9. Mysterious dreams
Abby POV.
Ik lag uitgestrekt op mijn bed, luisterend naar het rumoerige lawaai. Sinds de hele Wemel famillie bij ons verblijf was ingetrokken, waren er geen momenten van stilte meer. Ons ondergrondse 'huis' was groot genoeg en aangezien mijn ouders zich verantwoordelijk voelen voor hun afgebrande woning, verplichtten ze ze zelf om hier te blijven. Het was hun schuld ook helemaal niet, maar die van mij. Het was allemaal een val en ik ben er met open ogen ingelopen. Bill kwam zijn familie hier vaak bezoeken en probeerde me bij de hele jongerengroep te betrekken, zonder succes. Ik voelde me meer op mijn gemak bij Hamilton, hoe vreemd dat ook klonk. Fred en George vetrokken ook elke ochtend naar hun winkel en kwamen 's avonds pas terug, rond het avondmaal. Meneer Wemel ging ook elke dag naar het Minesterie en kwam iets later dan hen aan, waardoor hij het eten vaak miste. Ginny, Ron, Hermelien en Harry hielden zich gewoon bezig tijdens de dag, waarmee ik bedoelde dat Ginny met mij en Lisa speelde. Het voelde prettig aan bij Ginny, ik kon gewoon met haar praten, zonder dat ze speciale dingen vroeg die andere mensen vast en zeker zouden vragen. Lisa hield ook van haar, maar had iets speciaals voor Ron. Ze was niet verliefd op hem, maar ze kwamen gewoon heel erg goed overeen. Met Fred en George lachte ze zichzelf een breuk.
Ik hoorde geklop op de deur en wist dat het Lisa was die ging vragen waar ik bleef en waarom ik niet bij de rest zat. 'Binnen!' riep ik. Ik schrok op toen ik opmerkte dat het niet Lisa was die in de deuropening stond, maar Fred. 'Oh, jij bent het.' zei ik. Hij grinnikte. 'Mag ik erbij komen?' vroeg hij. Ik knikte en ging rechtop zitten, waardoor hij naast me op het bed kon zitten. We leunden op de muur, waar mijn bed aan stond. 'Waarom zit je hier alleen?' vroeg hij dan terwijl hij mijn kussen nam en het in zijn armen nam. 'Gewoon. Soms heeft een meisje nood aan wat eenzaamheid.' vertelde ik zuchtend. Hij grijnsde. 'Wel, dan kunnen we nu samen genieten van de eenzaamheid.' Hij legde zijn hoofd op mijn schouder. Ik ging met mijn vingers door zijn haar en zag hem zijn ogen sluiten. 'Fred?' fluisterde ik toen. 'Mhm.'
'Waarom liep je achter me, in dat brandende weiland? Dat was gevaarlijk.' fluisterde ik. Hij hief zijn hoofd op en keek me recht in de ogen aan. 'Omdat ik van je hou.' fluisterde hij terug. 'En ik zou alles voor je doen, alles.' zei hij toen iets luider, met de nadruk op dat laatste. 'Fred, ik...' begon ik. 'Nee, Abby. Ik weet dat je nog steeds boos bent van dat gedoe met Angelina en ik weet dat ik een echte sukkel ben, maar ik hou van je. Ik hou zo heel erg veel van je. Ik kan niet zonder je, Abby.' zei hij terwijl hij mijn handen vast hield. 'Fred, het maakt mij niet meer uit dat je dat gedaan hebt. Je wou mijn leven redden en zette daardoor je eigen leven op het spel. Je beschermde mijn klein nichtje, wie alles voor me betekent. Wat kan een meisje nog meer wensen van haar geliefde?' zei ik en ik nam zijn gezicht en mijn armen. Ik drukte mijn lippen op de zijne, die warm en beschermend aanvoelden. Onze tongen raakten elkaar en bezochten elkanders mond. De kus werd steeds heviger en lustiger, terwijl we elkaar steeds dichterbij elkaar trokken.
'Abby, ik moet je iets vertellen.' zei hij toen hij stopte. We keken elkaar hijgend aan en ik grijnsde. 'Ja?' vroeg ik dan nog steeds grijnzend als een idioot. 'Ik... Ik droom over je.' zei hij twijfelend over zijn woorden. Ik keek hem verbaasd aan. 'Oké, wat is daar zo erg aan?' hij schudde zijn hoofd. 'Je begrijpt het niet, dit zijn... vreemde dromen. Het voelt allemaal zo echt aan en elke nacht wordt ik opeens wakker, nat van het zweet.' begon hij snel te vertellen. 'Vertel me.' zei ik rustig en ik wreef met mijn hand over zijn kaak. 'Het is elke nacht hetzelfde. Ik ben in een groen weiland, het is prachtig en bedekt met bloemen. Aan het weiland ligt een groot meer. Ik loop dan aan de rand van het meer en ik hoor prachtig gezang, als van engelen. Ik wil het gezang volgen, maar ik weet niet vanwaar het komt. En dan zie ik jou. Je komt uit het meer en stapt naar me toe. Je draagt een lang wit kleed, waardoor je er goddelijk uitziet. Je komt naar me en kust me. Alles voelt goed alsof ik in de hemel ben. Maar dan stop je opeens. Ik kijk om me heen en zie dat het meer en het weiland verdwenen zijn. Het enige wat ik zie is vuur, overal. Ik wil je beschermen, je bij mij hebben. Maar dan scheidt het vuur ons en verdwijn je. Ik hoor je alleen nog maar schreeuwen, want je bent weg.' vertelde hij. Hij slikte en ik zag hem zijn zweetdruppels wegvegen. Ik kon niets anders doen dan hem verbaasd aankijken.
Er zijn nog geen reacties.