‘Zo te zien kun je wel wat koffie gebruiken.’ Zijn hand streek door haar haar en gleed naar haar bovenarm. ‘Hoe gaat het?’
Ze schokschouderde licht van de aanraking met haar wond, maar liet het zo min mogelijk merken.
Niet dat hij het niet doorhad. Hij had het altijd door.
Zijn hand gleed weg en hij liep rond het kookeiland heen naar het keukenblad.
‘Gaat.’ Gaf ze toe. Ze nam dankbaar de dampende kop koffie aan en plaatste het tussen haar en de krant in. De koppen van vandaag waren haar al bekend, zijzelf had deelgenomen aan de reddingsactie.
Clint kwam tegenover haar staan en leunde voorover op het kookeiland. Hij trok met één vinger de krant omlaag en keek haar in de ogen. ‘Je was vroeg op vandaag. Waarom?’
Natuurlijk wist hij het antwoord. Ze had niet kunnen slapen, de vreselijke beelden van vuur en verminking kwamen naar boven, elke keer als ze haar ogen sloot. Ze hoorde alleen schreeuwende kinderen, hartverscheurend gehuil en smeekbedes richting niemand in het bijzonder. Ze wist van te voren dat deze missie haar zwaar zou vallen, maar dit overweldigde haar.
Vuur, vlammen, angst.
‘Kan dat even wachten?’ Vroeg ze vertwijfeld. Ze wist hoe haar ogen hadden gestaan, betraand en dicht bij volledige wanhoop.
‘Ja.’ Zei Clint zacht voordat hij vooroverboog en haar een kus op haar voorhoofd zette. ‘Vergeet niet dat we over een half uur een breefing hebben.’ Fluisterde hij, voordat hij terugzonk op zijn stoel tegenover haar.
Een breefing kon ze momenteel beter niet doen, maar ze had geen keuze. Gisteren was het laat en omdat hun baas, Fury, ten ore had gekregen dat Natasha van haar stuk was geweest had hij de breefing een dag uitgesteld.
Maar ze had geen sympathie nodig, ze had een warme bak koffie nodig, een kus op haar voorhoofd en handen door haar haar.
Ze had Clint nodig.

Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen