Dream- Chapter three ~~ Tea, Slughorn and stairs..
Weer een stukjeee
Ik ben terug in het land der schrijversheid. Het land waar alle rare ideeën, goede verhalen en geniaaliteitheid tot zijn goede recht komt. *Sirius-face*
I hope you like it
Ik ben terug in het land der schrijversheid. Het land waar alle rare ideeën, goede verhalen en geniaaliteitheid tot zijn goede recht komt. *Sirius-face*
I hope you like it
Met een kop thee, zit ik tegenover Slughorn aan zijn bureau.
‘Goed, dit was het plan dat ik had bedacht,’ begint hij, ‘moet ik het voorlezen?’ Hij vraagt het wat onzeker, alsof hij niet zo goed weet hoe hij moet handelen met iemand die niet kan zien.
‘Nee, nee, niet nodig,’ zeg ik en ik haal mijn toverstok uit de mouw van mijn jasje. Ik steek mijn hand uit en Slughorn legt het papier op mijn hand. Het duurt niet lang voordat ik het gelezen heb. In het kort kom het neer op de volgorde waarin hij het wil aanpakken.
‘Klinkt als een goed plan,’ zeg ik nadat ik het gelezen heb en het blad naar hem toe schrijf over het bureau.
‘Goed, dan, vertel iets over jezelf.’
Oh, die had ik niet precies zien aankomen.
‘Wat wilt u weten?’ Vraag ik.
‘Nou ja, hobby’s, interesses.’
‘Uhm, oké. Nou.. Inmiddels negentien jaar oud, blind geraakt tijden het Triwizard Tournament, iets meer dan twee jaar geleden, volgens mij. Ik ga graag dingen doen met vrienden, beetje hangen, lol maken. Oh en ik heb een talent voor vallen en ongelukken veroorzaken.’
Ik lach verontschuldigend, maar Slughorn lacht met me mee. ‘Dat heb ik gehoord ja,’ zegt hij.
‘Nou, u hoort wel de goede kanten van mij hoor,’ zeg ik lachend, ‘lekkere eerste indruk weer, hoor.’
‘Interessant, interessant,’ mompelt hij.
Hij verteld kort iets over zichzelf, maar kort is daar wel een groot woord voor. Hij verteld over zijn eerste jaren hier en over zijn favoriete leerlingen, die hem altijd cadeautjes en alles stuurden. Ik luister aandachtig, in de wetenschap dat ik er later misschien nog iets aan heb, of dat. Oké, ik weet geen tweede reden eigenlijk. Als laatste stel ikzelf voor om elke vrijdag samen te komen om de week door te spreken, zodat hij me kan vertellen hoe ik het gedaan heb en waar ik aan moet werken. Ook kunnen we dan de aankomende week door bespreken. Het klinkt als veel tijd en moeite, maar ik wil het later wel goed doen. Mijn kans grijpen om er nu van te leren, nu het kan.
‘Ja!’Hij lijkt oprecht enthousiast met mijn initiatief. ‘Dat is een heel goed plan! Dat ik daar niet eerder aangedacht heb.’ Vervolgens valt hij even stil, alsof hem nu pas iets opvalt. Mijn hoofd kantelt zich uit vanzelf een beetje opzij, mijn wenkbrauw trekt zich op in een verbaasde uitdrukking.
‘Is er iets, professor?’
‘Jemig, ik zie nu pas dat het al heel laat is. Ik heb je veel te lang op gehouden. Zal ik met je meelopen naar je kamers? Ik weet de weg nog op mijn duimpje.’
Ik glimlach even. ‘Dat zou heel fijn zijn. Hoe goed ik Hogwarts ook ken, in het donker is het nog best ingewikkeld.’
‘Komt door de trappen,’ zegt Slughorn en ik hoor hij zijn stoel over de stenenvloer schraapt. Ik sta zelf ook op en schuifel voorzichtig achter hem aan. Het is nog best ingewikkeld, aangezien Slughorn soms vergeet aan te geven welke kant we op moeten. Mijn zintuigen hebben zich op scherp gesteld, mijn handen zoeken naar alle mogelijke oppervlakken en met mijn voeten en blindenstok probeer ik zoveel mogelijk zelf de trappen op tijd te zien aan komen. Uiteindelijk komen we dan toch bij mijn kamer aan en ik houd nog net een opgeluchte zucht binnen.
‘Bedankt voor het meelopen, professor.’
‘Geen probleem, geen probleem. Ik zie u tijdens het ontbijt, professor Adams.’
‘Ik u ook, een soort van dan.’
