32.
Het duurt een tijdje voordat Brianna antwoord. 'Jij weet toch waar water is?' vraagt ze op een licht beschuldigende toon.
Ik knik met een uitgestreken gezicht en hoop dat ze niet merkt dat ik eigenlijk verdwaald ben en ik geen idee heb waar de rivier zou kunnen zijn. Toch begin ik vastberaden een richting uit te lopen en Brianna volgt me zonder vragen te stellen.
Een paar uren lang lopen we door de hitte zonder iets te zeggen. Mijn maag rommelt luid en duidelijk, maar ik probeer er niet aan te denken dat ik al minimaal twaalf uren niets heb gegeten. Ik druk mijn flesje tegen mijn lippen en het laatste restje water verdwijnt in mijn mond. Brianna is blijkbaar niet zo'n prater, zelf heb ik ook geen zin om het gesprek op gang te houden, maar ze weet wel van tempo houden. Voor mijn gevoel schieten we vooruit en moeten we al bijna aan de rand van de arena zijn. Maar we hebben nog steeds geen water of voedsel gevonden en volgens mij begint zelfs Brianna ongeduldig te worden.
'Zo, jij bent dus de moordenaar van Pearl?' vraagt ze plotseling, terwijl ze me strak aankijkt. 'Ik had je echt ingeschat als zo'n meisje dat niemand zou willen vermoorden.'
Mijn adem stokt even bij deze woorden. Brianna heeft echt geen idee hoe dicht ze eigenlijk bij de waarheid is.
'Verkeerd gedacht.' antwoord ik. 'Maar het leek me niet heel slim om meteen aan de hele wereld te laten dat ik tributen kan doden. Dat zou voor te veel vijanden zorgen, begrijp je?'
Ik kijk haar aan op zo'n manier van: dat begrijp je zelf toch ook wel?
Brianna knikt even kort en mompelt in zichzelf: 'Allemaal tactiek dus.'
Ik was even vergeten hoe erg Brianna oplet en dat ze nooit iets voor niks vraagt. Meteen wil ik het gesprek op een ander onderwerp brengen en besluit haar dezelfde vraag te stellen.
'Maar heb jij dan al iemand vermoord of heb je gewoon een beetje lopen weglopen voor alle tributen?'
Brianna kijkt me even kwaad aan en antwoord dat ze niet zo dom is om meteen de beroeps aan te vallen zonder een duidelijk plan te hebben. Hier moet ik haar natuurlijk gelijk in geven.
We lopen weer een tijdje door zonder iets tegen elkaar te zeggen, totdat ik erachter kom dat Brianna een heel eind achter me stilstaat bij een struik. Behoedzaam loop ik terug en ik zie nog net hoe ze een handje vol bessen in haar mond stopt.
'Weet je iets van eetbare planten?' vraag ik verbaasd. Ik had haar niet aangezien voor een meisje dat precies uit haar hoofd leert welke planten eetbaar zijn en welke niet.
Maar Brianna schudt haar hoofd. 'Nee.' antwoordt ze met haar mond nog halfvol. 'Maar ik had echt ongelooflijke honger en heb in een aflevering van eerder spelen gezien dat deze bessen eetbaar waren.'
Ik kijk haar even vertwijfeld aan. Brianna lijkt me niet zo slim als ik dacht, eerder roekeloos. Al maakt het tijdens de spelen niet of je zulke risico's neemt. Of je nou sterft doordat een tribuut je vermoord of doordat je giftige bessen eet, uiteindelijk is er geen verschil. In beide gevallen heb je de spelen verloren. In beide gevallen ben je dood.
Maar Brianna sterft niet en ik besluit voorzichtig om ook maar wat bessen te eten. Een zure smaak verspreidt zich door mijn mond en ik moet bijna kokhalzen. Maar ik zorg dat ik de bessen binnenhoudt, want ik weet hoe belangrijk het is om te eten. En ik heb natuurlijk ook erge honger.
Ondanks het feit dat de bessen nogal ranzig zijn, voel ik me daarna wel weer wat beter en stroomt er weer wat energie door mijn lichaam heen. Het liefst zou ik de zure smaak van de bessen wegspoelen met wat water, maar ik begrijp dat dat een luxe is die ik niet kan veroorloven.
Wat optimistischer dan eerst lopen Brianna en ik weer verder. Ze zeurt nog steeds niet over het feit dat we de rivier nog steeds niet gevonden hebben. Waarschijnlijk heeft ze wel door dat het bluf was, maar heeft ze zelf gewoon geen betere optie en met z'n tweeën ben je altijd veiliger dan alleen.
Een eindje verderop kraakt er een tak, alsof er net iemand perrongeluk op is gaan staan. Ik draai me langzaam om naar Brianna, die net zo verbaasd terugkijkt. Daar is iemand, gebaar ik en ze knikt. Ik neem mijn drietand in de aanslag en ook Brianna haalt voorzichtig een mes uit haar jasje en houdt het klaar om direct te kunnen gooien. Er klinkt nog meer geluid van brekende takken en ik houd vol spanning mijn adem in. Mijn lichaam trilt van angst. Wie is daar? Is het iemand van de beroeps of een ongewapende tribuut?
Maar er komt geen tribuut onze richting opgelopen. Een onmenselijk grote beer komt vanachter de bomen aangerend. En hij is niet alleen.
Reageer (2)
Ai, dat is vast niet goed...
1 decennium geledenOh god, dit loopt niet goed af(':
1 decennium geleden