Deel 2
Als ik wakker word voel ik me leeg. Alsof er iets ontbreekt in mijn leven. Het eerste waar ik aan denk ik Tom. Onmiddellijk ga ik recht op zitten en zucht eens diep om vervolgens op te staan. Als ik de deur open doe hoor ik dat mijn moeder, Simone in de douche staat. Langzaam loop ik naar de keuken om wat eten te zoeken. Ik heb niet veel honger en neem dus maar gewoon een klein toastje. Als ik het heb opgegeten komt Simone ook in de keuken. Ze probeert een glimlach op haar gezicht te laten verschijnen maar het lukt niet. “Goed geslapen?” probeert ze dan maar ook al weet ze mijn antwoord al. “Hmmm” mompel ik maar terug. Ik leg mijn hoofd in mijn handen tot we kunnen vertrekken om naar Tom te gaan.
Als ik aankom aan Tom zijn kamer zie ik heel wat mensen rond zijn bed staan. Nog voor ik naar binnen kan gaan word ik al tegengehouden door een dokter. “Sorry jongedame, u mag niet naar binnen” Ik kijk hem kwaad aan. “Ten eerst is het mijn broer en ten tweede, ik ben nog steeds geen wijf” schreeuw ik bijna uit. Ik zie de dokter raar opkijken. Ik wil naar Tom gaan maar zijn bed word naar buiten geduwd. “Wat gebeurt er met hem?” vraag ik paniekerig als zijn bed langs me verschijnt. “Hij gaat naar een andere kamer, zijn toestand is verslechterd en leeft nu enkel nog door de aangekoppelde apparaten” zegt de dokter en al snel verdwijnt hij met de rest en Tom. Ik voel tranen in mijn ogen prikkelen. Ik moet bij Tom zijn, niets houd me tegen. Ik loop vastberaden naar de richting waar Tom verdwenen is. Als ik de grote klapdeuren open sla, sta ik verstijfd stil. Er liggen heel wat mensen bijna te kreunend van de pijn en bijna dood. Ik zoek nerveus naar Tom, ik loop alle kamers voorbij en sta dan eindelijk aan het raam van zijn kamer. Verschillende machines hangen aan hem vast. Ik leg mijn hand op het raam. Langzaam zakt mijn hand naar beneden en ik ga mee. Ik ga tegen de muur aan zitten en trek mijn knieën op. Zo kan het niet meer... Ik ga kapot.
Ik voel iemand tegen mijn schouder tikken ik kijk met betraande ogen op. "Jongen, ga naar huis, het is laat..." Zegt de verpleegster en loopt weg. Ik sta op en loop naar de uitgang. Ik rijd naar huis en kruip meteen in mijn bed.
Als ik wakker word spring ik meteen onder de douche. Wanneer ik er onderuit kom wikkel ik een handoek rond me en bekijk me zelf in de spiegel. Ik zie Tom, mijn perfecte broer die nu licht te lijden. Ik wil in zijn plaats liggen. Hij verdient dit leven niet, hij verdien véél beter. Ik verdien pijn. Voor ik het besef rollen de tranen over mijn wangen. Ik breng mijn hand naar de spiegel en mijn spieglbeeld doet net het zelfde. Ik veeg kwaad mijn tranen weg en rommel dan in de kasten. Ik haal er een scheermesje uit en zonder ik het besef heb ik het al op mijn pols gezet. Ik maak diepe sneden die de naam TOM vormen. Het bloed drupt over mijn armen. Ik zet de kraan open en houd de wonden onder water. De pijn die ik nu voel is voor Tom. Mijn broer, mijn alles...
Als het is opgehouden met bloeden wikkel ik er wat verband rond en daar over enkel polsbandjes. Mam mag niet weten wat ik gedaan heb... Ik gooi het mesje weg, trek enkele kleren aan en loop dan de badkamer uit.
Reageer (1)
Verder, ik zweer je ik ben verdrietig nu :')
1 decennium geleden<33