1- Hs 7 -Tijdens- Silke

Het is middagpauze. Ik ga naar het plein, waar ik met Rein heb afgesproken voor het groepswerk. "Hey", zeg ik. Hij is er al. "Hoi", antwoordt Rein en hij maakt een uitnodigend gebaar. Ik ga naast hem zitten. "Heb jij dat papier waar opstaat wat er allemaal in dat werk moest komen?", vraagt Rein, "Ik ben het namelijk kwijtgespeeld." Hij lacht schattig. Ik lach ook en kijk in mijn tas. "Nee, sorry, dat ligt in mijn kluisje. Ik ga het wel even halen. Blijf jij maar hier", zeg ik en ik loop naar binnen. Wanneer ik er bijna ben, zie ik dat Britney en Fabiënne voor Britney's kluisje staan. Ik stop abrupt en verstop me nieuwsgierig achter een kast. OK, afluisteren is echt verkeerd, maar ik wil gewoon weten waar ze het over hebben. "Stel je nu eens voor, Britney, jij bent samen met Nils en ik met Rein", zegt Fab dromerig. Britney slikt, "Dat zeg je nu al voortdurend maar ik vind wel dat Silke er ook bij hoort." Ik spits mijn oren. Fabiënne lacht, "Die wordt toch nooit verliefd, veel te preuts, ze weet vast niet eens wat liefde is. En anders moet ze maar voor een andere MainStreeter kiezen. Rein en Nils zijn al bezet. Wij waren eerst." Nu word ik echt kwaad. Hoe durft ze zo over me praten? En dat noemt zich mijn vriendin! En hoezo, zij was eerst? Ik kan mijn woede niet meer inhouden, ga naar hen toe en schreeuw: "Hoezo, ik weet best wat liefde is, ik ben toevallig verliefd. Praat toch niet over me, waar ik niet bij ban, da's laf!"
Ze blijft kalm, "Oh ja? Jij verliefd? Op Nestor, zeker?" Ze lacht. Ik vind het dus alles behalve grappig.
"Op Rein, al van voor jij ook maar van hem gehoord had!"
Ze schrikt nu wel een beetje. "En dan nog? Ik heb evenveel recht op hem als jij. En veel meer kans dan jij, want ik ben veel leuker dan jij! Wie zou er nou verliefd worden op JOU? Behalve Nestor dan?"
Nu word ik nog kwader. "Nou, dat weet je niet. Maar ik weet wel dat ik al veel met Rein ben omgegaan, en jij nog geen woord tegen hem hebt gezegd!"
Ze kijkt me kwaad aan "Wat weet jij daar nou van?" "Ik zie je toch" Ik weet het gewoon zeker Punt uit Maar dat zal ik haar maar zo niet zeggen
"Oh ja? Toen jullie gistermiddag niet mee wouden winkelen, ben ik maar met Rein geweest." Ze klinkt best overtuigend, maar ik weet dat het niet waar is.
"Oh, je bedoelt terwijl Rein op de hockeytraining was, zeker. Hij schreef zich in voor de jongensploeg." Fabiënne wordt wat witter.
"Nou ja, toen misschien niet, maar hij wordt sowieso mijn vriendje. Of jij daar toestemming voor heeft of niet", schreeuwt ze.
"Bewijs het", schreeuw ik terug. Britney staat er wat bij alsof ze totaal geen idee heeft wat ze moet doen, wat waarschijnlijk ook het geval is. Een hele groep anderen zijn er intussen ook bij komen staan. Sensatiezoekers. Maar dat houdt me niet echt tegen. Fabiënne heeft me gekwetst en alle woede die ik de voorbije dagen heb opgekropt, moet er nu uit.
"Je bent gewoon jaloers omdat hij voor mij gaat kiezen en niet voor jou, suffe muis!", sist Fabiënne.
"Misschien is het net andersom!", sis ik.
"In je dromen", antwoordt ze met een schaapachtig lachje.
"En jouw nachtmerries", zeg ik. Ze haalt haar schouders op.
"Die komen toch nooit uit", mompelt ze. Op dat moment gaat de bel. "Dit is nog niet gedaan, ik krijg jou nog wel, miss irritant", fluistert ze. Net luid genoeg zodat enkel ik het kan horen. Ik word misselijk maar ik ben niet laf dus ik ga wel naar de les. Op de gang kom ik Rein tegen. "Silke! Waar was je? Je kwam maar niet terug!" Ik schud mijn hoofd als teken dat ik er niet over wil praten. Voor de deur van het lokaal staat Fabiënne. Ik word nog wat kwader maar laat niks blijken.
"Reintje, wil je naast mij komen zitten?", vraagt ze en ze knippert verleidelijk met haar ogen. Rein kijkt naar mij. "Nee, het spijt me. Ik zit naast Silke", antwoordt Rein en hij neemt mijn hand vast. Ik kijk hem verbaasd aan. Hij knipoogt. Het geeft me moed. Hand in hand gaan we het lokaal binnen en gaan naast elkaar zitten. Britney heeft zich naast Anne gezet. Ik denk als teken dat ze niet tussen mij en Fabiënne wil kiezen. Fabiënne moet dus op de enige plaats die nog over is, zitten. Dat is naast Nestor. Ze kijkt me woedend aan. Inwendig moet ik wel lachen. Maar de situatie is er te erg voor om echt te lachen. Mevrouw Tamen komt binnen en de les biologie begint. "Waarom wou je niet naast Fabiënne zitten?", fluister ik. Rein haalt zijn schouders op. "Ik zit liever naast een aardig meisje. Zeker als ze me nodig heeft." Ik voel me opgelaten. Even toch. "Ik heb ruzie met Fabiënne", zeg ik uiteindelijk stil nadat we een lange tijd hebben gezwegen.
"Ik hoorde het vaag. Ik wist niet dat het met jou was. Nou heb ik dus nog een reden om niet naast haar te gaan zitten."
"Hoezo dan?", vraag ik.
"Ik ga toch niet naast diegene zitten die het leukste meisje van de klas heeft gekwetst?" ik voel me even geweldig. Ondanks alles. Daarna land ik weer op aarde. Jammer genoeg. "Waar ging de ruzie over?", wil Rein weten. Ik zwijg. Dat kan ik dus echt niet zeggen.
"Je hoeft het niet te vertellen als je dat niet wilt", zegt Rein lief.
"Ik voel me niet goed door de ruzie", zeg ik.
"Meld je dan ziek. Je hoeft je er toch niet voor te schamen dat je ermee zit!" Ik glimlach naar hem.