Sorry, voor het wachten! Dit deel is niet geschreven vanuit Scorpius, maar gaat over Scorpius!

Veel plezier!

Toen hun ouders uit het zicht waren verdwenen gingen ze weer recht zitten. Net op dat moment schoot de deur van hun coupe open.'Kan ik hier zitten?Alles is verder vol!?'. Een jongen met een bleek spits gezicht en witblond haar stapte hun coupe binnen. Hij keek hen vragend aan.'Tuurlijk!',zei Roos. De jongen ging zitten. Hij kwam Albus vagelijk bekend voor. Zijn vader had over hem verteld. de jongen die net binnen was gestapt was....'Jullie zijn vast familie van de Wemels, he?',vroeg de jongen ineens lijzig, wijzend naar Roos.'Ja, mijn vader heet Wemel van de achternaam, mijn moeder nu ook maar die heette eerst anders.',zei Roos trots. 'En jullie zijn dan zeker Potters', zei de jongen zich naar Albus en James wendend. Ze knikten. Opeens riep Albus uit:' Jij bent een Malfidus! Ja, toch? Ik weet het weer! Mijn vader zei dat de Malfidussen een zoon hadden! Sorpius...ofzo?'. 'Scorpius. Scorpius Malfidus.',zei Scorpius verveeld.

Een uur later kwam Lizze Albedil(een klassenoudste van Ravenklauw) hun vertellen dat ze zich maar beter konden gaan omkleden, omdat ze er al bijna waren. De zenuwen vlogen nu echt door Albus heen. Hij vroeg zich af of zijn vader dit ook zo had mee gemaakt. Hij besloot om daar later een brief over te sturen.

Toen ze uit de trein klommen hoorde hij een stem:' Eerstejaars! Eerstejaars, hierheen. Alstublieft!',reopen. Dat was Hagrid. Hij zei zijn broer gedag en liep samen met Roos en Scorpius richting Hagrid.' Waar hoop jij terecht te komen?',vroeg Scorpius aan Albus.'Ehmmm... het liefst Griffoendor.'. 'Ik het liefst in Zwadderich, uiteraard! Mijn hele familie heeft daar gezeten!', zei Scorpius.'En jij?',vroeg hij aan Roos. 'Oh, mij maakt het niets uit. Mij lijkt Griffoendor wel het beste, alhoewel ik ook wel een sterke voorkeur voor Ravenklauw heb... Nou ja, ik zie het wel!', zei ze vaag. Hagrid begleide de eerstejaars naar de bootjes die hun naar Zweinstein zouden brengen.

Proffesor Anderling kwam hun tegemoet terwijl ze richting Zweinstein liepen. Eenmaal in de Grote Hal aangekomen zei ze:' Eerstejaars? Ik wil dat jullie hier een nette rij vormen achter elkaar en dan wachten tot ik jullie binnenroep. Als je binnenbent ga je aan de zijkant van de Grote Zaal staan en wacht je tot ik je naam noem dan loop je naar voren en zet je de Sorteerhoed op. Die zal jullie dan verdelen over de Afdelingen.'
Proffesor Anderling liep de Grote Zaal in en kwam na ongeveer tien minuutjes terug.'Volg mij, eerstejaars!',riep ze. En ze liep met kordate passen de Grote Zaal in.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen