Part 1: naar mainstreeet

{vanuit Roos}

Nils is vanaf groep 1 mijn beste vriend. We hebben afgesproken om te gaan zwemmen bij de rivier, dat doen we elke zomer. Ik doe mijn bikini aan, pak mijn tas en ren naar beneden. 'Ik ga!' roep ik nog naar mijn moeder. Ik sluit de deur en stap op de fiets richting Nils.

ik ben wat aan de late kant dus het zou me niet verbazen dat Nils er al zou zijn.
ik fiets zo hard dat het beetje wind dat er staat me ogen laten tranen. ik fiets als een kip zonder kop
door het drukke verkeer in Amsterdam het is een super lekkere dag en er zijn daarom veel toeristen.
als ik eindelijk bij de rivier aan kom zie ik Nils al liggen zonnen met een paar andere jongens Nils ziet me aan komen
en springt meteen op. 'Hey hoe is ie?' vraagt hij. 'super met jou?'. 'goed om te horen, ja ook ze gangetje' hij begint te lachen. 'tijd om te wemmen het is super warm'. 'ja goed idee. Wie er als eerst in ligt' Nils zet het op rennen

Die hele dag hebben we samen gezwommen s 'avonds laat toen me moeder me 12 keer had gebeld gingen we pas naar huis, Nils bracht me zoals altijd naar huis zodat hij wist dat ik goed aangekomen was. Het was een geweldige gezellig zomerdag zoals altijd samen met Nils

Toen we die avond samen terug fietsten naar huis vroeg Nils ineens of ik iemand op het oog had. Ik schrok een beetje van die vraag die had ik helemaal niet verwacht en eigenlijk zeker niet van Nils. Hij was altijd al een beetje verlegen voor een meisje die hij leuk vond, hij durfde eigenlijk nooit een gesprek te beginnen. Dat vond ik zelf altijd erg schattig van hem omdat ik wist dat hij een meisje nooit zou beledigen en altijd met respect zou behandelen.
daarom is hij mijn beste vriend.

[vanuit Saar]

Rein en ik zijn hele goede vrienden geworden sinds een half jaar geleden toen ik in Waalre kwam komen wonen omdat me vader dan dichter bij zijn werk zou zijn. Ik kende niemand toen ik ineens Rein tegen het lijf liep omdat ik me hond perse moest uit laten van me ouders. We wonen in dezelfde straat. Rein en ik zitten nu bij mij thuis op de bank. Beetje op ons mobiel en tv te kijken. 'Nils vraagt of wij naar Amsterdam komen morgen?' vraagt Rein. 'jaa gezellig, gaat zijn vriendin Roos of zoiets ook mee?'. 'Ja natuurlijk die 2 zijn onafscheidbaar' we beginnen allebei te lachen. 'gaan we dan met de trein?' vraag ik als we zijn uitgelachen. 'ja ik denk het wel, ik overleg vanavond wel met mijn ouders'.