Road O45
Een paar dagen later
Wankelend stap ik op mijn fiets. Het is weer een mooie dag, dat kan ik al meteen zien aan de zon die zijn zonnestralen laat zien. Ik pak mijn stuur aan beide kanten goed vast, soms kijk ik om me heen of er nog dingen veranderd zijn in de tijd dat ik weg ben geweest. Mijn oog valt op een smal weggetje, dat ik nog niet eerder gezien heb. Ik besluit niet om het risico te nemen. Ik volg de weg zoals altijd, over het bruggetje en langs mijn oude school. Ik lijk bijna de tijd kwijt te zijn, doordat ik naar allerlei plekken aan het staren ben. Onderweg nog wel. Ik kom langs mijn oude school. Ik weet nog goed dat ik hier maar heel kort op gezeten heb, en dat ik overgeplaatst moest worden, omdat ik niet goed met anderen om kon gaan. En dat is nog niet alles geweest. Ik voelde me daar totaal niet thuis.
Ik voel mezelf zwaar en futloos worden. Ik pak de handvatten nog steviger vast, zodat ik niet in één keer van mijn fiets afval. Ik wil niet nog een keer in het ziekenhuis belanden voor iets nutteloos. Mijn handen zien er opgezwollen uit, na de afgelopen nog steeds hetzelfde. Ik geef niet zomaar op. Ik trap de pedalen nog harder in. Het werkt, ik kom meer vooruit. Ik zet meteen door, en ik stop niet voordat ik mijn einddoel bereikt heb: jeu de boules. Dat is het eindstation.
Ik zie er zo verloren en krachtloos uit, dat ik bijna geen kracht meer over heb om de laatste meters af te wachten. Maar ik heb beloofd om zoveel mogelijk eerste te worden. Zo zou ik het niet kunnen helen. Ik kan het proberen, het is het proberen waard.
Gevoelens. Ze slaan op volle toeren, vooral in mijn buik, als ik merk dat ik bijna het speelveld in mijn vizier krijg. En het is geen leugen. Er voelt iets raars.
Iets wat ik niet kan plaatsen vandaag, en dat heb ik al de hele ochtend. Alsof dit geen normale dag meer is, maar een.. Speciale? Een dag om nooit meer te vergeten? Dat zou zomaar eens kunnen. Ik hoop het. Want zoiets heb ik een aantal maanden niet meer mee mogen maken. Ik zou met geen mogelijkheid nu mijn fiets omdraaien, en terug naar huis fietsen. Misschien is dat dan wel slap, maar als het een goeie beslissing is, dan is het zo. Maar nee, dit keer niet.
Daarom fiets ik gewoon door, op een iets langzamer tempo. Zoals het er nu uitziet, kom ik ruim op tijd aan. Ik hoef me geen zorgen te maken, gelukkig.
Van alle mensen die om mij heen bezig zijn met andere dingen, zoals boodschappen doen, winkelen en fietsen, herken ik er geen één die het dichtste bij komt.
Ik krijg de indruk, dat als ik hem tegen zou komen, ooit, dat ik hem mis zou lopen. Net op het nippertje. Tranen vullen mijn ogen. Het mag niet gebeuren.
Omdat hij anders is. Beter dan iedereen die ik ken, of gekend heb. Omdat hij net dat ene speciale in zich heeft, dat ik bij iemand anders nog niet gezien of gemerkt heb. Zijn plotselinge vertrek jaagt mij angst aan. En ik ben daarom ook bang dat ik hem nooit meer zal zien. Een tijdje in ieder geval niet.
En daarbij, waarom zou hij in hemelsnaam tijd vrij maken voor een meisje zoals ik? Het is gewoonweg niet eerlijk. De manier op hoe hij dingen deed om mij op te vrolijken. Ik word er weer aan herinnerd. Niet dat het een slecht teken is, maar het is ooit eens anders geweest. En ik wil dat speciale gevoel weer terug.
Ik wil het weer voelen, zoals toen. Precies zoals toen.
Wat denken jullie, zal Jack ooit nog terug komen? Ik weet het antwoord al, maar ik zal jullie niet langer in spanning houden!
Deze week komt het antwoord, dus ik zou maar heeeeeeeeeeeeeel goed opletten!
Reageer (1)
Pffffff..... my unpatience is killing me. I WANT TO KNOW!
1 decennium geleden