12. The diary
Abby POV.
'Ja hé?' antwoorde ze duidelijk trots over haar eigendom. 'Waarom zijn we de enige hier?' vroeg ik verbaasd toen ik merkte dat de bibliotheek helemaal leeg was, behalve ons twee. 'Ach ja, waarom gaan mensen tegenwoordig niet meernaar bibliotheken? Het is te verouderd en ze denken dat ze geen boeken meer nodig hebben. Mensen denken dat ze alles weten, hoewel de wereld vol met mysteries en vragen zit. Boeken geven antwoorden op vele vragen en aangezien deze bibliotheek er vol van zit, denk ik dat ik je wel kan helpen.' vertelde de vrouw. Ze had krullend grijs haar en glimlachte heel vriendelijk. 'Ik zoek de afdeling van speciale wezens, zoals vampiers, weerwolven en...' begon ik. 'En nimfen?' volgde ze me aan. 'Volg mij.' zei ze en liep de trap op, terwijl ik haar probeelde bij te houden. Voor een ouder persoon, liep ze nog heel snel op haar kleine hakjes. Ze ging van de ene gang naar de andere en het leek wel een echt labyrint voor mij, maar zij kende alles zo te zien met haar ogen dicht. 'Ehm, hoe wist u dat ik zocht naar informatie voor nimfen?' vroeg ik snel terwijl ik zelf moest rennen om haar te kunnen volgen. 'Oh, liefje, ik wist het vanaf het moment dat ik je zag.' zei ze terwijl ze naar de juiste afdeling zocht. 'Maar, hoe?' vroeg ik verbaasd. Ze stopte en keek me met een glimlach aan. 'Je ogen, liefje. Je prachtige ogen, zo liefdevol, met een kleine flikkering. Trouwens, bij normale ogen, kan je een weerspiegeling zien. Bij jou ogen niet. Mensen kunnen eindeloos verdwalen in je ogen en soms zelf de weg niet meer terugvinden.' sprak ze.
De woorden die de vrouw sprak, leek wel op dichtertaal. Alsof alles wat er uit haar mond kwam, poëzie was. Ze liep verder en kwam toen eindelijk aan op de plek waar ze moest zijn. We stonden in een kleine afdeling met drie grote boekenrekken en een plekje in het midden, waar ik me zou kunnen zetten om de boeken te lezen. 'Hier, ik laat je nu maar alleen.' zei ze en wou weglopen. 'Wacht!' riep ik snel. Ze draaide haar om en keek me aan. 'U kunt me misschien helpen.' zei ik. 'Dat zou ik heel graag doen. Maar soms moet iemand zijn eigen weg gaan en kan hij de meeste steun van iemand krijgen, doordat die persoon hem met rust laat.' sprak ze weer. Ze liep weg en liet me verbaasd achter. Ik gaf een blik op de boekenrekken en zuchtte. 'Hoe kon ik hier ooit een antwoord vinden op mijn vragen? 'De derde rij, tweede boekenrek.' zei de vrouw terwijl ze snel voorbij liep. Ik glimlachte en zag haar dan uiteindelijk verdwijnen om een hoekje. Ik keek naar de rij die ze beschreef en zag zo'n twintig boeken. Ik nam ze er allemaal uit en legde ze op de grond in stapeltjes. Ik zat neer en begon te bladeren in boeken, zoekend naar het woord 'nimf'.
In elk boek dat ik las, vond ik altijd dezelfde informatie. Het was precies hetzelfde dat ik had gelezen in de bibliotheek van Zweinstein. Over de ogen en hoe een nimf haar leven kon doorgeven aan een stervend persoon. Maar niets anders, geen meerdere uitleg over mijn krachten of een reden waarom Fred die dromen kreeg. Ik wou bijna de moed opgeven, maar besefte dat dat niet mocht. Deze bibliotheek was mijn enige hoop op antwoorden en dat ik ooit iets zou begrijpen van mijn leven. Ik merkte helemaal onder de stapel boeken een klein, oud boekje. Het leek helemaal niet op een bibliotheek boek, maar meer op een agenda. Ik haalde het boekje vanonder de stapel en zag dat het een dagboek was. Ik opende het en keek naar de eerste pagina.
Elisabeth Parkers.
Het leven van een nimf.
Dit was perfect. Wie kon beter uitleggen hoe een nimf was, dan een echte nimf zelf. Ik keek in het dagboek en zag dat het volgeschreven was. Ik ruimde snel de andere boeken op en liep naar beneden, na mijn weg gezocht te hebben in het doolhof, naar de vrouw. 'Kan ik dit boek lenen, alstublieft?' vroeg ik beleefd. Ze probeerde vriendelijk te lachen, maar het leek nogal bekrompen. 'Ik wist wel dat je dat boek zou kiezen.' zei ze en ik wist niet goed of dat positief of negatief bedoeld was. 'En ja, natuurlijk.' zei ze. 'Danku.' zei ik beleefd en liep naar buiten. 'Veel succes.' zei ze voor ik de deur uitliep. Ik ging naar de winkel van Fred en George, die er net uitkwamen. 'Oh, we gingen net naar jou komen.' zei Fred. 'Hoe was het in de bibliotheek?' vroeg George. 'Goed, ik heb wat ik zocht.' zei ik. 'Kom dan gaan we.' zei Fred. Ik stond bij hem terwijl we verschijnselden. De hele tijd dacht ik aan de bibliothecaresse's bezorgde blik naar mij toen ze het boek zag en haar laatste woorden. 'Veel succes.'
Reageer (2)
Is die bibliothecaresse misschien ook een nimf? Dat ze er daarom zoveel over weet? Oeehh spannend, snel verder hahaah
1 decennium geledenIk ben benieuwd wat er in staat en waar ze achter komt.
1 decennium geledenSnel verder!