Hoofdstuk 31
De volgende dag werd ik alweer wakker heel vlak bij Nathaniël. Sterker nog: ik lag half óp hem. Ik was in het kuiltje tussen de matrassen gezakt en had ik me kennelijk op mijn buik gedraaid, zodat de ene helft van mijn lichaam over het zijne terecht was gekomen. Mijn hoofd lag in het kuiltje van zijn schouder.
Uit angst dat ik hem wakker maakte, bleef ik doodstil liggen.
Na een paar seconden begon hij te schudden van een geluidloze lach. ‘Je verstrakte, Maeve. Heel erg duidelijk. Lig je lekker, eigenlijk? Het lijkt me niet er comfortabel.’
‘Hm,’ vond ik. Mijn spieren ontspanden weer een beetje. ‘Eigenlijk ligt het nog helemaal niet zo slecht. Je bent zacht genoeg op de plekjes die er toe doen. Ik doe jou toch geen pijn, hè?’
Weer het schudden. ‘Nee, zo zwaar ben je niet. Al moet je straks wel voorzichtig doen met overeind komen. Zo sterk zijn mijn buikspieren nou ook weer niet.’
‘Pff, uitslover,’ schampte ik. Maar toen de deuren open gingen, rolde ik heel voorzichtig van hem af.
Daarna deed ik alles heel snel. Ik sloot mezelf op in het toilethokje, trok zo goed en kwaad als het ging mijn kleren aan en stormde weer naar buiten. Tot mijn verbazing stond Jordan voor mijn neus. ‘Kan ik je even spreken, Salva?’ Even wilde ik hem erop wijzen dat hij wel ‘Maeve’ mocht zeggen, maar toen bedacht ik dat Nathaniël niet wist dat ik een soldaat was volgens Jordan, en dat ik dus nu weer toneel moet spelen voor Jordan dat ik toneel speelde voor Nathaniël. Lieve god! (Pas ontdekt nieuw talent van Maeve: dingen héél erg overdreven ingewikkeld kunnen maken.)
Ik boog mijn hoofd een beetje. ‘Natuurlijk, meneer.’ Zag ik Nathaniël nu met zijn ogen rollen?
Jordan liep voor mij de cel uit, naar de gang, die nog doodstil was. ‘Je verlofdagen komen eraan en het bestuur wil je vragen of je drie dagen les wilt geven en ervaringen wil delen met eerstejaars van een school in de hoofdstad.’
Dit was zo’n typisch aanbod wat je niet kon weigeren. En dan niet omdat het zo’n leuk voorstel was, maar omdat je simpelweg geen nee mócht zeggen. Dit kwam van het bestuur. Het bestuur kwam van de Regering en de Regering sprak je niet tegen. Basta.
Dus ik deed wat ik moest doen. Ik glimlachte, beet op mijn tong en knikte. ‘Natuurlijk, lijkt me leuk.’
Jordan keek opgelucht. ‘Fijn, dan is er nog maar één probleem: hoe kan je ongezien een paar dagen wegblijven? Daar heb ik een plan op bedacht. Morgen tijdens het sporten, of vandaag, als dat mogelijk is, zoek je naar een mogelijkheid om een relletje te schoppen. Ik laat je naar een niet bestaande isoleercel afvoeren en niemand heeft argwaan. Niemand zal het raar vinden dat je een paar dagen uit de samenleving geweerd wordt.’
‘Prima.’ Ik had wel zin om me even af te reageren op een lastpak. Maar ik wilde wel Nathaniël waarschuwen. ‘Mag ik terug?’
‘Vanzelfsprekend. Ik zal je begeleiden.’ Hij pakte mijn bovenarm. ‘je mag die jongen wel, nietwaar?’
Ik had geen idee wat hij wilde horen, maar hij leek me niet de persoon om gemene dingen te doen met die informatie. Ik knikte. ‘Ja, klopt. Hij is aardig en heeft me in de eerste paar dagen enorm geholpen mijn weg hier te vinden.’
‘Prima, heel goed, zelfs. Hij is minder agressief sinds jij hier bent, lijkt meer zichzelf te zijn. Maar zorg ervoor dat ze niet gaan denken dat er meer achter zit dan dat. Anders kon je nog wel eens flinke problemen krijgen.’
‘Bedankt voor de tip.’ Ik klom de cel weer in. Het rooster werd gesloten, Jordan liep weg, Nathaniël keek op.
‘Wat wilde hij van je?’
‘Hij deed me een aanbod via het bestuur. Ik moet een paar dagen weg.’
‘Wat ga je doen? Wat was het precieze aanbod?’
‘Lesgeven op een school in de hoofdstad. Het mag alleen niet opvallen dat ik weg ga, dus moet ik “een paar dagen de isoleercel in”. Ofwel, er gaan klappen vallen.’
‘Aha,’ zei hij. Hij klonk vreemd. Was hij blij met de tijd om alleen na te denken? Rust in zijn kop. Of wilde hij al antwoord geven maar zat ik hem in de weg. ‘Dan hoop ik dat die klappen niet op jou vallen. Maak er een paar mooie blauwe plekken van, hè.’
