5. The third day
Ik begin het al te voelen; een zware druk op mijn hoofd die me er aan doet herinneren dat Julie alles hier controleert. Ze gebruikt haar mindcontrol ook op mij en ik probeer te doen alsof het werkt. Maar eraan weerstaan is veel moeilijker en ik denk eigenlijk dat ze er niet in trapt dat ik zogezegd door haar gecontroleerd wordt. Ik ben nu officieel haar leerling, wat inhoudt dat ik les van haar krijg. Maar in wat! Ze leert me hoe ik zo overtuigend mogelijk kan liegen, hoe je iemand knock-out slaat zonder die persoon ook maar pijn te doen… en het ergste van al: ik moet oefenen op een aantal slaven, onder wie Kaye. Ze blijven wel altijd lachen, alsof het hen niets doet, maar ik weet dat dat niet zo is. Ik heb al veel geprobeerd om tot Yvonne en Kaye door te dringen, maar dat lukt niet. Nu zit ik met Kaye in mijn kamer, ik heb hem met allerlei kleine klusjes opgezadeld zodat hij in mijn buurt blijft. Dat kan ik jammer genoeg niet bij Yvonne doen, zij is altijd in het paleis, aan de zijde van Julie. Ik kijk hoe hij mijn kast voor de tweede keer opnieuw schoonmaakt. Hij doet alsof het niets is terwijl ik le let de dag schuldiger voel. Ik kan het niet langer aanzien en vraag hem: “Kaye, ken jij de weg in het bos?” Hij draait zich verrast om en knikt in mijn richting. “Ik wil dat je met me mee gaat naar het bos want ik ken de weg daar niet.” Ik en nog nooit in het bos geweest, omdat ik het zo’n donker bos vond. Vroeger zou ik er gewoon binnen gewandeld zijn, toen kon het donker me niet zo veel schelen. Maar nu ben ik bang dat ik wordt betrapt door Julie en ze iets ergs met me doet. Ik heb gehoord dat ze heel wat heeft moeten doen om Yvonne aan haar kant te krijgen, wat me ook wel logisch lijkt. Maar ik begrijp gewoon niet wat er in die dagen eigenlijk gebeurt is en hoe Julie ineens kon ontdooien. Ik heb het mensen hier al zo vaak gevraagd, maar het enige dat ze zeggen, is: “Julie heeft er alles aan gedaan om het hier beter te maken. Dat is toch waar het om gaat?” En dan gaan ze over op een ander onderwerp. Ik word er helemaal gefrustreerd van. We lopen in de richting van het bos terwijl we zwijgen. De laatste tijd doen we niets anders dan zwijgen, maar ik durf niets te zeggen zolang we onder de mensen zijn. Als we eindelijk alleen zijn in het bos, sta ik stil en zeg: “Kaye, je moet me precies vertellen wat er in de dagen dat ik buiten westen was, is gebeurt. En zeg niet gewoon dat Julie het hier alleen maar een beetje heeft opgevrolijkt.” Ik kijk hem doordringend aan en merk dat hij wat ongemakkelijk naar de grond kijkt. Ik weet dat ik de enige ben die hem tegenwoordig nog bij zijn naam aanspreekt, maar hij moet mij nog altijd antwoord geven. “Julie heeft iedereen haar nieuwe methode uitgelegd en zo iedereen voor zich gewonnen. En iedereen die ertegenin ging, moest apart bij haar komen om uit te leggen waarom. Zij zou rekening houden met ons, of dat zei ze toch,” zegt hij aarzelend en zachtjes. “En heeft ze er rekening mee gehouden?” vraag ik. Ik weet zeker dat hij een van de personen is die bij haar heeft moeten komen. Kaye schudt zijn hoofd. “Ze heeft ons ook overgehaald.” Dat is het deel dat ik al weet, maar nu ik hem aan het praten heb, moet ik gewoon doorvragen. “En hoe heeft ze dat gedaan?” Op het eerste gezicht lijkt hij geen antwoord te gaan geven, maar uiteindelijk kijkt hij schuchter om zich heen en zegt hij gehaast: “Ze legde haar handen op