Foto bij W17

De volgende dag bleef Bloom lang in bed liggen. Het was zondag en ze had geen zin om iets te doen. Bovendien had ze allesbehalve goed geslapen, nachtmerries over weggejaagd worden hadden haar slaap gedomineerd.
Tot er iemand op de deur van haar kamer klopte.
“Wie is daar?”, kreunde ze.
“Ik ben het, Faragonda.” Meteen was Bloom klaarwakker.
“Kom binnen”, zei ze meteen. Snel trok ze iets over haar pyjama. Faragonda kwam binnen met een bezorgde blik op haar gezicht.
“Alles oké, Bloom?”
“Nou, niet helemaal”, mompelde Bloom.
“Daar was ik al bang voor.” Faragonda deed de deur achter zich dicht en liep naar Bloom toe. “Je vriendinnen hebben me alles verteld.”
“Waarom toch?”, snikte Bloom. “Waarom is iedereen zo bang van me? Waarom geven ze me niet gewoon een kans?”
“Ze weten niet beter”, zei Faragonda zacht, terwijl ze Bloom tegen zich aan trok. “Maar dat zal veranderen, Bloom, dat weet ik zeker. Ze hebben gewoon tijd nodig.”
“Ik ben zo bang”, fluisterde Bloom. “Wat als het meer mensen zijn dan alleen een paar meisjes? Wat als een grote groep naar Lichtrots gaat en eist dat ze me…”
“Dan ben ik er”, zei Faragonda. “Ik heb je beloofd dat ik niemand jou iets aan zou laten doen, en daar hou ik me aan. Ik ben er voor je, en ongetwijfeld zullen je vrienden en familie je steunen. En nog vele anderen die wèl beter weten, die weten wie je bent, die je kennen.”
“Maar als Lichtrots jullie dan allemaal wil straffen, dan, dan…”
“Dat zullen ze niet, niet zo’n grote groep. Ik ken hen, Bloom. Maak je geen zorgen, alsjeblieft. Ik weet dat het niet leuk is dat er meisjes zijn die bang van je zijn en je weg willen, maar je bent veilig hier, dat beloof ik je.”

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen