Tot mijn grote teleurstelling kwam Paul die maandag erna weer op school. 'Great.' Mompelde ik in mezelf. Tijdens de les geschiedenis was hij schuin achter me gaan zitten, niet expres, maar het irriteerde me alsnog.
'Nou, het hoogste cijfer is voor mevrouw Motega, een 9,5.' Ik glimlachte zwak, en voelde de opmerking van Paul al aankomen. 'Ah, onze nerd heeft weer gescoord hoor.' Ik zuchtte en rolde met mijn ogen. Ik wilde zó graag doen alsof het me niets interesseerde, maar als hij zo doorging kon ik ook mijn opmerkingen niet langer voor me houden. Hij was zo intens vervelend.
'Tong verloren, mode popje?' Ging hij op een zoete toon verder. 'Nee hoor, ik spaar mijn stem alleen liever dan dat ik tegen jou praat.' Mompelde ik poeslief terug. Ik kon hem wel schieten op dit moment. 'Je kraaienstem zeker? Beter praat je niet meer voor de rest van je leven.' Riep hij al lachend naar me.
Met een ruk draaide ik me om en wilde net terug gaan schreeuwen hoe graag ik hem wel niet door de grond zou zien zakken, maar precies op dat moment keek ik hem aan, recht in zijn ogen.
Ik had het gevoel dat al mijn haat voor deze jongen ineens uit mij werd gezogen, ineens vond ik dat hij de prachtigste ogen ooit had. De grond werd onder me weggetrokken maar ik viel niet, want hij hielt me overeind. De adem werd me benomen, maar dat gaf niet want hij zou me in leven houden. Plotseling, uit het niets voelde ik een enorme affectie voor deze jongen. Hij staarde mij ook met open mond aan.
'Lahote, Motega, ga jullie maar melden! Ik tolereer geen ruzies in mijn les!' Als versteend stond ik op en raapte mijn boeken bij elkaar waarna ik het lokaal uit liep, Paul volgde mij maar bleef achter me lopen. Ik was daar ook wel blij om, aangezien ik niet echt wist wat ik met deze situatie aan moest. Ik had als een debiel naar hem lopen staren, maar hij had terug gestaard en geen kut opmerkingen meer gemaakt. Maar waarom niet?
Paul zei niets, hij maakte zelfs geen vervelende opmerking. Ik liep op een top snelheid naar het lokaal waar je heen moest als je eruit werd gestuurd. 'Waarom zijn jullie eruit gestuurd?' Vroeg de leraar ons op een strenge toon. 'We kregen ruzie.' Zei ik monotoon, geen zin hebbend om Paul verder uit te lokken. De man knikte en wees ons een plek aan, naast elkaar, fijn. Ik zei niets maar ging gewoon zitten. Paul twijfelde even, maar kwam toch naast me zitten.
Hij staarde naar me, de hele tijd. Ik vond het stront vervelend. 'Kan je niet de andere kant op kijken?' Vroeg ik iet wat geïrriteerd, maar op het moment dat ik hem weer in zijn ogen keek, had ik direct een schuld gevoel dat ik zo tegen hem deed. Waarom eigenlijk? We hadden altijd ruzie en nooit voelde ik me er slecht om en nu ineens wel?
Ik had een kut opmerking terug verwacht, maar in plaats daarvan keek hij gauw de andere kant op. Ik vroeg me echt af wat er met ons aan de hand was. Paul die geen weerwoord had en ik die me ineens zo anders tegenover hem voelde. Ik kon het plotselinge gevoel voor hem niet plaatsen, wat mijn frustratie alleen maar erger maakte.

Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen