13. The last nimf
Abby POV.
Ik zat aan tafel terwijl iedereen gulzig genoot van het avondmaal dat mevrouw Wemel gemaakt had. Ik schrokte alles naar binnen, omdat ik zo snel mogelijk naar mijn kamer wou gaan om het dagboek te lezen. Mijn nieuwsgierigheid prikkelde, waardoor ik nog sneller begon te eten. 'Ben klaar.' zei ik en liep van tafel. Misschien was het wel onbeleefd, maar op dit moment kon me dat helemaal niets schelen. Ik liep naar mijn kamer en sloot de deur. Snel pakte ik het dagboek van onder mijn bed en begon te lezen, terwijl ik op de grond zat en leunde tegen de muur.
15 Januari 1963
Het is koud en vochtig in de grot. Ik hoor geen enkel geluid, zelfs niet van de vogels, die meestal vrolijk floten. De stilte was ijzig, waardoor ik rillingen kreeg. Ik was helemaal alleen in deze kleine grot. Mijn lichaam was bevroren en mijn lippen waren bijna in ijs veranderd. Deze plek nam al mijn vreugde weg, zodat er alleen nog verdriet en pijn overbleef. Ik vroeg mezelf af hoe lang ik dit nog zou volhouden. Als ik geen goede reden had, dan was ik nu al dood. Maar ik had een reden om te blijven leven. Het was voor hem. Hij gaf me moed om door te gaan, ook al was hij mijlenver van hier. We voelden elkaars aanwezigheid. We waren verbonden met elkaar. En ik haatte mezelf daarom. Door die verbondenheid, bracht ik hem in gevaar. Hij had alleen maar pijn en verdriet door mij, maar hield toch van me. Hij was nu ergens op een plek waar het veilig was voor hem, waar hij kon doen wat hij wou. En ik was op een plek waar niemand me ooit zou vinden.
Ze noemden ons monsters, verschrikkelijke wezens die je met één blik konden doden. Daarom moesten alle nimfen dood. Één voor één doodden ze mijn zusters. Mijn familie. Wisten ze maar hoe het echt zat. Nimfen waren niet kwaadaardig, maar lieflijk. Het waren een soort engelen, maar dan met duistere krachten. We waren monsters, omdat we die krachten hadden. Maar wat we diep van binnen waren, deed er niet meer toe. Iedereen moest sterven. De wereld was beter zonder nimfen. Daarom was ik hier verborgen. Ze mochten me niet vinden. Dan gingen ze me doden en niet alleen mij. Mijn geliefde zou dan ook sterven. Deze verbondenheid zou onze dood worden.
De oorlog zou eraan komen. De oorlog waarbij het goede tegen het kwade zou moeten strijden. En of ik het nu wou of niet, ik zou naar het kwade gaan. Ik werd geroepen. Het was tegen mij wil, maar ik kon het niet verzetten. De gedachte dat ik tegen mijn geliefde zou moeten vechten die in het goeie zat, maakte me bang. Als ik geroepen werd, kon ik niets meer doen. Dan was het voorbij en zou ik alles doen wat mij beveeld werd. Zelfs mijn geliefde doden.
Vele mensen wisten het niet, misschien als ze het wel wisten, zouden ze meer respect voor ons hebben. Maar als de lorlog voorbij was, zouden we hoe dan ook sterven. We werden eerst geroepen, daarna sterfden we. Ik was de laatste nimf, dus ik zou sterven. Maar ik sleurde ook mijn liefde mee in het graf. Nimfen waren altijd al voorbestemd om te sterven. Samen met hun geliefde. Deze vloek volgde iedere nimf. Hiermee stop ik het. Ik ben de laatste nimf op aarde, dus er zal geen enkel slachtoffer langer moeten sterven. De vloek zou stoppen als de laatste nimf stierf, en dat was ik.
Reageer (1)
OMG je maakt me zo nieuwsgierig naar het vervolg !
1 decennium geledenPlease ga snel verder ?!
xx