{ Rein knikt en we beginnen te lachen. Tot we opeens een gil vanuit de speeltuin horen.. }

-Vanuit Owen.-
Rein en ik twijfelen geen moment en rennen naar de speeltuin. Als we aan komen lopen zien we een meisje bij Marleen en Miriam staan. Ik zie Marleen naar mij knikken en het meisje draait zich om. 'OHMYGOD JULLIE ZIJN REIN EN OWEN!!!' roept het meisje. Een fan dus haha. We lachen en knikken. 'Mag ik alsjeblieeeft met jullie op de foto?' 'Tuurlijk mag dat, hoe heet je?' Vraagt Rein. 'Ik heet Julia' zegt het meisje dat dus Julia heet. 'Nou laten we een foto maken!'zeg ik dan. Julia knikt enthausiast. Ik zie Marleen een gebaar maken dat ze even een stukje gaan lopen. Ik steek mijn duim op en ga bij Julia en Rein staan. We maken een paar foto's en we praten nog wat. Na een uurtje geven we Julia een knuffel en lopen we naar Marleen en Miriam. Ik whatsapp Marleen, maar na een kwartier reageert e nog steeds niet. 'Rein weet jij waar Marleen en Miriam zijn?' Hij schud zijn hoofd. 'Zullen we even in het park daar kijken?' zegt Rein dan. Ik knik en we lopen het park in. 'NEEEEEEE' We horen een harde gil. Niet lang daarna horen we een harde knal. Ik kijk Rein geschrokken aan.

-Vanuit Rein.-
Ik kijk Owen aan. We twijfelen geen moment en rennen in de richting van het geluid. Als we er bijna zijn houd Owen me tegen. We horen weer een knal. 'Owen wat is er aan de hand?!' Schreeuw ik naar hem. Hij haalt zijn schouders wanhopig op. We lopen voorichtig naar de plek waar het geluid vandaan kwam. Weer een knal. 'Het is sowieso een pistool..' fluister ik naar Owen. Owens blik veranderd. We horen een plons in het water en niet veel daarna hoor ik een auto wegrijden, met piepende banden. Ik ren naar het water, Miriam komt boven water. 'Miriam!!' Ik trek haar snel uit het water. Ik zit op de rand met Miriam naast me. 'Godzijdank je leeft nog!' Meteen schrikt ze op. 'W-Waar is Marleen?' Ik spring op. 'We moeten naar Owen'zeg ik geschrokken. 'Ga jij maar, ik ga Marleen nu zoeken.'

-Vanuit Miriam.-
Ik weet dat ik in mijn been geschoten ben, maar dat vertel ik Rein en Owen later wel, eerst moet ik Marleen zoeken. Ik weet zeker dat ze er slecht aan toe is.. Rein zoekt Owen, terwijl ik loop naar de bosjes, waar het allemaal begon. Met veel moeite sta ik eindelijk bij de bosjes. 'Kut' zeg ik zachtjes als ik zie dat mijn been nog erger begint te bloeden. Ik slaak een gil en hou mijn hand voor mijn mond. Ik laat me vallen op de grond en Rein en Owen komen aanrennen. 'Nee,nee, nee, nee.' roep ik en ik begin te huilen. 'Mir, wat is er?'vraagt Owen bezorgt. Ik wijs naar de bosjes. 'Ze-ze is..' stamel ik. 'dood?'vraagt Rein zachtjes. Ik knik en begin nog harder te huilen. Owen rent naar de bosjes toe.

-Vanuit Owen.-
Ik ren naar de bosjes. Ze zou toch niet echt.. Als ik Marleen ie liggen zie ik dat Miriam gelijk had. Ze hebben geschoten in haar borst.. Ik loop naar Rein, hij zit met tranen in zijn ogen naast Miriam. Ik pak mijn mobiel en toets 112 in.
'Hallo met Owen, ik ben in het park in Eindhoven. Er is een schietpartij geweest en een meisje is beschoten, kunt U alsjeblieft zo snel mogelijk komen.' Binnen een paar minuten hoor ik sirenes dichterbij komen. Ze tillen Marleen op de brancard en leggen haar in de ambulance. Ik loop naar Miriam en Rein, maar we zeggen niks. Dan komt er een man van de ambulance. 'Het spijt me jongens, we konden niks meer voor haar doen..' Ik zak door me knieën en laat me vallen. Ik begin te huilen, ik hoor Rein de gegevens van Marleen doorgeven en dan rijd de ambulance, met Marleen..
'Het spijt me zo voor je Owen' hoor ik Miriam met een zachte,kwetsbare stem zeggen. Ik schud mijn hoofd, om aan te geven dat zij er niks aan kon doen. Ik voel Reins hand op mijn schouder. 'Owen je moet gaan staan, je word helemaal vies en nat' 'Je hebt gelijk'zeg ik en ik sta op. Rein geeft me een knuffel iets (je snapt wat ik bedoel).

-Vanuit Rein-
Ik loop naar Miriam om haar een hand te geven. 'MIRIAM WAT IS ER GEBEURT?!' zeg ik geschrokken. Haar hele been zit onder het bloed. 'Die-die man heeft in mijn been geschoten..'zegt ze geschrokken. 'Maar ik moest eerst Marleen vinden!' Rein knikt, 'We moeten naar het ziekenhuis Miriam!' Owen stemt in. Ik til Miriam op. 'Hoe moeten we dan naar het ziekenhuis?' Vraagt ze terwijl ze haar armen om me heen klemt. 'We kunnen met de bus?' Zegt Owen. We knikken en lopen naar de bus. Als we instappen kijken mensen ons verbaasd aan maar maken plek voor ons. Als we bij het ziekenhuis zijn stappen we uit. Ik til Miriam naar binnen en Owen gaat snel naar de balie. De zuster komt aan met een rolstoel en we rijden snel naar de kamer waar de dokter al op Miriam wacht.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen