Hoofdstuk 35
Die middag zocht ik mijn weg in het drukke stadsverkeer, speurend naar winkeltjes die jurken verkochten, en de warenhuizen met de meer praktische kleding. Ik besloot te beginnen met de jurk, omdat ik dan minder hoefde mee te slepen bij het passen van dat ding. Ik bedoel: hoe zwaar kon een jurk zijn?
Helaas was mijn logica niet sluitend, want een jurk kon erg zwaar zijn. Zeker als de verkoopster zo weinig verkocht dat ze je bijna dwong om er ook nog bijpassende schoenen, sieraden en haarspullen bij te nemen. Zelf zag ze er mager en bijna ziekelijk uit in de kleding die ze verkocht. Ze droeg ze waarschijnlijk als reclame, maar het zag er niet aantrekkelijk uit. Als ik mijn lichaam – wat er toch uit zag als dat van iemand met een eetprobleem – vergeleek met het hare, kon ik niets anders dan zien dat ik gezond en sterk was. Aangezien ik vandaag had besloten al mijn toelagen voor de komende zes maanden alvast te besteden aan kleding nam ik haar adviezen maar ter harte. Uiteindelijk liep ik de winkel uit met een enorme, zware tas met één jurk, een paar schoenen en een heleboel andere dingen erin.
In het warenhuis botste ik tegen alles en iedereen op. De vrouwen en mannen die er werkten keken me chagrijnig aan toen ik een tafel omstootte. Ik mompelde zo’n twintig verontschuldigingen en snelde weer verder.
Ik had geen idee wat Nathaniëls maat was, dus ik vergeleek de modellen met mijn eigen shirts. Hij was een beetje breder dan ik, en langer, dus twee maten groter moest wel goed zijn… toch? Omdat ik hem niet wilde laten zitten kocht ik maar gewoon een paar shirts in elke maat. Punten zat.
Vlak voor ik naar de kassa liep griste ik nog tien paar sokken mee uit de rekken. Ik vermengde de mannenkleren met die voor mij en hoopte maar dat ze er geen vragen over zouden stellen. Dat ze geen hele verhalen hadden bij ieder kledingstuk wat ik kocht. Dat had ik één keer gehad. Ik stond toen een half uur langer in de winkel dan gepland, in de pauze van school.
Gelukkig voor mij hadden ze niet genoeg interesse in een onbekende om me verbaasd aan te staren bij het zien van de jongenskleding. Ze vroeg me zonder blikken of blozen naar de belachelijke prijs op het scherm van de kassa. Ik haalde achteloos mijn betaalkaart door de scanner heen en probeerde heel hard niet te denken aan alle 'lessen' die mijn moeder me gegeven had over het kopen van dingen die je eigenlijk niet per se nodig had. Gelukkig had ik de kleren redelijk hard nodig, en Nathaniël nog veel harder, dus voor mij was het gerelativeerd.
Toen ik de winkel uit stapte had ik vier tassen aan mijn polsen hangen. Ik haastte me terug naar de schoolcampus en naar binnen in het appartement. Veilig en droog zocht ik naar een schaar om alle kaartjes van de kleding af te knippen. Ik zette kort mijn initialen in hoekjes van de stof, waar ze niet zo opvielen, maar wel genoeg in het oog sprongen om te snappen dat het niet was van wie dit ook in zijn handen kreeg, behalve mij. En Nathaniël, maar die kon het toch niet zien.
Ik stopte alles in de tas en smeet de oude kleren die eigenlijk niet meer draagbaar waren in de prullenbak. Toen realiseerde ik me dat ik daar andere mensen blij mee kon maken. Lorain, bijvoorbeeld. Zij had nauwelijks meer iets wat niet grijzig of bruin was, dus in feite waren mijn vaalrode shirts perfect. Bovendien roken ze nog fris en had ze waarschijnlijk wel ongeveer mijn maat. Ik vouwde ze op en stopte ze tussen de andere kleren, in de paar gaatjes die nog over waren. Samen met de bolletjes sokken voor Nathaniël.
De jurk zou ik op de terugweg niet netjes kunnen houden, maar voor nu maakte dat niet zoveel uit. Ik zag op de klok dat het feest over twee uur begon. Ik had nog eventjes om me klaar te maken.
