Foto bij OO1. Schipbreuk

Ik klamp me hijgend vast aan een houten plank. Het cruiseschip waar ik 5 minuten geleden nog op zat, is al voor een kwart onder water. Er staan nog mensen op dat schip... denk ik. Ik had nooit gedacht dat het schip zou zinken. Langzaam wend ik mijn blik af van het schip. Waar is mijn moeder? Waar is mijn vader? En waar zijn mijn broer en zus? Ik laat mijn hoofd zakken, en sluit mijn ogen. Zonder dat ik het merk, dompel ik langzaam weg.

Het geluid van golven maakt me wakker. Ik adem de lucht en het zout in. Mijn oogleden openen zich. In plaats van zee, zie ik strand. Ik draai mijn hoofd naar de kant van de zee. De zon verdwijnt al achter de horizon. Een eenzaam houten bootje dobbert op het water. Als ik rechtop ga zitten, merk ik dat er iemand in dat bootje zit. Waar ben ik beland? Achter het zand liggen heel veel rotsen, er stromen beekjes doorheen. Daarachter ligt een oerwoud. Verder kan ik niet kijken.

Hoeveel dagen zijn er voorbij gegaan sinds de schipbreuk? vraag ik me af. Er vliegt een exotische vogel over me heen. Mijn blik volgt het beest. Hij vliegt over zee, en als hij bij het bootje is gaat hij op de rand zitten. Uit vermoeidheid ga ik weer liggen. Na een paar minuten besluit ik het eiland te verkennen. Moeizaam sta ik op. Ik hoef maar een paar meter te lopen of ik ben al bij de rotsen. Mijn ballerina's ben ik verloren in de zee, dus ik loop op blote voeten. Op zich is dat wel fijn, want de beekjes die de rotsen nat maken zorgen voor verfrissing. De zon is al bijna onder, dus misschien is het beter om ergens te gaan zitten en om een vuurtje te maken. Ik besluit om eerst nog een stukje te lopen om een geschikt plekje te vinden waar ik kan overnachten. De stenen zijn glad en ik glijd een paar keer bijna uit.

Na een paar minuten heb ik dat perfecte plekje gevonden. Er ligt een platte en ruwe steen die hoger en groter is dan de rest. Hij is dan ook niet nat. Ik maak het me gemakkelijk, en ga opgekruld liggen. Ik vraag me af of ik mijn familie ooit nog terug zou zien, of sterker nog: of ze nog leven. Ik vraag me af wat er met hun gebeurd is. Verdronken, een gevecht tussen leven en dood met het water dat de zuurstof toch overmeesterd. Of net zoals ik: aangespoeld op land. Met die gedachtes val ik in een onrustige slaap.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen