7. No, not her
Abby POV.
'Hey.' mompelde ik. 'Hey.' zei hij nog steeds grijnzend. We keken elkaar een tijdje zwijgend aan, tot Freds ogen naar Hamilton gleden die nog steeds vlak naast me stond. Hamilton stond maar een beetje idioot te lachen en dat maakte alles nog meer gênant. Ik hoopte vurig dat hij niet weg zou gaan, want om één of andere manier wou ik niet alleen bij Fred achterblijven. 'Nou, ik ga maar eens kijken of ze hier whisky hebben.' zei Hamilton tenslotte en hij liep weg. 'Ik ben blij dat je er bent.' zei hij en ik zweer dat ik hem zag blozen. Ik probeerde iets terug te zeggen, maar er kwam niets uit mijn mond. 'Wat is er gebeurd met je gezicht?' vroeg hij toen hij de littekens opmerkte. Hij streek met zijn zachte vingers over de schrammen en kwam dichterbij. 'Oh, gewoon... Trainingen, weet je wel.' zei ik nonchalant. 'Ik dacht dat ze je beschermden?' snoof hij. 'Doen ze ook.' zuchtte ik. 'Oh ja? Want het lijkt erop dat ze je nog erger toetakelen!' riep hij verschrikt uit.
'Fred, hij traint me om mezelf te verdedigen.' vertelde ik. Ik schrok van mezelf toen ik opmerkte dat ik het voor de eerste keer echt opnam voor Hamilton. 'Sorry, zo bedoelde ik niet.' fluisterde hij schuldig. Ik ga hem een knikje als teken dat het goed was en er kwam weer een gênante stilte, die geen van ons twee leek te kunnen verbreken. 'Kom je mee? De anderen willen je vast en zeker ook zien.' zei hij dan uiteindelijk. 'Tuurlijk.' zei ik dan maar. Ik volgde hem naar de andere kant van het huis, waar Hermelien, Ginny en Harry in één grote zetel zaten, terwijl Ron met Bill en George in een andere zat. 'Abby!' riep Ginny toen ze me zag. Ze zag er prachtig uit en droeg een mooi paars kleedje dat net niet tot haar knieën kwam. Hermelien volgde al snel en het werd één grote meisjesknuffel. 'Meiden, laat nog iets van haar over.' grinnikte George. We lieten elkaar dan los en ik kreeg ook een knuffel van de jongens. 'Goed om je weer eens te zien.' zei Bill terwijl hij keek naar de littekens. 'Kom je erbij zitten?' vroeg Ron me. 'Nee dankje.' verontschuldigde ik me. 'Ik ga eens kijken of Hamilton ook nog iets anders doet dan whisky drinken...waarschijnlijk niet.' zei ik mompelend bij dat laatste. Ik liep naar de andere woonkamer, waar ik Hamilton (wat een verrassing) inderdaad van een glas whisky drinken.
'Hoe kun je het binnen krijgen?' mompelde ik verafschuwend naar het glas. Tot mijn verbazing lachde hij ermee en ik besloot dan maar om naast hem te staan. Mijn moeder en vader zaten al bij de Lupos en Tops, terwijl Lisa's ouders aan het praten waren met meneer en mevrouw Wemel. Ik keek rond en zag Lisa nergens. 'Waar is...?' begon ik vragend aan Hamilton. Hij wees meteen en ik volgde zijn vinger met mijn blik. Lisa was met Fred en George aan het spelen, waarschijnlijk iets van hun winkel. Lisa amuseerde zich duidelijk geweldig, want haar luide lach dwaalde de hele kamer door. Ik voelde me een beetje leeg vanbinnen, niet van jaloezie. Vorig jaar zou ik met alle liefde naar hun toe gegaan zijn en mee gelachen hebben, maar nu niet meer. In plaats daarvan stond ik hier associaal met Hamilton, waardoor het duidelijk werd dat we hier beide niet wouden zijn. Ik had het gevoel dat ik er niet meer bijhoorde, wat ook zo was. Het is dat soort gevoel dat je kunt vergelijken met een twaalfjarig kind die nu met de volwassenen aan tafel moest zitten, in plaats van te spelen met de kleintjes. Je hoorde niet meer bij die kleintjes, net zoals ik niet meer bij hen hoorde. Lisa had echte dromen en een toekomst, terwijl ik alleen maar de dood zag aankomen. Voor mij was het misschien te laat, maar Lisa had nog een heel leven voor haar.
Opeens hoorden we allemaal een grote klap. De lichten begonne te flikkeren en iedereen keek elkaar vragend aan. Hamilton dronk zijn whisky op in één grote slok en nam zijn toverstok. 'Wat is er aan de hand?' hoorde ik iemand vragen, ik gok Ginny. We hoorden opnieuw een grote klap en ik voelde een enorme hitte aankomen. 'Iedereen naar buiten!' riep Hamilton en hij trok me fors mee naar buiten. Iedereen volgde en toen we allemaal buiten waren, keken we recht naar het Nest dat hevig in brand stond. We zagen aan de hemel enkele donkere wolken voorbijrazen. Dooddoeners. Ze waren hier. Achter ons, zag ik in dat weiland waar het Nest aanlag, nu een hele hoop vuur er rondom. De razende zwarte wolken vlogen naar daar en ik voelde Hamilton me naar achteren duwen. 'Ze willen iemand naar daar lokken.' zei Hamilton ten slotte. 'Maar waarom zou iemand van ons dat doen?' vroeg Ron verbaasd.
'ABBY!' hoorde ik Lisa's zachte stem roepen vanuit dat weiland dat nu volledig brandde. De dooddoeners hadden haar te pakken gekregen.
Reageer (1)
Neeeii ;-;
1 decennium geleden