Foto bij Hoofdstuk 3

een keer stop ik met posten... ik vind het leuk om reacties te zien ik weet dat mijn verhaal best wel wordt gelezen en een keer stopt het,
neem alsjeblieft even de moeite om gewoon bij elk hoofdstuk een leuk berichtje achter te laten. dan weet ik dat ik het goed doe :)

‘Sire, de noordflank van het dorp staat in brand… we zijn misleid!’ Een verafschuwende blik schoot tussen de groep, ze hebben zich laten misleiden door een stel tuig.
‘Haal de paarden op, we reiden eropaf. Rohan, neem Garyan met je mee en ga naar het kasteel.’ Hij stuurde een van zijn hoogste krijgsheren samen met een van zijn beste studenten naar het kasteel, Johan wist zeker dat dit een goede les zou zijn voor Garyan.
‘We zijn al onderweg hoogheid.’ Riep Garyan vanuit de achterste linie, hij keek zijn meester aan en knikte met overtuiging dat hij er klaar voor was. Het blinkend maliënkolder was te zien onder zijn eigen harnas, hij had zowat alle spullen die hij nodig had van zijn vader geërfd.
‘Laten we hopen dat u snel erachteraan komt.’ Hij had al gezien wat Johan van plan was, hij zou hem en zijn student vooruit sturen naar het kasteel terwijl zijn eigen groep het dorp van die verraders zou ontdoen. Het begon al laat te worden, ze zouden maar eens moeten opschieten.
Het gehinnik van paarden was in de verte al te horen, de paardenmeester van Johan kwam al met drie paarden aan.
‘Ik heb uw paard, en die van Rohan en Garyan, aangezien zij nu al weg moeten heb ik die maar meegenomen.’ De paardenmeester was al blij dat hij zelf niet het gevecht hoefde bij te wonen, zelf was hij niet echt een vechtmeester en keek liever toe hoe de andere ridders de buitenlanders af zouden afmaken. De schaduwen stonden lang op de paarden, die nu naast hun meesters stonden. Al kon je Garyan nog geen meester in het vechten noemen, paardrijden kon hij als een van de beste, dat was de reden waarom hij als enige student tussen deze groep bekwame vechters stond.
‘Ervaring op het slagveld zelf is belangrijker dan de training zelf, hier leer je meer dan je ooit op de krijgsschool zult leren.’ Riep Johan Garyan en Rohan nog na, Rohan wist het zelf als de beste, hij heeft een aantal veldslagen meegemaakt en sindsdien is hij een stuk sterker geworden.
‘Hij zal wel merken hoe zwaar het zal zijn. Moeten we ze allemaal afmaken of? Het kasteel zal wel overvallen zijn met een grote groep… hoe willen we dit eigenlijk gaan doen? Met zijn tweeën komen we eigenlijk niet echt ver weetje…’ Daar moest Johan toch even over nadenken. Hij wilde eigenlijk niet dat zijn goeie vriend en krijger het loodje zou leggen.
‘Zorg maar dat de poort vrij is, dan kunnen mijn mannen en ik er makkelijker in!’ Riep hij nog richting Rohan die nu waarschijnlijk buiten gehoorsafstand was, Johan voelde iets wat hij nog niet vaak gevoeld had. Hij voelde angst, dat de twee die hij net op pad stuurde niet meer terug zouden keren. Tenminste niet zoals ze weg waren gegaan, nu zijn het nog jongens. Zelfs Rohan is nog een jongen… hij mag dan wel ervaren zijn maar wijsheid kreeg je door de jaren heen, en aangezien hij pas tweeëntwintig is zal hij niet veel wijsheid bij zich hebben.

‘Garyan… ben je zenuwachtig?’ De twee stonden bovenaan de heuvel, bijna recht onder het dorp. Ze stapten even af om hun gordels strak te trekken, het harnas goed te plaatsen zodat hun paarden niet onverwachts neergeschoten zouden worden. Het harnas van Garyan’s paard was olijfgroen, de kleur die hij zelf uitgekozen heeft, een van de weinige dingen die hij niet geerfd had. Het paardenharnas van zijn vader is verbrand samen met het paard van zijn vader. De kans dat deze buitenlanders met bogen enzovoort werkten was immers klein, ze vochten liever met de hand in plaats van met afstandwapens. Even stonden de twee kameraden naar het brandende dorp te kijken, het enige wat nu nog tussen hun in stond waren een paar bomen die ook meteen een deel van het dorp uit het zicht ontzag.
‘Eigenlijk wel… het is en blijft mijn eerste “veldslag”.’ Antwoordde de onhandige jongen, hij keek er niet naar uit, maar zag er ook niet tegenop. Garyan wist dat hij klaar er klaar voor was, maar hun taak was eenmaal het kasteel veilig te stellen, als ze daar meer manschappen konden krijgen zouden ze een grote kans maken tegen een leger buitenlanders. Het was een groot aantal dat ze tegemoet gingen, zeker ervan of beide het zouden overleven wisten ze niet. Maar de taak was om alleen de poort veilig te stellen en dat zou hun best moeten lukken vonden ze van zichzelf.
Ze gaven hun paard een goedkeurend klopje op hun hoofd en sloegen hun been over de twee enorme beesten heen. Garyan’s paard begon gelijk the grinniken, hij herkende Garyan meteen. Het was de zoon van Garyan’s paard. Zo ging dat nou eenmaal, de paard van de vader en een paard van hoge afkomst lieten ze paren zodat het kind van de berijder ook een goed paard zou hebben. Alleen toen zijn vader overleed in een grote brand… die tot heden niet bewezen is wie het gedaan heeft. Iedereen gaat ervan uit dat het de Havaianen waren, vanaf die dag heeft Garyan wraak op de Havaianen gezworen, hij moet van zichzelf zoveel mogelijk slachten als hij kon. Al is het maar om zijn vader te wreken. Garyan was nog steeds kapot van het verlies, alleen heeft hij toen het gebeurde niet veel kunnen doen.
‘Ben je nog bij de les?’ vroeg zijn oude leermeester, hij was even weggedommeld bij het feit dat hij nu zijn vader wilde gaan wreken. Hij keek Rohan aan en wist precies wat hij ging zeggen.
‘Helemaal, laat je wat voor mij over?’ Bij dat laatste schoten beide jongens in de lach, ze gunde elkaar nog een laatste vriendelijke blik voordat ze de strijd in zouden rennen.
De paarden denderde de heuvel af, ze moesten eerst een klein stuk door het dorp heen. Een groot deel van het dorp lag al in lichte laaien. Zelfs vanaf deze afstand hoorde je al kreten schreeuwen om hulp. Mannen, vrouwen en zelfs kinderen gilden van angst. Garyan had zoiets nog nooit gezien, bijna liet hij zijn paard stoppen, hij liet even een traan dat hij de mensen zo moest zien.
‘Schiet op Garyan, voordat de troepen in de stad zich bij het garnizoen van bij het kasteel voegen. Op dat moment is er geen redden meer aan!’ Garyan wist dat Rohan gelijk had, wanneer beide groepen zich samen zouden voegen zouden ze nooit meer die poort kunnen innemen. Met zijn tweeën waren ze immers gewoon met te weinig man.
‘Zullen we gaan?’ Vroeg Garyan op rustige toon, zijn stem klonk misschien rustig. Maar je kon door zijn glimmende harnas zijn hart zien bonken, en dat baarde zijn leermeester nogal wat zorgen.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen