The final battle, een andere kijk... - Anna Wemel & Fred Wemel
Drie opties:
1. Een Fantasy (Liefdes) One Shot
2. Een LOTR Faramir (En mij) One Shot
3. Over Fred Weasley en mij (Hehe)
Het is zover. De hele Orde van de Feniks is opgeroepen. We gaan Zweinstein verdedigen. Nu ja, we gaan dat proberen.
Als je de boeken hebt gelezen weet je vast al hoe het gaat. Of dat denk je toch...
Er is ook een deel dat je niet kent. Een deel dat niemand kent.
Maar sta me toe om te beginnen bij het begin.
Ik ben Anna. Een achternaam? Dat is niet belangrijk. Noem me maar gewoon Anna.
Al een paar jaar werk ik voor Fred en George.
Het lijkt erop dat niemand hen uit elkaar kan halen maar ik kan het wel. Gewoon als ik naar hen kijk, ik zie het.
Maar misschien ligt dat wel aan het feit dat mijn hart aan de helft van de tweeling toebehoort.
Ja, ik ben verliefd. Verliefd op Fred Wemel. Ik kan niet meer zonder hem.
Oké, ik dwaal af. Ik werk dus al een paar jaar voor Fred en George.
Wanneer zij er niet zijn hou ik de winkel open. Maar niet vandaag. Vandaag is de winkel gesloten.
Iedereen moet helpen op Zweinstein.
Ik vind het maar niets maar begrijp wel dat het moet gebeuren.
De vernietiging van Zweinstein is meer dan een vernietiging van een school.
En dan hebben we het nog niet eens over Harry Potter gehad...
Goed, nu jullie weten wie ik ben kan ik verder met mijn verhaal.
Ik kan jullie vertellen waarom ik doe wat ik doe. Hoe wanhopig het ook lijkt.
Hoe hard we ook ons best doen we weten allemaal dat er slachtoffers zullen vallen.
Even naar George kijken is al genoeg. Oké, het is maar een oor maar toch... Het is een duidelijk signaal dat er met de vijand niet te spotten valt.
En dat beseffen we allemaal...
De posities worden verdeeld. Ik heb het nooit gezegd maar iedereen weet van mijn liefde voor Fred.
'Ik denk dat Anna best bij jou blijft.' Zegt Harry. Fred knikt en trekt me wat dichter tegen hem aan.
'Waarom?' Vraag ik zacht. Niet dat ik het erg vind maar ik wil toch de reden weten. 'Omdat jullie anders allebei afgeleid zijn.' Zegt Hermelien met een glimlach.
Ik voel hoe ik begin te blozen. Nog voor ik iets kan doen voel ik de woorden uit mijn mond glippen. 'Allebei?' 'Ja, allebei.' Zegt Fred en drukt zijn lippen op mijn haren.
Een glimlach verschijnt op mijn gezicht. 'Percy gaat met jullie mee.' Zegt Harry, Fred en ik knikken. De rest van de verdeling hoor ik niet meer. Hoe het vandaag ook afloopt, ik weet nu dat Fred mij ook belangrijk vindt.
'Kom duifjes. Tijd om te vertrekken.' Zegt Percy zacht en toch streng. Zonder tegen te spreken volgen we hem.
Het is een lelijk gevecht. Lelijker dan ik ooit had verwacht. Daar sta ik dan. Te vechten, zij aan zij met twee broers. Even lijkt de rust terug te keren.
'Ga maar.' Hoor ik Percy fluisteren. Nog voor ik iets kan vragen komt Fred naar me toe. 'Kom je even mee?' Totaal verrast knik ik en volg Fred naar een rustig hoekje.
'We weten niet hoe het vandaag gaat eindigen.' Zegt hij veel te serieus. 'Nee, maar het komt vast allemaal goed.' Zeg ik, Fred glimlacht. 'Altijd positief.' 'Jij ook.' Zeg ik om hem aan zichzelf te herinneren. 'Ja, maar nu even niet.' Zegt hij zacht. 'Waarom niet?' Vraag ik een beetje bang. 'Omdat ik zeker wil zijn dat ik je dit kan zeggen.'