onze slapen en dwong ons op de een of andere manier om mee te doen. Het voelde alsof ze keihard op mijn hoofd drukte. Ik heb Yvonne zelfs horen schreeuwen.” Ik kijk tevreden naar hem op. “Dank je.” Ineens grijpt hij naar zijn hoofd en weet ik dat het moment over is. Maar dan besef ik iets: Julie kan hem nooit bereiken van zo ver. En als ik me omdraai, wordt dat ook bevestigd. Glimlachend staan Julie en Yvonne tussen de bomen. “Slim om het bos in te gaan. Hoewel, ik heb je wel gedwongen om het niet te doen, dus het is een beetje overduidelijk dat jij net als Yvonne en ik bent,” zegt ze op zingerige toon. Ik voel de woede opborrelen en probeer het te onderdrukken. Ineens doet ze haar hand omhoog. Ik weet perfect wat ze daarmee kan doen, dus ik zet het op een lopen. Ik voel hoe ze me onderuithaalt van op een afstandje. Met een smak kom ik op de grond terecht en geef een schreeuw. Mijn handen zijn geschaafd en mijn knie bloedt als ik terug rechtkom, met een woedende blik op mijn gezicht. Julie lacht. ”Wees maar zo boos als je wilt zijn, je kunt er nu toch niets meer aan doen. Wie stout is geweest, moet gestraft worden.” Julie haalt uit in de lucht met haar hand en maakt zo een blauwkleurige lint in de lucht die ze als een zweep gebruikt om mij naar achteren te slaan. Met een striem over mijn hele gezicht word ik naar achteren geslingerd en knal tegen een boom. Uitgeput en kapot van de pijn zak ik in elkaar op de grond. Ik zie hoe Kaye zich zeer geschrokken naar mij toe haast om me recht te helpen. Dat mag hij normaal niet doen. Hij moet enkel iets doen als hem dat gevraagd wordt. Ik voel hoe mijn hart een sprongetje maakt bij het zien dat vriendschap toch boven Julies mindcontrol gaat. Als ik weer recht sta, zie ik dan ook haar verbaasde blik. Ze is niet zo sterk als ze dacht te zijn en besluit om Kaye te straffen. Zodra hij me loslaat, zie ik dat hij helemaal omslaat. Hij wil knielen voor Julie en haar om vergiffenis smeken, maar Julie laat hem haar toorn voelen. Hij schreeuwt het uit en ik weet dat ik hem niet kan helpen, maar ik kan wel weer lopen. Dus ren ik in de omgekeerde richting verder het bos in. Ik besef pas dat Yvonne achter me aankomt als ze mijn naam roept. “Leyli!” Ik schrik ervan, maar blijf lopen. Als ik hier levend aan kan ontsnappen, kan ik hen misschien helpen. Pas dan schrik ik van mijn eigen reactie: ik loop weg van mijn vrienden die in gevaar zijn, maar om de een of andere reden denk ik niet dat Julie Kaye zal vermoorden. Ze zal hem hooguit een paar flinke littekens geven. Althans, dat hoop ik toch. Als ik voel hoe mijn benen het bijna opgeven, bedenk ik le dat er niet echt een weg uit de hemel bestaat. Waar moet ik heen? Het bos lijkt eindeloos te zijn, tot ik een verblindend licht in de verte zie. Er is geen weg uit, maar wel een weg in! Ik ren zo hard ik kan naar de poort toe. Ik ben blij dat het bos naast de poort ligt en stop hijgend op het plein voor de poort. Sinds Julie is hier niemand meer gekomen, niemand wordt nog gekroond en niemand studeert nog af. Maar er is niets aan de poort verandert. Deze doorgang naar de hemel kan alleen maar gebruikt worden door engelen. Dus als je afstudeert, komen de engelen je halen en nemen je mee naar de hemel. Ik begrijp niet hoe ze in de hemel niet weten wat hier gaande is. Het is verdacht stil en leeg. Verward kijk ik om me heen en ontdek dan Yvonne die nog tussen de bomen staat en niet verder lijkt te durven. Ik heb geen idee waarom, maar loop vol vertrouwen naar de poort toe. Misschien kan ik een engel roepen om me te helpen en horen ze het dan wel. Nog voor ik aankom bij de poort, voel ik de grond trillen en val ik op mijn knieën, kijkend naar het lichtpuntje in het midden van de poort dat steeds groter wordt. Ik heb nog nooit een engel gezien, maar ik weet gewoon dat het er een is. Ik voel het gewoon. En dan staat hij daar. Een beeldschone jongeman – maar ik denk niet dat hij werkelijk zo jong is als hij er uit ziet – volledig in het wit gekleed. Ik staar hem aan, tot hij ineens zich naar mij toebuigt en zegt: “Ik ben de engel Jesaia en ik spreek in Gods naam. Sta op, moedige jongedame.” En dan veel luider: “Julie, jij zult gestraft worden namens God en alle aardsengelen. Rechtvaardig en streng door de hand van God Hemzelf. Het is stikt verboden om een stuk van de hemel voor jezelf op te eisen en dit dan af te zonderen van de rest van de hemel.” Ik snap niet helemaal wat hij bedoelt, maar ik heb het gevoel dat alles goed gaat komen. Zijn tem is nog mooier dan die van Céline Dion, waardoor ik zo’n beetje verstijf en pas veel te laat merk dat ik nog steeds geknield op de grond zit. Snel sta ik recht om te zien dat Julie inmiddels is aangekomen en doodsbang aan de grond genageld staat. Zo zie ik ook wat Jesaia doet: Hij steekt zijn hand in de lucht en raakt een toen voor mij nog onzichtbare koepel aan, die ineens een rode kleur krijgt. De koepel gaat tot helemaal over de poort en dan begrijp ik dat ze op die manier de hemel heeft buiten gesloten en dus ook de engelen, die hierdoor niet meer konden zien en horen wat er hier gebeurde. En ik kon de koepel niet zien maar er wel doorheen lopen, waardoor de engelen wisten dat er iets mis was. Ik herinner me ineens dat Julie mij heeft gezegd dat ze engelen haatte omdat zodra ze in je buurt komen, je gedachten kunnen lezen. Intussen is Jesaia naar Julie toe gelopen en raakt haar bovenarm aan. Ik zie de doodsangst op haar gezicht als hij haar begeleidt naar de poort en dan verdwijnt. Ik hoor Yvonne een zucht slaken en dan naar mij toe rennen. Ze valt meteen in mijn armen. “Hoe wist je dat?” vraagt ze. Ik haal mijn schouders op. “instinct, denk ik.” Hoofdschuddend zet ze een stap naar achteren en kijkt ze me diep in mijn ogen. “Ik heb me overgegeven omdat ik wist dat jij het wel kon. En jij kunt liegen en acteren, ik niet. Ze had het echt meteen door!” Ik wist niet eens dat Yvonne niet kon liegen, maar dat zal wel bij dat priesteres-zijn horen. Ik grijns naar haar en merk dan Kaye op die een beetje ongemakkelijk naar ons kijkt. Waarschijnlijk vraagt hij zich af of het wel gepast is om ons nu te omhelzen, maar Yvonne strekt haar armen in een warme uitnodiging en algauw storten we ons in een dikke groepsknuffel. “Laten we maar snel terug naar huis gaan, ik heb een heleboel op te ruimen,” stelt Yvonne voor, en dat lijkt mij ook het beste. Lawrence komt braaf aandraven als haar eigenares op haar vingers blaast. Terwijl zij er vandoor gaan, wandelen Kaye en ik, genietend van de rust, in de richting van het centrale plein. Ineens staat hij stil en aarzelend zegt hij: “Weet je, het was niet gewoon vriendschap die Julies controle op mij heeft verbroken.” Ik kijk hem verwondert en vragend aan. “Wat dan wel?” Kaye kijkt weg en ik zie dat hij een beetje bloost. “Het was liefde…”
The End!
Reageer (2)
aaaaawwwww
1 decennium geleden