Foto bij Road O37

Let me be empty and, oh, weightless

De tijd begint te dringen. Ik voel me dit keer niet meer zo alleen, nu ik weet dat hij hier misschien is. Of dat hij nu weg is gegaan, weet ik niet.
Ik probeer me te concentreren op mijn geheugen. De dingen die ik nog wel kan herinneren. Fijne momenten, maar ook de minder fijne momenten.
Het lukt me maar niet om die twee dingen van elkaar gescheiden te houden. De verleiding is groot om alles eruit te schreeuwen, om de pijn niet meer te kunnen voelen die ik al met mijn hele leven mee moet dragen. Helse verdriet, samen met samengeknepen angst. Ja, die is er ook nog. Ik krijg ze allebei niet eruit. "Ik hoop dat het werkt," wordt er zachtjes in mijn oor gefluisterd. Een hand glijd soepel door mijn haar, en ik verraad helemaal niks. Ik beweeg mezelf niet.
Want anders zou ik mezelf verraden. Op veilige afstand blijft de persoon staan. Er is geen tijd voor protest in mijn lichaam. Ik moet en zou te weten komen wie er hier naast mijn bed staat. Al lig ik hier een paar uren, of langer.. Het kan me niks schelen. Dit gevoel verdwijnt niet zomaar. Ik kan niks bewijzen of het hem wel of niet is. Maar ik ga er alles aan doen om het te weten te komen. Ik probeerde met een kleine beweging mijn arm op te tillen, wat volgens mij wel lukt.
"Eva? Ben je wakker?" vraagt diezelfde stem weer, als ik langzaam mijn arm weer neerleg. Ik beweeg mijn hoofd zachtjes, maar wel zodanig dat ze het kunnen zien. Ik voel de opkomende spanning dit keer door mijn lijf razen, alsof er iets gaat gebeuren wat ik niet zo leuk vind.
"We gaan haar nu onderzoeken. We verzoeken je om heel even de kamer te verlaten, zodat wij ons werk kunnen doen." Voetstappen klinken in de ruimte, die een tijdje later langzaam verdwijnen. "Ik kom straks weer terug," belooft hij me. Nog steeds beweeg ik niet, mijn oogleden doen nog niks. Al help ik ze een standje mee, ze willen nog niet mee werken. Deze situatie zou er niet op verbeteren als hij ook nog eens weg gaat. Heel eventjes. Voor mij duurt het al veel te lang voordat hij de kamer weer binnen treedt. "Ik kan mijn ogen-" begin ik. "Dat komt vanzelf wel. Ze hebben tijd nodig," word ik afgekapt door één van de verplegers. Mijn verstand is op dit moment te klein om helder na te kunnen denken. Dus ik laat het er maar bij. Ik haal opgelucht adem, nadat hij deze zin zegt.
"Ik was al bang.. Dat ik heel lang mijn ogen niet meer zou kunnen openen.." Op dat zelfde moment klinken er weer voetstappen die de ruimte betreden.
"Wat is er met je ogen?" vraagt hij, als hij dichtbij genoeg staat. "Ik kan ze niet openen," zeg ik zachtjes. En dan houden ze het niet meer vol. Kleine en grote tranen verlaten mijn ooghoeken, om heel langzaam af te dwalen naar mijn wangen. Ik weet niet wat ik nu erger moet vinden; het feit dat ik nu even niet kan zien, of dat Jack weg blijft. Voor altijd.

----
Klein stukje weer, maar het begint wel weer leuker te worden, I promise! Morgen komt er weer een stukje aan (:

Reageer (1)

  • Trager

    ooooooooh spannend. me wants moreee <3

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen