“Dus…”
Zijn ogen keken me lief aan, met iets van waakzaamheid te lezen.
“Mag ik iets vragen?”
Hij gaf een knik en staarde terug voor zich. Ik legde voorzichtig mijn armen om zijn boven arm, mijn hoofd er tegenaan leunend.
“Waarom…” ik zocht naar de juiste woorden om dit te vragen,”waarom blijf je eigenlijk bij mij?” Hij leek men vraag niet te snappen. Zijn ogen vulde zich met verbaasdheid.
Ik probeerde het uit te leggen,” Die vrouw daarnet, in het theater en die meisjes, ze lijken jou allemaal te willen en toch… ze zijn mooier, vast ook wel slimmer en beter dan ik, waarom kies je dan toch mij?” Mijn favoriete lach kroop langs zijn gezicht en krulde zijn mondhoeken omhoog.
“Ten eerste, kunnen ze aan jou niet tippen,” zijn ogen flitste naar beneden en vlug terug op de weg.
“Ten 2de?”
“Ten 2de,” lachte hij,”Er is iets wat jou, iets wat me iedere keer weer verbaast.”
“Wat dan?”
Hij keek me terug aan en trok me naar hem toe, zodat ik half op zijn schoot kwam te zitten, onze ogen op dezelfde hoogte. “De geur van je haar, de zachtheid van je huid en de kleur van je ogen. Je bent niet bang van me, lijkt me niet te vrezen en je houd geen afstand als de andere. Je vreest ook niet om kwaad op me te zijn en iedere keer weer als je naar me lacht, is er een deeltje van men hart dat terug lijkt op te leven, in men dode lichaam.” Ik wou protesteren, maar hij ging ongestoord verder.”De manier waarop je je eten op eet in de ochtend en mompelt in je slaap, zijn adembenemend. Als je men koude huid aanraakt, lijkt hij op te warmen en het gevoel van die kus daarnet. Is het beste gevoel dat ik ooit meegemaakt heb.” Zuchte hij.
Ik probeerde een antwoord te zoeken, maar hij had me verbaast. Nooit had ik geweten wat ik kon. Ik wist wat hij kon, alle kleine dingen die hij deed. Alle trekjes van hem die me deden smelten zonder hij er benut van had, maar nog nooit, nooit had iemand gezegd dat ik dat allemaal kon. Hij lachte en keerde zijn hoofd naar het gang pad. Een tientallen hoofden schoten weg achter hun zetels en probeerde te doen alsof ze niet alles hadden afgeluisterd.
“waw” kreeg ik voor elkaar, ik was trots. Hij lachte en schoof op naar het raam, zodat we minder zichtbaar waren voor de andere. Zijn ogen zaten vast aan die van mij. Wegkijken was onmogelijk. Opgesloten in een oneindige blik, van ongezegde woorden. Ik beet op men onderlip en drukte vlug, een kusje op zijn lippen, die alweer omhoog krulde.
Opeens werden zijn ogen groot, zwart en alles gebeurde in een flits. Vooraan had Mr. Hollow zijn hand aan een oud stuk ijzer gesneden en drupte bloed uit zijn vinger. Het druppelde op de voerbekleding en geurde de bus naar bloed.

Reageer (1)

  • Zucht

    Oo bloed is nie goed(6)

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen