Foto bij Hoofdstuk 24

Lees dit: het is belangrijk!
Lieve lezers,

Ten eerste: je zult het misschien al gemerkt hebben, misschien ook niet, maar ik heb mijn naam veranderd (voor de snelle mensen: dat wilde ik pas doen zodra ik dit hoofdstuk geactiveerd had). Ik heb het expres gedaan ná het activeren van dit hoofdstuk, omdat jullie in het bericht als het goed is dan nog mijn oude naam zien.
Waarschijnlijk veranderd ik het na die 30 dagen weer terug, want ik ben veel te gehecht aan Idylle, maar ik wilde toch eens wat anders. (Dysis, als het lukt. Volgens de zoekfunctie was hij nog niet bezet.) Edit: het is uiteindelijk Proza geworden, omdat Dysis niet beschikbaar was XD.

Nog zes stukjes en dan is deel één alweer af! Het begint voor mij nu pas echt spannend te worden xD, omdat ik er nu met volle opzet een heleboel cliffhangers en dramatische uitspraken in mag gooien om jullie helemaal gek te maken! (I just love that.) *see what I did there?*
Bereid je voor op een wanhopige Maeve, moeilijke keuzes en dramatische gevolgen *pam pám pááááááhhhmmmm*

Dit wordt weer een lang hoofdstuk, omdat het uit twee delen bestaat, maar ik het niet in twee hoofdstukken wilde splitten omdat ik dan het tweede deel uit moest rekken of mijn complete planning kon verscheurd worden. Dat is veel teveel gezeik. Dus daarom dit.

Veel leesplezier!
Liefs,
Idylle.


De dagen regen zich aaneen. Dag in dag uit diezelfde routine. Mijn lichaam ontwende mijn douche-ritueel na een paar dagen al. Hoe onwaarschijnlijk ook verdwenen a mijn oude gewoontes en verlangde ik er ook niet meer naar. De oude vorm waar ik mijn leven in had geperst was opgelost, verdwenen. De controle die ik erover uit kon oefenen verdween en lag nu in handen van de ongrijpbare en gezichtsloze Regering met haar marionetten.
In de paar weken dat ik hier was, kreeg ik heel erg goed door wat ik eigenlijk had gedaan met mijn plan. Wat ik mezelf had aangedaan. Ik had alle mogelijkheid om mijn eigen leven te sturen uit handen gegeven. De instantie waar ik het grootste misprijzen voor koesterde had die macht nu in handen.
Maar ik merkte ook dat ik op andere manieren toch weer stukjes controle van ze af nam. Ik had bijvoorbeeld ontdekt dat Jordan me via de tablet toegang had verleend tot de beveiligingscamera’s. Ik kon alles zien, ook dat er geen camera was in mijn cel, maar wel in de kantoren en de gemeenschappelijke ruimtes van de soldaten.
Omdat ik toch nieuwsgierig was, bekeek ik een paar andere cellen in de avond. Lorain bleek een cel te delen met drie andere meisjes. Het hok stond vol met bedden – er was slechts een smal gangpad en een beetje ruimte bij het rooster om te lopen. ’s Avonds bleken ze te kletsen en spelletjes te doen, alsof dit een gewone kostschool was en er absoluut niets gruwelijks gebeurde.
Heel veel anderen deden dat ook. Als ik er zo over nadacht, deden Nathaniël en ik precies hetzelfde om de tijd te verdrijven. We speelden kaartspelletjes en praatten iedere avond over van alles en nog wat. Al vermeden we onderwerpen over de Regering, dingen met een uitgesproken negatieve ondertoon of andere gruwelijke instanties.
Buiten de camera’s om gaven de meeste dossiers me een aardige blik op de mensen hier.
Ze hielden ook – of moest ik ‘natuurlijk ook’ zeggen? – risicolevels bij over de soldaten. De Commandant, zijn echte naam was Calvin Street, had een risicolevel van nul. Hij was immers de Commandant. Avery had een vier en Jordan een drie.
Op de zaterdagen probeerde ik alles op de automatische piloot te doen, maar ik bleef het werk verafschuwen. De meeste dromen die ik zag waren verschrikkelijk. Gelukkig hadden de Dwalingen af en toe ook een vrolijke bui om mijn nagels te sparen.
De dagen kropen voorbij. De routine bracht mijn hersens in de war, de dagen liepen door elkaar heen. Toch hield ik hardnekkig (‘eigenwijs, koppig, dwars, eigenzinnig, halsstarrig, hardhoofdig, obstinaat, onredelijk, weerspannig,’ somde Nathaniël op, om te beschrijven wat hij op dat punt van me vond) vast aan mijn nieuwe ochtendritueel. Daarin vroeg ik zowel mezelf als Nathaniël welke dag het was, om ervoor te zorgen dat ik het niet vergat. Daarna controleerde ik het in het geniep op de tablet.
Zo gingen er na die eerste dienst twee weken voorbij. Twee weken waarin zo weinig gebeurde dat ik vergat waarom het die zondagochtend zo raar was gegaan. Twee weken waarin het niet in me opkwam aan Jordan te vragen waarom twee camera’s altijd een helder wit beeld gaven en er drie ruis vertoonden.
Tot de derde zondag.
Het begon als een ‘normale zondag’. De ochtend was op het staartje van de nachtdienst na een normaal begin van de dag. Geen geheimzinnig, hectisch gedoe met rennende, gillende soldaten maar een normaal ontbijt en sport. Ik lunchte samen met Nathaniël gewoon in de groep op zolder en daarna vertrokken we weer naar de cel voor een spelletje kaart. Daarna het tellen, wat nog geen milliseconde sneller was geworden, daarna weer kaartspelletjes en daarna werk.
De eerste rij planten zag er goed uit. Er was niet veel onkruid, dus het werk was lichter. Met de tweede rij was iets vreemds aan de hand waar ik eerst mijn vinger niet op kon leggen, tot het ineens héél erg duidelijk werd. In het begin waren de planten alleen wat blauwer dan normaal. De tomaten leken gewoon niet zo snel te willen rijpen. Maar later verschenen er allemaal blauwe vlekjes op en ze werden zacht. Bij eentje was het zo erg dat toen ik het ding vastpakte, het helemaal verschrompelde. ‘Nathaniël, blijf hier. Raak niets aan, ik kom je straks halen om je handen te wassen. Dit ziet er niet goed uit.’ Ik keek naar de dichtstbijzijnde Dwalingen die ook bezig waren. Te ver weg. Ik moest gaan schreeuwen. ‘Goed. Daar gaan we dan. Oren dicht!’ Ik wachtte ongeduldig wippend tot Nathaniël zijn handen over zijn oren had gelegd en haalde diep adem. ‘Iedereen handen los van de gewassen! Stop met werken en ga je handen wassen, de boel is ziek!’
Zoals verwacht kwamen er meteen soldaten op me af rennen. ‘Wat heeft dit te betekenen?’
Ik keek ze bezorgd aan. ‘De gewassen zijn ziek. Iedereen moet zijn handen wassen, anders krijgen ze er misschien last van.’ En toen, zachter: ‘Ik moet Jordan spreken, heel snel alsjeblieft.’
De soldaat, de mentor van Cade met de donkere haren en vriendelijke ogen, knikte en pakte toen mijn arm. ‘Kom jij maar even mee, jongedame. Cees, regel jij het met de mensen hier? Laat ze hun handen wassen en geef ze handschoenen. Ik meld het wel naar de anderen.’ Hij liep naast me mee, het gangpad uit. Ik bleef de onderdanige Dwaling uithangen tot ik mijn handen had gewassen en we de kas uitliepen. We begonnen tegelijkertijd te rennen.
Ik stormde zonder te kloppen het kantoor van Jordan in. Hij keek verschrikt op. ‘Maeve, wat doe jij hier? Hoor je niet aan het werk te zijn? Je weet dat je moet kloppen.’
‘We hebben geen tijd om te kloppen, Jordan,’ zei Cade’s mentor. ‘De planten zijn ziek. De Epidemie komt terug.’

Al het werk in de kassen en op het land was met een ruk stopgezet, om later weer met veel geweld op gang gebracht te worden met als tijdelijke oplossing handschoenen.
Ik deed niet mee en dus was ook Nathaniël buitenspel gezet. In plaats van werken, zat ik aan een grote ronde tafel – een enorme ronde tafel – met een heleboel andere soldaten en een verwijt.
‘Waarom is het niet verteld?’ vroeg ik boos. ‘Ik had alle recht het te weten, alle soldaten hadden alle recht om het te weten!’
De camera’s waren wit, of zwart of vertoonden ruis, omdat ze in een quarantainekamer waren opgehangen en waren uitgezet door de soldaten daar. Er waren al Dwalingen ziek geworden, die werden nu gebruikt om zo snel mogelijk een medicijn samen te stellen, evenals een preventief middel.
Jordan zat aan het hoofd van de tafel, handen gevouwen, hoofd gebogen. Vol berouw. ‘Sorry, mensen, maar we hoopten dat het over zou waaien. Dat niemand er uiteindelijk iets van hoefde te merken. De maatregelen die werden genomen waren puur preventief, uit voorzorg. Maar nu blijken ze echt nodig te zijn.’
Ik zuchtte, ik moest hem wel gelijk geven. Als ze het hadden verteld waren er direct soldaten vertrokken. Nu was dat niet meer mogelijk, niemand mocht er nog uit om de kans op verspreiding zo klein mogelijk te maken. De burgers mochten hier geen weet van hebben. Ze mochten er niets mee te maken krijgen. ‘Er zijn wel meer maatregelen nodig. Er worden Dwalingen ziek, dat is onvermijdelijk. Maar als ze iets onschuldigs krijgen als griep of verkoudheid en dan vervolgens ook nog besmet raken met de Epidemie, gaan ze dood. Dat is iets wat we helemaal niet willen, toch?’ Laat mijn gok waar zijn, alsjeblieft. Laat ze niet zo wreed zijn dat ze iedereen gewoon dood laten gaan.
Jordan knikte. ‘Dat klopt. Ik stel een ziekenboeg voor. Iedereen die op wat voor manier dan ook ziek wordt, sluiten we uit van werk en isoleren we daar.’
Ik was geen voorstander van isolatie en quarantaine, maar het was nu wel nodig, dat snapte ik ook.
Jordan keek de groep rond. ‘Ik heb vrijwilligers nodig om alles op te bouwen en om de Dwalingen te verzorgen. Uiteraard krijg je daarbij hulp van de oudere gevangenen. Wie?’
Niemand.
Ik stak mijn hand op. ‘Alles beter dan in de kas. Bovendien heb ik ervaring met… medicatie.’ Wellicht kon ik bijdragen aan een minder wrede sfeer.
Jordan knikte. ‘Goed, nog anderen. Indien iedereen zich te goed voelt om een menselijke daad te verrichten zal ik mensen aanwijzen, net als op de kleuterschool.’
Dat lieten ze zich geen tweede keer zeggen. Een paar moedige handen schoten omhoog. Avery en Cade waren er ook bij.
Jordan knikte. ‘Goed dan. Ik zal met de Commandant overleggen over opslag en extra voorzieningen. Ik zie jullie morgen weer hier terug.’ Hij stond op, wilde weglopen. ‘O, Avery?’
‘Ja?’
‘Breng en haal jij Maeve voortaan?’
Ze lachte naar me. ‘Prima.’
Ik wist niet of het wel zo grappig was. Van het idee besmet te raken kreeg ik jeuk in mijn hals.

Reageer (2)

  • Bellaen

    Idylle, sorry ik bedoel Proza, zelfs via het veel te kleine schermpje van mijn mobiel wordt ik bang van dit hoofdstuk! Ze raakt toch niet besmet toch?
    (het enige spelfoutje wat ik heb kunnen vinden is dat je dat in plaats van dag heb getypt, op het moment dat ze vertelt dat ze aan Nathaniël vraagt welke dag het is.

    1 decennium geleden
  • Quies

    oeh, spannend! Misschien dat haar nachtmerrie dan toch werkelijkheid kan worden... Maar dat zou gewoon wreed zijn ;p

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen