook heel stil. We zien veel verandering bij hem sinds hij transformeerde.
Brock Johanson: Geboren op: 23 september 1815
Toegekomen op: 21 oktober 1845
Getransformeerd op: 26 oktober 1845 (Beëindigd)
Notities: Deze man is erg vreemd in zijn manier van doen: hij lijkt maar niet aan de omgeving te wennen en volgens mij ziet hij dingen. Ik hoor hem soms ook spreken alsof hij het tegen dieren heeft, maar dan zie ik helemaal niets. Hij spreekt gewoon tegen de muur. Ik ben bang dat hij gek aan het worden is en hij niet transformeert. Is dat eigenlijk wel mogelijk?
Verder waren er nog een meisje dat zich tijdelijk kon veranderen in een kat, een jongen die kon leviteren en een andere jongen die van kleur kon veranderen. Vreemde gaven hadden die, zeg. Maar ze waren altijd wel ergens handig voor. Maar ze leken allemaal niets vergeleken met de mijne. Ik zorgde ervoor dat het blad van George Topkins in mijn zak zat en ik verliet de kamer. Terug naar de kelder.
Er zijn nog geen reacties.