Ik lachte zachtjes. ‘Zal ik doen.’
Tijdens het sporten was ik constant op zoek naar een open deur om iemand in elkaar te rammen. Helaas voor mij was Sharif rustig vandaag. Marie en Clary zaten op een ander veld en niemand anders leek zin te hebben de boel op te blazen.
Waylon had alleen nog steeds geen antwoorden, en nog wel heel veel vragen. Nou ja… geef toe: dit was het perfecte excuus.
Ik draaide me om, probeerde zo woedend mogelijk te kijken. Dat was niet heel moeilijk, omdat mijn bloed al begon te koken toen hij zijn eerste vraagteken op me afvuurde. In plaats van weg te lopen deed ik een stap naar hem toe. ‘Hou toch gewoon eens je kóp!’ gilde ik. Met een bizarre, ijzige controle balde ik mijn hand tot een vuist en haalde ik uit. Het bolletje vingers maakte ene mooie bocht en kwam terecht op zijn schouder. Hij wankelde achteruit en greep naar zijn schouder. Hij dook niet in elkaar, beschermde zijn gezicht al helemaal niet. Hij had nog veel te leren.
Mijn handen duwden zijn schouders een beetje naar beneden en mijn knie maakte kennis met zijn maag. Mán, het voelde goed om mijn boosheid even te kunnen luchten. Maar ondanks die woede deed ik heel voorzichtig. Ik kwam niet in de buurt van zijn slaap of andere kritieke punten. Het ergste wat er nu kon gebeuren was dat ik hem iets te hard raakte, zodat hij iets zou kneuzen. En hij had ongetwijfeld al een flink beurse plek te pakken op zijn buik.
Ik hoorde soldaten aankomen. Mijn hersens werkten razendsnel. Niet genoeg. Alleen een Dwaling een paar klappen geven zou me geen isoleercel opleveren, zeker niet als de Dwalingen dit voorval met logica te lijf gingen. Dat zou juist argwaan opwekken.
Voor een isoleercel…
Toen ik me omdraaide naar de soldaten zag ik Cade als eerste. Hij pakte me vast bij mijn linkerarm. ‘Kom op, Salva. Kalm nu.’
Mijn rechtervingers sloten zich tot een vuist. Geen gevaarlijke slag, maar wel een mooie blauwe plek.
Zijn kaak was stevig genoeg. Mijn vuist schoot naar voren, maakte een perfecte rechtse en kwam zijn kaak tegen. Cade blies kreunend zijn adem uit, dook in elkaar en beschermde terwijl hij naar zijn wang greep zowel zijn gezicht als zijn buik. Precies zoals het hoorde. Met een beetje mazzel zou Waylon er wat van leren.
Ik werd vastgepakt en weggevoerd naar het soldatenhonk. Daar kreeg ik heel droog een berisping voor het slaan van Cade. Direct gevolgd door lovende woorden over hóé ik hem had geslagen. Daarna kon ik douchen en schone kleren aantrekken. Ik kreeg een grote sporttas met wat spullen en kleren en daarna het bericht dat Jordan me naar de school zou rijden. Hij wachtte op me bij de auto’s. Ik zette mijn tas in de kofferbak en bedacht me toen ineens iets.
Ik sprong op. ‘O, ik moet nog wat doen. Momentje!’ Zonder zijn toestemming af te wachten, sprintte ik weg richting het honk. Halverwege sloeg ik een zijpad in naar de school.
Ik racete zo geluidloos mogelijk door de gangen en kwam slippend tot stilstand voor de cel. Zoals verwacht trof ik Nathaniël daar aan op de grond met lunch voor zijn neus. Ik opende het rooster. Hij keek op. ‘Hal-lo? Kan ik je ergens mee helpen?’
‘Ik ben het, geen reden tot paniek. Ik moest je nog iets vertellen.’
‘Oh… ja.’ Hij glimlachte vriendelijk, maar afstandelijk en koel. ‘Barst los, zou ik zeggen.’
Een kleine tien minuten later zat ik in de auto naast Jordan. Een voldane glimlach op mijn gezicht: ik had een paar dagen rust.
Reageer (3)
Ik ben natuurlijk benieuwd naar wat ze in godsnaam heeft verteld, maar dat zal wel duidelijk worden in de volgende hoofdstukjes zeker... Wel een tof hoofdstukje, Waylon en Cade zijn goede keuzes haha ^^
1 decennium geledenBenieuwd wat ze gaat meemaken tijdens die paar dagen lesgeven...
Waylon en Cade. Je had het al gesuggereerd op school, maar nu zit ik hier met zo'n grijns op m'n gezicht alsof ik het niet wist vantevoren. Go girl! Hoe gaat het nou verder met Nathaniël, wtf is going on!?
1 decennium geledenWAT HEEFT ZE VERTELD? ugh y u so mean?
1 decennium geledenhaha super geschreven en snel verder!!