Ik vis de sleutel uit mijn broekzak en pruts hem in het sleutelgat. Het duurt even voordat ik hem gevonden heb, maar uiteindelijk krijg ik de deur open. Ik heb geen idee hoe laat het is, maar ik pak mijn pyjama van het bed af, die Sprout en ik daar zorgvuldig voor me neergelegd hebben, poets vlug mijn tanden in hoeverre dat vlug gaat bij mij en plof dan in mijn zachte Hogwarts bed.
‘Goed, dit was het plan dat ik had bedacht,’ begint hij, ‘moet ik het voorlezen?’ Hij vraagt het wat onzeker, alsof hij niet zo goed weet hoe hij moet handelen met iemand die niet kan zien.
‘Nee, nee, niet nodig,’ zeg ik en ik haal mijn toverstok uit de mouw van mijn jasje. Ik steek mijn hand uit en Slughorn legt het papier op mijn hand. Het duurt niet lang voordat ik het gelezen heb. In het kort kom het neer op de volgorde waarin hij het wil aanpakken.
‘Klinkt als een goed plan,’ zeg ik nadat ik het gelezen heb en het blad naar hem toe schrijf over het bureau.
‘Goed, dan, vertel iets over jezelf.’
Oh, die had ik niet precies zien aankomen.
‘Wat wilt u weten?’ Vraag ik.
‘Nou ja, hobby’s, interesses.’
‘Uhm, oké. Nou.. Inmiddels negentien jaar oud, blind geraakt tijden het Triwizard Tournament, iets meer dan twee jaar geleden, volgens mij. Ik ga graag dingen doen met vrienden, beetje hangen, lol maken. Oh en ik heb een talent voor vallen en ongelukken veroorzaken.’
Ik lach verontschuldigend, maar Slughorn lacht met me mee. ‘Dat heb ik gehoord ja,’ zegt hij.
‘Nou, u hoort wel de goede kanten van mij hoor,’ zeg ik lachend, ‘lekkere eerste indruk weer, hoor.’
‘Interessant, interessant,’ mompelt hij.
Hij verteld kort iets over zichzelf, maar kort is daar wel een groot woord voor. Hij verteld over zijn eerste jaren hier en over zijn favoriete leerlingen, die hem altijd cadeautjes en alles stuurden. Ik luister aandachtig, in de wetenschap dat ik er later misschien nog iets aan heb, of dat. Oké, ik weet geen tweede reden eigenlijk. Als laatste stel ikzelf voor om elke vrijdag samen te komen om de week door te spreken, zodat hij me kan vertellen hoe ik het gedaan heb en waar ik aan moet werken. Ook kunnen we dan de aankomende week door bespreken. Het klinkt als veel tijd en moeite, maar ik wil het later wel goed doen. Mijn kans grijpen om er nu van te leren, nu het kan.
‘Ja!’Hij lijkt oprecht enthousiast met mijn initiatief. ‘Dat is een heel goed plan! Dat ik daar niet eerder aangedacht heb.’ Vervolgens valt hij even stil, alsof hem nu pas iets opvalt. Mijn hoofd kantelt zich uit vanzelf een beetje opzij, mijn wenkbrauw trekt zich op in een verbaasde uitdrukking.
‘Is er iets, professor?’
‘Jemig, ik zie nu pas dat het al heel laat is. Ik heb je veel te lang op gehouden. Zal ik met je meelopen naar je kamers? Ik weet de weg nog op mijn duimpje.’
Ik glimlach even. ‘Dat zou heel fijn zijn. Hoe goed ik Hogwarts ook ken, in het donker is het nog best ingewikkeld.’
‘Komt door de trappen,’ zegt Slughorn en ik hoor hij zijn stoel over de stenenvloer schraapt. Ik sta zelf ook op en schuifel voorzichtig achter hem aan. Het is nog best ingewikkeld, aangezien Slughorn soms vergeet aan te geven welke kant we op moeten. Mijn zintuigen hebben zich op scherp gesteld, mijn handen zoeken naar alle mogelijke oppervlakken en met mijn voeten en blindenstok probeer ik zoveel mogelijk zelf de trappen op tijd te zien aan komen. Uiteindelijk komen we dan toch bij mijn kamer aan en ik houd nog net een opgeluchte zucht binnen.
‘Bedankt voor het meelopen, professor.’
‘Geen probleem, geen probleem. Ik zie u tijdens het ontbijt, professor Adams.’
‘Ik u ook, een soort van dan.’
Ik vis de sleutel uit mijn broekzak en pruts hem in het sleutelgat. Het duurt even voordat ik hem gevonden heb, maar uiteindelijk krijg ik de deur open. Ik heb geen idee hoe laat het is, maar ik pak mijn pyjama van het bed af, die Sprout en ik daar zorgvuldig voor me neergelegd hebben, poets vlug mijn tanden in hoeverre dat vlug gaat bij mij en plof dan in mijn zachte Hogwarts bed.
Er zijn nog geen reacties.