002
"Goeiemorgen liefje, hoe gaat het?" Vroeg mijn tante lachend. "Ik voel me prima." "Je hoeft niet naar school het is zaterdag." "Fijn." Ik pakte mijn telefoon en belde Julliea. "Oké ben er zo!" Ik trok mijn schoenen aan en pakte mijn jas. "Doei" riep ik. Ik pakte mijn fiets en reed naar het verlaten huis. Ik zette mijn fiets in de schuur. En liep naar binnen. Ik zocht beneden maar daar was niemand dus besloot ik boven te gaan kijken. Ik hoorde iemand praten. Ik liep op het geluid af de derde kamer in. En daar zag ik mijn vier vrienden zitten. "Hoi" zei ik. Ze draaiden zich om en zeiden tegelijk "hoi". Ik liep naar binnen en ging zitten. "Gaat het een beetje Lu?" "Ik voel me prima echt! Maak je nou maar geen zorgen." "Oké als jij het zegt." "Waar hadden jullie het over?" "De vakantie. Maandag is de laatste schooldag." "Yesssssss!" Schreeuwde ik. "Rustig Lu." "Ik heb gewoon genoeg van school" "Wij ook hoor" zei Maurice. "Het is het enige waar ik nu vrolijk van wordt. En natuurlijk ook van jullie!" "Lu we hadden het net over het strandhuisje waar we zo graag naar toe wouden." "Zijn pa heeft het geregeld" riep Ry. "Super" wist ik eruit te gooien op een opgewekte toon. "Ja ik verheug me er op" zei Julliea. "Sorry jongens maar ik moet gaan" "Waarom?" "Gewoon ik moet gaan." Ik stond op en liep de trap af. Ik deed de deur op en ging naar buiten. Ik hoorde iemand de trap af rennen. Maurice kwam naar me toe gelopen en vroeg wat er was. Ik zei: 'niks er is helemaal niks Maurice!' "Lucy ik weet dat er iets is. Je kunt het me gewoon zeggen." "Nee dat kan ik niet." Ik pakte mijn fiets en reed weg. "Lucy!" Hoorde ik achter me. Opeens zag ik wazig net zoals op school toen ik het hoorde. Ik moest weer huilen. Ik was gemeen tegen mijn beste vriend. Ik voelde me rot. Sinds ik gehoord had dat mijn nichtje dood was had ik vreemd gedaan. Ik was mezelf niet meer. Alles was anders nu zij er niet meer was. Ik gooide mij fiets in de tuin en belde aan. Mijn tante deed open en ze zag mij betraande gezicht. "Lieverd, wat is er aan de hand?" "Niks" zei ik. Ik rende de trap op. "Lucy" hoorde ik haar nog roepen. Ik negeerde haar. Na een tijdje riep mijn tante. Maar ik had geen honger dus bleef ik boven. Na uren zitten denken viel ik in slaap.
Er zijn nog geen reacties.