Ik nam een douche, kleedde me om en deed er een eeuw over om de lagen en lagen zware tule van de korte rok op een enigszins kuise en bedekkende manier over de onderste lagen heen te draperen. De jurk was zwart en van mijn linkerborst tot net onder de onderste rib aan de rechter kant liepen nagemaakte pauwenveren over de tule heen. De schoenen die ik erbij had gekocht hadden een lage, smalle hak en een bandje achter mijn hiel langs. Ze waren net als de jurk zwart. Mijn haren stak ik op, lekker provisorisch, want ik was nu eenmaal geen styliste, en zette ik vast met glimmende speldjes die ook door de magere verkoopster in mijn handen waren gedrukt. Toen ik mezelf uiteindelijk in de spiegel bekeek zag ik er uit als opgepoetst zilver met neppe steentjes erin. Het zag er te gemaakt uit om mooi te zijn, maar was mooi genoeg om mijn goedkeuring weg te kunnen dragen. Zoals altijd was ik in dubio of ik de ketting wel om zou doen, of dat hij teveel van het goede was. Ik koos voor het laatste, omdat hij waarschijnlijk ook niet geweldig zou dansen. Ik had nooit van sieraden gehouden, ze waren lastig bij het bewegen, kostten punten die je beter aan andere dingen uit kon geven en konden alleen maar stuk gaan. Uiteindelijk verliet ik het gebouw met kippenvel op mijn benen - de jurk was koud! - en rende ik onhandig naar het hoofdgebouw.
Er stond een heel groepje jongens voor de ingang met sigaretten. Dat was compleet nieuw voor me. In het centrum waren de voorraden te schaars om over dit soort dingen te beschikken en thuis werden ze beschouwd als slecht en puntenverspilling, net als sieraden, eigenlijk. Het zou wel iets stads zijn, kon niet anders.
Een blond exemplaar trapte met zijn nette schoenen de peuk uit en deed een paar stappen naar me toe. 'Hallo, schone dame. Jou heb ik nog nooit eerder gezien, denk ik. Mag ik mezelf voorstellen: Nicholas.'
Ik knikte, maakte een spottende kniebuiging. 'Nou, Nicholas, ik geloof dat ik jou wel ken. Ik heb je vandaag nog lesgegeven. Schieten is niet je beste kant, nietwaar?'
Lag het nou aan mij of werd hij rood? Hij werd rood. Zijn kaken kleurden roze en er verschenen een soort schattige stressvlekken in zijn hals.
Hij boog zijn hoofd een beetje, alsof hij zich schaamde. 'Ik geloof dat je daar gelijk in hebt. Gelukkig kan ik wel goed dansen, mevrouw de schietdocente. Zin om dat van mij te leren?'
Ik zag even niets. Alleen een paar flitsen van een bekend gezicht, wat me vertelde dat dromen bedrog waren. Dromen zijn bedrog en moest ik niet geloven. Ga verder met je leven, Maeve.
Met maar een klein beetje schuldgevoel knikte ik langzaam. 'Ja, ik zou graag willen leren dansen.' Ik legde mijn hand om zijn arm en liet me door hem naar binnen begeleiden. De scherpe geur van tabak drong in mijn neus binnen, liet me een keer niezen. Ik zou nooit beginnen met roken.
Binnen stond de muziek hard aan. Het dreunde door tot in mijn longen en middenrif. Iedereen danste. Ik werd begroet door een paar leerlingen, maar kon verder gewoon opgaan in de massa. Ik was even geen Maeve. Ik was niemand.
Reageer (4)
N'ahwwww wat schattig <3
1 decennium geledenWeer goed geschreven zoals altijd en snel verder xx
En ik heb weer bijgelezen. c:
1 decennium geledenIk vond dit trouwens hele interessante stukjes, ik heb ze met plezier gelezen. ^^
ook al is Nathaniël er niet..... Het staat me niet aan dat die beslissing al vast ligt :'O Als Nathaniel namelijk niet kiest voor Maeniel, ga ik echt huilen ofzo! They're meant to be!
1 decennium geledenTof hoofdstukje!
1 decennium geleden(ok, ik heb echt geen inspiratie voor een deftige reactie, ik kan weer beginnen zagen over Maeniël maar dat ga ik maar zo laten, na hoofdstuk 36 zal ik wel wat wijzer zijn ^^)