4. Kiss
Abby POV.
'Hmm hmm.' kuchte Hamilton voor de aandacht. Fred hield me nu al een tijdje goed vast en het voelde vertrouwd en prettig aan, maar toch fout. Fred en ik waren niet meer samen en ik wist ook niet of ik er wel klaar voor was om terug een relatie met hem te beginnen. Ik stopte de knuffel en keek Hamilton geërgerd aan. 'We moeten elk moment weer gaan.' zei hij met uitdagende, blauwe ogen. 'Wie is dat?' fluisterde Fred me toe. Net toen ik wou antwoorden hoorde ik iemand roepen. 'Abby!' ik draaide me om en zag Ginny op me afrennen. Ik nam haar in mijn armen en we knuffelden elkaar voor een tijdje. Even later kwamen ook Hermelien, Harry en Ron erbij. Ik kon zien dat Hamilton het helemaal niet leuk vond dat er zoveel belangstelling was. Hij liet me geen seconde uit het oog. 'Dat is Hamilton.' zei ik dan uiteindelijk antwoordend op Freds vraag. 'Ik ben haar leraar en zorg voor haar bescherming.' zei hij terwijl hij niet wegkeek van mijn ogen. 'Ja, jammer genoeg wel.' zuchtte ik stilletjes. Alleen Fred die vlak naast me stond, hoorde het en grinnikte. 'En ik gok dat jij... - wie was het nu weer? - Fred bent?' vroeg hij dan terwijl hij hem een dodelijke blik stuurde. Ja, die blik was beroemd en ik kreeg hem dagelijks.
Fred keek naar mij en knikte toen verbaasd. 'Wel, de enige reden waarom we hier zijn, is omdat je haar geen brieven meer moet sturen.' zei hij verrassend kalm. 'Hoe weet u...' begon Fred en draaide zijn hoofd dan naar mij. 'Ja, we hebben de brieven gelezen. Heel mooi verwoord, alleen moet ik zeggen dat je handschrift moeilijk leesbaar is.' vervolgde hij met de gemene grijns die nog beroemder was dan zijn dodelijke blikken. Ik had nu gedacht dat Fred zou beginnen blozen of heel kwaad zou worden, maar hij deed geen van beide. Hij begon hard te lachen, terwijl Hamiltons mondhoeken ook omhoog krulden. Wacht, zag ik dat wel goed? Was Hamilton aan het lachen? Echt lachen? Verbaasd keek ik hem aan. In het hele jaar had ik hem geen enkele keer echt zien lachen, alleen maar valse en duivelse grijnzen dan.
'Kom, we moeten terug gaan.' zei hij dan. 'Wacht, Abby!' riep Fred toen ik achter Hamilton aanliep. Ik draaide me om en keek in zijn hemelse ogen. 'Wanneer zie ik je weer?' vroeg hij terwijl hij mijn hand vastgreep. 'Ik weet het niet, Fred. Maar het zal niet snel zijn.' zuchtte ik. 'Maar, Abby. Ik wil - Ik moet je gewoon zien!' riep hij verschrikt uit. 'Fred, we zijn niet meer samen, oké? Je moet geen brieven meer sturen, want dat kan alleen maar gevaarlijk zijn.' vertelde ik hem en ik keek naar de grond. 'Maar ik wil dat alles weer is zoals het was.' zei hij terwijl hij dichterkwam. 'Maar dat kan niet.' zei ik. Ik wou hem op dit moment gewoon kussen en vasthouden en nooit meer loslaten, maar het kon gewoon niet. Het was beter voor hem, veiliger voor hem. 'Abby, je liegt. Ik weet dat je me ook mist.' zei hij eigenwijs. 'Nee, Fred, ik...' probeerde ik te liegen, maar hij liet me niet uitspreken. Hij kuste me teder op de lippen en ik liet hem rustig begaan. Het was zo lang geleden dat ik zijn lippen op die van hem had gevoeld. 'Ik wist wel dat je loog.' grijnsde hij. Ik wou hem onderbreken, maar hij liet me niet eens spreken. 'Ontken het niet Abbygail Sophia Hendrickx, je genoot van die kus.' zei hij. 'En we zien elkaar snel, heel snel.' vervolgde hij en toen liep hij weg. Mijn lippen brandden nog na van zijn geweldige kus die dag.
Er zijn nog geen reacties.