43. Why?
Abby POV.
Ik lag in mijn vertrouwde bed in de kamer van Ginny. Harry, Ron, Ginny en Fred en George stonden rondom mij en zeiden geen woord. De stilte voelde fijn aan, want zo moest ik ook niets proberen uitleggen of vertellen. Als ik terugdacht aan het angstige beeld van de vrouw die me wurgde, kreeg ik opeens erge koppijn en leek het alsof ik het helemaal opnieuw beleefde. Bill had me snel verdwijnseld naar huis, waarna de anderen volgden. Fred en George namen Harry, Ron en Ginny mee, aangezien zij te jong waren om het zelf te doen. Nu zaten we allemaal in de kamer die vervuld was met stilte. Fred zat op de rand van mijn bed en speelde een beetje met mijn vingers. 'Bill, hoe haal je het in je hoofd om haar alleen in die winkel achter te laten?' hoorden we mevrouw Wemel opeens roepen. Ze stapte de kamer binnen, terwijl Bill en Arthur haar volgde.
'Ma, ik zei toch dat ik de hele tijd bij haar was. Ik had haar gewoon even uit het oog verloren.' zuchtte hij daarop. 'Ja, maar dat kon haar dood betekenen!' vervolgde ze kwaad. Iedereen keek naar hen. 'Mevrouw Wemel, het is zijn schuld niet. Ik had hun gewoon sneller moeten volgen en had niet moeten treuzelen.' legde ik uit. Haar gezicht leek opeens niet meer zo kwaad, maar bezorgd, zoals mijn moeder zou zijn. 'Oh, Abby. Dit is jouw schuld helemaal niet! Ik had jullie nooit alleen mogen laten gaan!' zei ze nu kwaad op haarzelf. Bill ging langs de andere rand van het bed zitten. 'Maar waarom viel ze je aan?' vroeg hij.
De oude vrouw was nu opgepakt en ging veroordeeld worden door het Minesterie. De hele tijd bleef ze maar 'Jij zal ons dienen...' zeggen. 'Ik weet het niet.' gaf ik toe. Er was ook totaal geen reden waarom ze me opeens zou wurgen. Jij zal ons dienen? Het had dus zeker iets te maken met... Voldemort. Hij bleef me maar achtervolgen, altijd en overal. Het begon met flauwvallen en hemels gezang, maar nu liet hij zelfs andere mensen me aanvallen. Er was één ding zeker: er was iets met de vrouw gebeurd. Anders zou ze me niet zo aanvallen.
'Je gaat wel straks naar het Ministerie moeten, voor de rechtzaak.' zei Bill dan. 'Moet dat echt?' vroeg ik met tegenzin. Ik wou helemaal niet vertellen wat er allemaal gebeurd was tegen het Ministerie. Ik wou er eigenlijk met niemand over praten. Ik wou alles vergeten en er nooit meer aan denken.
'Die vrouw gaat vast en zeker naar Azkaban. Je moet je geen zorgen maken. Het enige wat je moet doen is vertellen wat er gebeurd is.' stelde Arthur me gerust, wat mislukte. 'Nee, ze mag niet naar Azkaban!' zei ik. Iedereen keek me verbaasd aan. 'Abby, ze wou je vermóórden.' zei Bill en hij keek me aan alsof ik gestoord was. 'Nee, ik bedoel ja. Maar het was niet zij. Ik...' probeerde ik uit te leggen, maar het klonk waarschijnlijk heel vreemd. 'Abby...' begon Fred maar ik onderbrak hem. 'Wat ik bedoel is: het was niet de vrouw echt die het deed. Het was alsof ze opeens... bezeten was. Alsof iemand anders haar bestuurde. Ik weet gewoon dat zij het niet echt was.' legde ik uit. Nu klonk ik waarschijnlijk gestoord en hopeloos. 'Bedoel je, de Imperiusvloek?' vroeg Arthur. 'Nee, want haar ogen waren... zwart en... Ik weet het gewoon niet.' zuchtte ik. Waarom gebeurde dit alles? Waarom ik? Waarom?
Er zijn nog geen reacties.