Foto bij 019

Ik liep samen met Harry, Ron en Hermelien door de gangen. We liepen naar de grote zaal. We gingen zitten. Ik baal er echt van zei Ron. Ja ik ook zei ik. Het ergste is dat Malfidus mee moet zei Harry. Ja echt hè zei Ron. Hello ander onderwerp zei ik. We lagen alle vier in een deuk. Het eten verscheen op tafel en ik begon te eten. Is het lekker zei Hermelien. Heerlijk antwoordde ik. We stonden op en liepen terug naar de leerlingenkamer. Ik trok een langen jeans aan en een sweater. Daarna trok ik mijn ouwe sneakers aan en een donker groene jas met legerprint. Ik de trap af terug naar de leerlingenkamer. Ik ben klaar riep ik. Ik wachte op mijn vrienden. Na een paar minuten stonden ze ook in de leerlingenkamer. We liepen de gang op. Hagrid wacht buiten zei Ron. Is hij er dan al zei Hermelien. Ja tuurlijk zei ik. Toen we de uitgang bereikt hadden liepen we naar buiten. Hagrid liep te ijsberen en Draco stond chagrijnig tegen de muur. Kom jongens dan gaan we zei Hagrid. We liep achter de reus aan het donkere verboden bos in. Ik trilde van angst. Ik hoopte dat mijn moeder er zou zijn om haar gerustelende arm op mijn schouder te leggen. Ze kwam niet ze zou nooit meer komen. Ik moet nu niet zo gaan denken want dan val ik straks flauw. We stopten bij een grote dikke boom. Goed Ron Hermelien jullie gaan met mij mee en jullie gaan met zijn drieën zei Hagrid. Als er iets is ga je terug naar deze boom en blijf je stil begrepen? Ging hij verder. Ja zei ik. Goed hier is jullie lantaarn wij nemen deze zei hij. Hij gaf Draco de lantaarn en verdween met Ron en Hermelien het bos in. Harry en ik liepen ook het bos in en Draco volgde ons tegenstribbelend. Waar zijn we eigenlijk naar op zoek? Vroeg ik. Naar gewonde eenhoorns zei Harry kort. Waarom niet overdag? Vroeg ik. Weet ik niet zei hij. Het is hier best eng hier zei ik. Ja ik wil hier weg zei Harry. We liepen door het donkere bos opzoek naar eenhoorns die we toch niet zouden vinden. Harry wat is daar? Vroeg ik angstig. Ik greep zijn arm vast toen ik iets zag bewegen. Het zijn vast bladeren zei Harry. Ik liet zijn arm niet los daar was ik te bang voor. Ik hoorde Draco brommen alsof we een stel waren en het net uit was. Er kwam iets op ons aflopen. Draco scheen er met de lantaarn op. Ik stond vast genageld aan de grond. Er kwam een monster met een zwarte mantel op ons aflopen. Draco schreeuwde. Harry trok zich los uit mijn greep en pakte zijn stok. Hij richtte het op het monster met de zwarte mantel. Ik keek bang naar het monster. Ik wilde wegrennen maar ik durfde niet. Ik vermande mezelf en trok mijn stok. Ik richtte het net als Harry op het monster. Ik hoorde iets rennen en het volgende moment was het monster verdwenen. Er stond een centaur waar net het monster nog stond. Mijn naam is Bill zei de centaur. U heeft ons leven gered zei Harry. Ik zal u altijd redden meneer Potter en ik zal u ook altijd redden mevrouw Lewin. Dankje Bill zei ik toen ik weer durfde te praten. Zijn jullie oké hoorde ik een zware stem zeggen. Hermelien kwam naast me staan en keek me bezorgt aan. Ron keek met bewondering naar Bill. Hagrid maakte zich vooral zorgen om ons. Hagrid ik ben oké zei ik. Er is niets zei Harry. Draco was ondertussen tegen een boom gaan staan en keek sluw. Hoe kon ik deze jongen ooit aardig vinden? Ik liep terug naar Zweinstein gevolgd door de anderen. Ik liep gelijk door naar de leerlingen kamer.

Reageer (1)

  • RachelMJ

    dat was voldy ik ken de film wel haha ;)

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen