APWBP Boek 1 Hoofdstuk 9 Deel 2
“Altijd maar die vijandigheid tussen Griffoendor en Zwadderich.” Ik schudde mijn hoofd. “Zo jammer, we blijven toch één school?”
“Inderdaad, de afdelingen zijn evenwaardig, vind ik”, piepte Banning.
“Helemaal mee eens, Filius”, deed ook Septima Vector een duit in het zakje. “Ik heb eerlijk gezegd nooit begrepen waarom de stichters perse afdelingen wilden maken, maar goed, dat was natuurlijk hun keuze.”
“Ach Septima, daar hadden ze zo hun redenen voor. Niemand is perfect, ik niet, jullie niet en ook de stichters niet”, merkte ik op.
“Doe jezelf niet tekort, Albus.”
“M’n beste Minerva, zelfs ik maak fouten, de ene al groter dan de andere. Ik slaag er alleen in om die niet voor iedereen zichtbaar te maken. En mezelf tekort doen door me met de stichters te vergelijken? Kom nou, ik mag allang blij zijn met de nederige post van schoolhoofd. Ik zou Zweinstein nooit zo goed hebben kunnen opbouwen als zij gedaan hebben.”
“U-u-u b-bent een, een groot en-en ma-machtig to-to-tovenaar.” Even keek ik hem verbaasd aan. Dat Minerva me een compliment gaf, was niet vreemd, maar van Quirinus was ik dat niet gewend.
“Dank je, Quirinus, maar er zijn ongetwijfeld nog meer tovenaars wiens capaciteiten niet onderdoen voor de mijne. En zoals ik al zei, ook ik ben zeker niet zonder fouten. Maar in plaats van over mij te spreken, ik vind mezelf allesbehalve een boeiend gespreksonderwerp. Hoe zit het met de leerlingen? De nieuwe eerstejaars, onze oudere leerlingen, ...?”
Reageer (3)
Ja na de hondertste hongerspelen een net zon goeie
1 decennium geledenhaha Zo typisch Perkamentus
1 decennium geledensnel verder
snel verder!!
1 decennium geledenik blijf dit gewoon een fantastisch idee vinden voor een verhaal