Proloog

Ik loop door school met mijn zus Fleur. We zijn tweeling, maar lijken qua uiterlijk totaal niet op elkaar, een twee-eiige tweeling dus. Zij is blond, ik ben een brunette. Haar ogen zijn groen, de mijne blauw. En... Zij is dom, ik ben slim. Je kan zeggen wat je wil, maar het is echt zo. Al moet ik zeggen dat ze wel een gezond verstand heeft. Zij doet VMBO, ik tweetalig gymnasium. Toch zijn we de allerbeste vriendinnen. Ons verdere karakter lijkt ook echt op elkaar en we hebben dezelfde hobby's.
Ik loop naar mijn kluisje om mijn andere tas te pakken. Fleur loopt de andere kant op om naar haar les te gaan. Ze zit in een andere klas. Als ik mijn tas heb gepakt en de andere in mijn kluisje heb gedumpt loop ik naar de gymzaal. Daar staan bijna alle jongens en een stuk of 7 meisjes al te wachten. Tussen die meisjes staat Marit, een goede vriendin. 'Yo,' zeg ik en ik kom naast haar staan. Ze groet terug en we pakken beide onze mobiels. De gymleraar komt aanlopen en de rillingen lopen weer over mijn rug.
'Weer zo'n raar gevoel,' zeg ik. Marit antwoordt: 'Eva, niet zo para. Je hebt heus geen rare stalker of zo.' Ze grinnikt. Intussen is iedereen in de kleedkamers, dus lopen wij ook naar binnen, kleden ons om en gaan de zaal in.
Meneer Boogaard is erg streng. Vooral voor meisjes, omdat hij vindt dat die voor zichzelf op moeten komen en zich moeten kunnen verdedigen. Eerst lopen we 7 rondjes in de zaal. Ik loop altijd voor op de rest. Meestal train ik drie keer per week in hardlopen, ga ik eens in de week naar de sportschool en rijd ik een of twee keer in de week paard. Vandaag beginnen we een nieuwe sport; tennis. Ik heb er echt totaal geen zin in. Na afloop doen we trefbal. Ik ben er erg goed in en met de klas die ik heb, is het ook echt leuk. We zijn hartstikke enthousiast en kunnen overal wel iets leuks van maken. Wordt iemand gepest door een zesdeklasser of afgezeken door een leraar? De hele klas vliegt in de verdediging. Zitten we in een saai museum of een wiskundeles? Feestje bouwen. Leraren raken hier en daar overspannen van ons, maar dat verdienen ze. Dan heb je meneer Meesters, biologie. Hij vindt ons ge-wel-dig. We worden hier en daar voorgetrokken, we doen leukere dingen en de lessen zijn cool.
Het trefballen begint. Ik zit in een team met Marit en wat anderen. Ook Armin. Hij speelt trefbal als de beste. Hij maakt slingerworpen die bijna nooit missen en rent erg hard, waardoor hij bijna nooit uit gaat. De eerste bal wordt gegooid en Suzanne gaat er gelijk uit. Ik mag haar toch niet, ook al zit ze nu in mijn team. Ik krijg de bal, gooi Casper af en duik weg voor een andere bal.
De eerste ronde won mijn team. Het tweede potje ging moeizaam en verloren we. Nu zitten we op de bank. Het is het eind van de les en ik krijg weer rillingen, dit keer erger. Ik word duizelig... Toen... Zwart.