28.
Een kanonschot. Het teken van een stervende tribuut. In mijn hoofd zie ik al hoe het leven uit één van de tributen wegvloeit. Ik probeer er niet te veel over na te denken, maar ik ben er bijna zeker van dat de moordenaar iemand van de beroeps is. Ik schud mijn hoofd en probeer alle gedachten uit mijn hoofd weg te halen. Gewoon niet denken. Gewoon geen pijn voelen.
Ik concentreer me zoveel mogelijk op de vissen en het net, en prop nog wat stukjes vis in mijn mond. Eigenlijk is mijn eetlust over, maar het kan geen kwaad om nog wat te eten. Ik weet niet hoeveel eten er later in de spelen nog is te vinden, dus hoe meer ik nu eet, hoe beter.
Maar dan klinkt er nog een kanonschot. En nog één. Verstijfd blijf ik zitten aan de waterkant. Al drie doden achterelkaar aan. Dit moet wel een gevecht zijn, dat kan niet anders. En de beroeps zijn erbij betrokken. Misschien is één van die kanonschoten wel bedoeld voor een beroeps. Misschien wel voor Matthew.
Zonder na te denken spring ik overeind. Het net laat ik gewoon in het water hangen, daar gebeurt toch niets mee. Ik sla de hengsels van de rugzak over mijn schouders en ren weg met de drietand in de aanslag. Matthew heeft me dan misschien nooit geholpen of echt iets speciaals voor me gedaan, hij komt wel uit district 4. Hij is mijn districtgenoot en ik heb nooit gewild dat hij meteen op dag 2 vermoord zou worden. En als ik niet win, heb ik wel liever dat hij zal winnen.
Zo snel als ik kan, loop ik in de richting waarin mijn bondgenoten vanochtend zijn vertrokken. Ik weet niet of ik wel de goede route neem, maar het kan me niet veel schelen. Diep in mijn hart ben ik bang wat ik aan zal treffen als ik ze vind, maar daar probeer ik zo min mogelijk over na te denken. Mijn eerste prioriteit is Matthew vinden, wat daarna komt zie ik nog wel.
Er is niet echt een pad en ik probeer mijn weg te vinden tussen alle planten en bomen. Af en toe blijf ik haken achter wat struiken of raakt mijn haar verwikkeld in wat takken en het lukt me niet om erg snel vooruit te komen. In de verte hoor ik wat gegil en geschreeuw. Mijn handen trillen van angst en mijn eerste ingeving is om weg te rennen. Maar ik moet Matthew vinden, hij mag niet dood zijn.
'Matthew?' roep ik zachtjes, niet wetend wat ik moet doen. Ik weet niet eens of hij nog leeft.
Ik kan mezelf wel voor mijn hoofd slaan. Het is nooit slim om in een arena te gaan roepen, dan weet je zeker dat je andere tributen aantrekt. En een onverwachte reddingsaanval kan ik nu ook wel vergeten, iedereen hoort me aankomen.
Voorzichtig duw ik een paar grote bladeren uit de weg en plotseling sta ik in het licht. Ik knipper een paar verbaasd me mijn ogen tegen het felle zonlicht, dat eerst tegen gehouden werd door een dak van bladeren. Mijn hart bonkt in mijn keel en ik houd mijn drietand recht voor me uit. Klaar om aan te vallen als iemand op me af komt rennen. Maar niemand beweegt.
Het duurt een paar seconden voor ik me realiseer wat er allemaal gebeurt. Voor me ligt het lichaam van een jongen. Dood. Net als een meisje dat een eindje verderop ligt. Ik wend mijn ogen af, maar in gedachten ga ik de kanonschoten na. Het waren er drie en dit zijn maar twee lijken. Waar is de derde? En vooral: wie is de derde?
Reageer (4)
Nu lukt het wel te reageren (:
1 decennium geledenEn it's super, again. Ik hoop zo hard dat Sky dood is...
Ahh verder!
1 decennium geledenGa snel verder! Het is zo spannend!
1 decennium geledenAah, ik wil het nu echt weten! ;O
1 decennium geleden