Even blijft het stil. Ik weet niet wat ik moet zeggen en al helemaal niet wat ik moet verwachten. 'Anna, je...' Fred zwijgt opnieuw, ik wil hem vragen wat hij wilt zeggen maar hij legt een vinger op mijn lippen. 'Anna, je bent echt heel belangrijk voor mij. Meer nog. Ik hou van jou.' Al het bloed stijgt naar mijn wangen en ik kan niets meer zeggen. 'Sorry.' Zegt Fred zacht. 'Ik had het niet moeten zeggen.' Ik onderbreek hem. 'Ben je gek?' Verbaasd kijkt Fred me aan. 'Weet je hoe lang ik jou dat al probeer te vertellen?' Een glimlach schuift over Fred's gezicht. 'Dat is alles wat ik moest weten.'
Fred's hand verdwijnt onder mijn haren en blijft rusten in mijn nek. Zacht trekt hij me dichterbij waarop ik mijn ogen sluit. Ik voel hoe Fred dichterbij komt.
Zijn lippen raken de mijne en ik verlies alle controle over mezelf. Ik leg mijn armen rond zijn nek en kus hem passioneel terug.
Toen wist ik niet waarom, nu heb ik het gevoel dat mijn instinct het toen al wist.
Na onze kus gaan we terug naar Percy. Het lijkt wel alsof ik in een andere wereld loop. Een wereld waar geen plaats is voor vechten. Het voelt zo zalig.
Fred en ik gaan terug naast Percy staan. Ik bedank Percy snel, het is tenslotte dankzij hem dat Fred tijd had om het mij te vertellen. We zijn nog niet lang terug of Percy maakt een grapje. Verbaasd kijk ik hem aan. Percy? Die een grapje maakt? In de verte hoor ik Fred een antwoord geven. En dan stort de wereld in. Nee, niet de wereld. Mijn wereld. Een helse ontploffing schiet ons uit elkaar. Wanneer we elkaar terugvinden staan alleen Percy en ik nog recht. Fred ligt roerloos op de grond...
Gillend en schreeuwend ren ik naar hem toe. Niet nu! Ik kan hem niet nu verliezen! Percy probeert me te troosten maar geeft het al snel op. Waarom? We waren net gelukkig. Waarom? Nog één keer kijk ik naar Fred's gezicht. Hij lacht, dat zie ik nu. Hij lacht om de mop die zijn broer maakt. Gelukkig, in zijn laatste moment doet hij het enige dat hij niet kon missen in zijn leven. Bruusk veeg ik mijn tranen weg en begin te wandelen. 'Waar ga je heen?' Roept Percy maar ik antwoord niet. Ik hoor hoe hij me volgt. Hij volgt me tot hij beseft wat ik van plan ben.
Boven, helemaal in het topje van Zweinstein hou ik halt. Mijn toverstok, mijn cape, alle dingen die belangrijk voor me zijn leg ik naast me neer. 'Ik kom eraan.' Fluister ik.
Zonder na te denken ga ik op de rand staan. Ik hou mijn adem in en spring. Ik spring, de dood tegemoet.
Natuurlijk kon dit niet in de boeken staan. Het was een daad van egoïsme. Dat geef ik toe. Maar ik moest het doen, ik kon niet anders. Rouwen met de hele familie? Nee, dat kon ik echt niet aan. Dus verdween ik. Niet alleen uit die scene maar uit de hele boeken. Niemand kent mijn verhaal. Tot nu, nu kennen jullie het wel. En het beste? Weet je wat het beste is? Mijn verhaal eindigt hier niet...
Ik open mijn ogen en zucht. Is het mislukt? Nee, dat kan toch niet. Na dit kan ik niemand nog aankijken. 'Anna?' Die stem! Die stem komt me zo bekend voor. Voorzichtig en extreem op mijn hoede open ik mijn ogen. 'Anna?' Met tranen in mijn ogen knik ik. Fred strekt zijn hand naar me uit en helpt me opstaan. 'Wat heb je gedaan?' Ik zucht. 'Ik kan en wil niet zonder jou leven. Het spijt me.' Zeg ik zacht. 'Ik keur het niet goed.' Zegt Fred. Een steek gaat door mijn hart. 'Maar in jouw plaats had ik waarschijnlijk net hetzelfde gedaan.' Een traan rolt over mijn wang, Fred streelt ze weg en kust me. Nee, een leven op aarde was ons niet gegund. Maar in de hemel krijgen we een tweede kans.
Dit is dus optie 3
Hope you liked them
(ik weet dat deze iets helemaal anders is maar ik vond het wel passen...)
Reageer (2)
Wauw ik wou dt dit echt ern deel van het boek was
1 decennium geledenLeuk
1 decennium geleden