Ik hoop dat jullie niet kunnen wachten op de rest van het eerste hoofdstuk maar die plaats ik ietsjes later, eeerst even zien wat jullie er nu van vinden.
Het laatste stukje faalt best wel, aangezien ik niet de tijd nam het te herschrijven

‘Mica… mooie naam, mijne ken je natuurlijk al.’ Zei Lily met een nog glimlachend gezicht, ze keek naar Mica’s gezicht en zag al snel dat haar wat dwarszat. Eigenlijk wilde Lily best wel graag weten wat er met Mica aan de hand was, alleen waren de twee nog steeds vreemde voor elkaar op de naam na. Dus besloot Lily er maar even mee te wachten.
‘Waarom ben je hier?’ Vroeg Lily uit het niets, ze wist dat ze kon verwachten dat Mica er niet over wilde praten maar op een of andere manier – of het nou was dat Mica haar verhaal kwijt wilde of niet. Kreeg Lily haar toch aan het praten.
‘Ik ga het maar één keer goed uitleggen Lily. Ik ga ook niet in herhaling vallen, want liever praat ik er niet over.’ Zei Mica met een serieuze stem, er was geen glimlach op een van de twee gezichten meer te vinden, beide een serieus gezicht.

‘Je kent me dus niet… ik had eerlijk gezegd niets anders verwacht, ik kom niet écht van hier. Vroeger leefde ik met mijn ouders toch wel in dit dorp, maar dat is al jaren geleden. Na de dood van mijn ouders ben ik gevlucht, van dorp naar dorp tot ik in het bos terecht kwam. Ik heb er mijn eigen plek van gemaakt en ik kan je van hier tot aan het kasteel van de koning ongezien binnen krijgen.’ Met veel interesse luisterde Lily, ze had nog nooit naar een levensverhaal van iemand mogen luisteren, ze had sowieso al weinig contact met mensen in het dorp, alleen met de vaste dronkenlappen. Mica had al door dat Lily een beetje zenuwachtig rond zat te kijken, ze zocht iets waardoor ze haar interesse weer had, waardoor ze haar verhaal niet al te verschrikkelijk laat lijken. Als een verhaal van een normaal mens zou het toch nooit klinken, zoals het bos invluchten doet niet iedereen.
‘Dus ik leef sinds mijn vroege jeugd in het bos, ik leerde er overleven. Koken, jagen, kruiden herkennen, een beetje het boerenleven alleen dan zonder hulp.’ Even lachte ze in zichzelf, boeren in deze omstreken hadden ook niet écht hulp. Meestal alleen families die geen baan kon vinden boden zich aan voor werk op het platteland.

‘Ik leefde zo ongeveer normaal tot vanochtend, ik wilde uit mijn hut stappen maar er stond plotseling een boos zwijn in mijn gezicht te ademen. Het eerste wat ik natuurlijk deed was gillen, alleen was er niemand die het hoorde en had het dus ook niet veel zin.’ Mica had door dat haar verhaal een beetje langdradig werd en begon het dus langzaam af te ronden.
‘Ik rende naar de rand van het bos, kwam hier terug. Wachtte tot het donker was en toen stond ik even voor de deur van deze herberg, en ja… toen kwam jij.’ En op dat moment moest ze glimlachen, dat ze toch weer iemand heeft om mee te praten en haar gevoelens te delen. Al is ze niet echt opgevoed… dat heeft ze zelf wel gedaan, ze heeft zichzelf leren overleven en daar hoort dit dus ook bij. Dromen om met iemand gevoelens te delen zou nu zijn vruchten afwerpen.
‘Dus als ik het goed begrijp… ben je bang voor dat zwijn?’ Ze schuifelde een beetje onzeker bij het woord bang, ze gebruikte het niet graag om iemand te kleineren maar het drukte het ook wel weer goed uit hoe ze het vertelde.
‘Kort gezegd wel ja, ik was van plan morgen naar het kasteel te gaan en de prins om hulp te vragen… ik weet dat hij van jagen houdt en zijn kunstcollectie alleen maar groter wilt maken.’
‘Daar heb je zeker gelijk in, ik heb één keer zijn collectie gezien. Je zou bijna zeggen dat alle soorten dieren die er bestaan er hangen. Hij is een meester-jager samen met zijn vader.’ Bij het woord vader moest ze terugdenken aan haar eigen vader, die voor haar de boog had gemaakt die ze nu dag in dag uit bij zich droeg. Lily merkte op dat ze het woord ‘vader’ niet had moeten noemen, dat ze het bij Johan IV’s collectie had moeten houden. Mica had het nooit graag over haar familie willen hebben, al kon ze er nu moeilijk onderuit.

‘Ik denk dat je wel weet wat er met mijn ouders is gebeurd… of in ieder geval wilt weten wat er is gebeurd.’ Even keek ze Lily treurig aan.
‘Alleen als jij het kwijt wilt.’ Er viel een stilte tussen de twee die geen van beide onderbrak, Mica’s ogen zakte naar beneden en mompelde iets onverstaanbaars. Lily draaide haar hoofd richting Mica en keek haar verward aan.
‘Wat is er?’ vroeg ze in alle rust, toen ze niet reageerde begon ze toch wel een beetje bang te worden.
‘Mannen bij de deur…’ Lily kneep haar ogen tot spleetjes en tot haar verbazing kwamen inderdaad een paar forse kerels binnen, groot gebouwd en ook zij vertrouwde het zaakje niet.
‘Ik roep Hans wel even, hij heeft ook een paar zware jongens achter, met wat vleesmessen.’ Ze knipoogde naar Mica en rende naar hans. Een van de grote jongens liep op Mica af, greep haar bij de hals en trok haar omhoog.
‘Kijk me aan.’ Beval de man, alweer mompelde Mica iets onverstaanbaars.
‘Praat eens duidelijk!’ Brulde de man, hij werd woest en wilde naar haar gezicht uithalen.

‘Ik zei, mes in je rug.’ De grip op haar hals verzwakte en de man die haar vasthad viel langzaam naar de aarde, het vleesmes nog in zijn rug vastzittend. De andere jongens keken naar hun dode kameraad, blij waren ze niet. Eentje bleek van de krijgsschool te zijn en trok zijn zwaard, maar nog voor hij hem uit de schede had schoot Mica al een pijl door zijn bovenarm waardoor hij het zwaard niet op kon tillen. Een felle blik schoot door de herberg, Mica stond nog geen twee meter van haar slachtoffer terwijl iedereen haar aankeek. Lily die achter de bar stond had alles gezien, het onbekende meisje dat best wel zenuwachtig binnenkomt en zo scherp kan schieten. Ze glimlachte en kroop over de bar. Hans kwam uit de verte aangelopen met nog twee zware jongens, eentje met een vleesmes en de ander met een houten plank waar een grote spijker doorheen zat. De man die Mica had geraakt slikte een keer goed, hoe dichter die mannen dichterbij kwamen, hoe banger hij zelf ook werd. Toen ze niet meer dan twee meter van hem af stonden trok hij de laatste man mee naar buiten en rende de straat over waar hij tegen een groot gestalte botste. Blijkbaar de wacht die s’ nachts rond het dorp loopt, dit keer durfde de man wel zijn zwaard te trekken en met de grootste moeite oefende hij een bovenhandse houw uit. De man blokkeerde hem makkelijk en stak het zwaard recht door zijn borstkas heen. Even zag hij de wachter naar mensen roepen, het andere moment zag hij wit licht…

Reageer (2)

  • kevinbeye

    Ga ik binnenkort ook herschrijven, wanneer het verhaal echt vorm begint te krijgen zal ik alles gaan herschrijven

    1 decennium geleden
  • Aimeery7

    Geniaal! Tips en tops! tops: het begint meteen al spannend en je houd de lezer hier door vast in het verhaal. Tips: denk aan verleden en tegenwoordige tijd en beschrijf de omgeving eens wat meer. Maar alleen als het van verdere belang is. Door details te beschrijven kom jeook weer op ideeën en word je verhaal levendig. But go on, dude!

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen