Road O42
Eindelijk zit ik op mijn fiets. Eindelijk kan ik van die vrijheid genieten, zoals ik nog nooit gedaan heb. En het voelt zo goed. Maar tegelijkertijd stel ik me anders op.
Ik neem dit keer de moeite om de dingen om me heen in me op te nemen; alle grasvelden waar ik langs fiets, de parkjes, de kleine beekjes..
Alle gewoonste zaken van de wereld, zou je kunnen zeggen. Maar niets is minder waar. Ik steun met beide ellebogen op het stuur van mijn fiets, terwijl er een heerlijk winterbriesje door mijn haren heengaat. De temperaturen voelen exact aan zoals ik me voorgesteld heb. Precies zo heb ik ze in mijn hoofd kunnen laten afspelen. Verzachtende woorden hebben mij doen kalmeren, een paar minuten geleden. Een vrouwelijke arts heeft me erop gewezen dat ik nog rustig aan moet doen, in de tijd dat ik weer naar school zou mogen. Of ik daadwerkelijk naar school wil? Ik zou alleen voor de lessen gaan, de leerlingen doen me niks.
Vrijwel niks, eigenlijk. Ik kan weer een sprintje trekken, vanaf de gymzaal naar de andere kant. Dan zou ik uitgeput aankomen, maar ik heb plezier.
Ik hoor mijn hart in mijn keel kloppen bij die gedachte. Een moment wens ik dat alles weer normaal zou gaan, dat het de gewoonste zaak van de wereld is dat ik weer met beide benen op de grond sta, en verder door zou gaan met leven, zoals ik nu doe. Het is een erg lange dag, een te lange dag, voor mijn gevoel.
Ik blijf doorfietsen. En doorfietsen. En doorfietsen. Om de zoveel tijd laat ik mijn ogen over een aantal plekken glijden, waar ik langs kom, wat interessant genoeg is om toch te bekijken. De zilverkleurige telefoon in mijn hand lijkt groter te worden, naarmate de minuten verstrijken. Zelf kan ik niet zo goed met deze spanning om gaan. Telkens als het woord 'spanning' gebruikt wordt, kan ik niet meer normaal denken. En dat is niet fijn. In tegenstelling tot gisteren, is de spanningsboog zeker gegroeid, in de loop van de dag. Ik probeer er alles aan te doen, om het te kunnen vergeten. En om daarna door te gaan.
Niet dat deze techniek mij beter maakt, nee, ik zou er nog veel meer van kunnen leren dan ik zelf denk. Wat ik ook denk, of wat ik ook doe in de tijd dat ik zou herstellen, neem van mij aan dat het gaat werken. Als het niet nu is, is het over een paar dagen. En als het dan nog niet werkt, dan een paar weken, of maanden. Een zucht verlaat mijn lippen. Ik kan het wel aan, als ik het zelf maar wil. Doordat het gevoel mij wijsmaakt dat ik nog niet klaar ben, laten mijn voeten een andere kant van zich zien, die ik nog niet ken. Wat raar, ik zou toch zweren.. Nee, wacht eens. Ik weet het. Mijn hart leidt ze. Mijn hart leidt ze de juiste weg.
Golven van wispelturige gevoelens geven zich in mijn lichaam aan, dat ze eruit willen. Dat ze hun eigen gang willen gaan, als ze er eenmaal uit zijn.
Terwijl mijn voeten het verdere werk doen, besluit ik om voor eventjes, eventjes maar, mijn ogen langzaam te sluiten. Natuurlijk weet ik dat ik op moet letten, maar voor een paar seconde.. Kan het wel. Dacht ik. Ik had gehoopt dat ik in mijn eentje ergens zou komen. Maar niets is minder waar. Grote afschuwelijke angsten razen opeens door mijn onderbuik. Is het wel zo'n goed idee geweest om met de fiets te gaan, en dan meteen nu? Meteen nadat ik uit het ziekenhuis ontslagen ben? Ik vind het eerlijk om te zeggen hoe ik me hierover voel. De angsten komen me heel doelbewust achterna, alsof ze niet weten of ze nou wel of niet goed bezig zijn. Opnieuw overspoelt een akelig gevoel, maar dit keer is iets anders. Misselijkmakende geluiden vormen de drang om alles eruit te gooien. Kom op Eva, als je het nu niet doet.. Het moet eruit. Ik stop halverwege mijn rit. Langzaam komt het besef toch nog. Ik stap af, en ik zet mijn fiets aan de kant, ergens waar hij niet in de weg staat. Met mijn handen in mijn haren gevlochten, laat ik mezelf heel langzaam zakken, totdat ik op de grond zit. Weliswaar is dit buiten, het maakt mij niks uit waar ik nu ben. Het lukt me niet om me van mijn eigen gedachten te ontdoen. Om ze voor even kwijt te raken.
Misschien is het te moeilijk, te lastig om ze meteen nu uit mijn gedachten te bannen. Ik heb een goede afleiding nodig. En als ik nou eens zou weten wat..
Ja! En nu nog in de hoop dat het zou werken, dan ben ik niet alleen tevreden, maar is mijn hart dat ook.
Whoop whoop, 800 woorden! Zo zo, dus weer een extra lang hoofdstuk, goed hea?
Reageer (1)
Aaaaahw, i love long chapters <3
1 decennium geleden