Als eerste heeeel erg SORRY dat ik zo lang niet geschreven heb.! Nou ja, ik had wel geschreven maar ik was te lui om het over te typen van me telefoon naar me laptop 9;
Maargoed. Hier dan een stukje!

~Ben wel van plan meer te schrijven (;

Pas na een half uur sta ik op en besluit even te douchen. Ik heb nog nooit gedoucht, want wij hadden alleen een bad. De duizenden knopjes maken me duizelig. Hoe kun je hier ooit tussen kiezen? Ik druk op een willekeurig knopje en meteen spuit er een lading schuim uit de muren. Hè gatver. Ik druk op een ander knopje, maar dat maakt her er niet beter op. De sterk geurende douchegel spuit in m’n ogen. Deze douche is duidelijk gemaakt voor mensen die groter zijn dan ik. Als ik eindelijk het goede knopje heb gevonden, waar water uit komt, spoel ik zorgvuldig mijn ogen schoon. Als ik net weer een beetje een normaal zicht heb en m’n ogen niet meer prikken, klopt Jenny op de deur. ‘Rosemay! Eten!’ Ik hoor hoe het tikken van haar hakken wegsterft in de gang en ik droog me af. Dan open ik de enorme inloopkast. Ik vind een broek die heel erg lijkt op mijn eigen jagersbroek thuis. Ik trek er een wit shirt op aan. Als ik langs de spiegel loop, zie ik dat mijn haar keurig over mijn schouders naar beneden valt. Tot op mijn heupen. Ik vlecht mijn haar in een vlecht zoals ik het altijd draag en loop naar de eet coupé. Als mijn vader me ziet, schudt hij zijn hoofd. ‘Net je moeder vroeger. Die droeg ook altijd hetzelfde.’ Mijn moeder en ik kijken hem beledigd aan. Mijn blik valt op Briar. Zijn haren zitten zoals altijd, maar hij heeft een blouse aangetrokken en een herenbroek. Hij lijkt ouder. We lopen langs het buffet en ik kies de lamsstoofpot. Ik hoor mijn vader opnieuw hard zuchten. ‘Wat nou weer?’, mompel ik een beetje geërgerd. Dan zie ik mijn moeder grinniken en besef ik dat ik hetzelfde opschep als zij altijd deed. Dan schiet ik ook in de lach. En terwijl er helemaal niets te lachen valt, terwijl we eigenlijk heel verdrietig hadden moeten zijn, word het een gezellige avond.

Die avond lig ik te woelen in bed. Ondanks dat ik heerlijk lig en de zachte nachtjapon me goed warm houdt. Ik blijf baar denken aan het feit dat Briar en ik allebei de arena in moeten. Ik hoop dat er bos is. Anders ben ik sowieso verloren. Zouden Briar en ik een bondgenootschap sluiten? Ja toch? Van alles spookt er door mijn hoofd die nacht. Totdat Jenny op de deur klopt en roept dat het etenstijd is. We zitten nog zeker een dag en een nacht in deze trein, dus ik besluit dat ik later wel een douche kan nemen. Ik trek weer dezelfde broek aan met hetzelfde witte shirt. Ze zijn niet vies. Alleen een beetje gekreukt doordat ze de hele nacht op de grond hebben gelegen. Als ik nu niet in deze verstikkende trein zat, maar thuis in het bos met Max en… Oké stop. Hier moet ik niet over nadenken. Max is hier niet. Dit is District 12 niet. Dit is wel een verstikkende Capitooltrein. Dus ga ik naar het ontbijt en eet zwijgend mijn portie op. De rest van de dag dwaal ik door de trein op zoek naar iets. Ik weet niet zo goed wat. Maar als ik eenmaal in de achterste coupé ben, een heel eind weg van mijn slaapcoupé, weet ik dat ik dat dit zocht. Er zijn grote ramen en je kunt overal om je heen de omgeving zien. We rijden voornamelijk door het bos. Mijn gedachten dwalen weer af naar Max. Terwijl ik me dat juist verboden had. Hij zit nu vast in het bos te wachten tot er een eekhoorn langs rent, met geluk een hert. Dan gaat hij naar de As, verkoopt een deel en zorgt dat zijn drie jongere broertjes en zusjes de rest krijgen. En dan voel ik een heel sterk verlangen om daar te zijn.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen